Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Engels A2 Niveau
› 8330470 bijlage 6
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Engels A2 Niveau
, deel 1
8330470 bijlage 6
Jaar 1 (mbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
to awake, awoke, awoken=ontwaken to be, was/were, been=zijn/worden to bear, bore, borne=verdragen to beat, beat, beaten=slaan;verslaan to become, became, become=worden to begin, began, begun=beginnen to bend, bent, bent=buigen to bet, bet, bet=wedden to bind, bound, bound=binden to bite, bit, bitten=bijten to bleed, bled, bled=bloeden to blow, blew, blown=blazen;waaien to break, broke, broken=breken to breed, bred, bred=fokken;kweken to bring, brought, brought=brengen to broadcast, broadcast, broadcast=uitzenden to build, built, built=bouwen to burn, burnt, burnt=branden to burst, burst, burst=barsten to buy, bought, bought=kopen to catch, caught, caught=vangen to choose, chose, chosen=kiezen to cling, clung, clung=zich vastklemmen to come, came, come=komen to cost, cost, cost=kosten to creep, crept, crept=kruipen to cut, cut, cut=snijden,knippen to deal, dealt, dealt=handelen to dig, dug, dug=graven to do, did, done=doen to draw, drew, drawn=tekenen, trekken to dream,dreamt,dreamt=dromen to drink, drank, drunk=drinken to drive, drove, driven=rijden to eat, ate, eaten=eten to fall, fell, fallen=vallen to feed, fed, fed=voeden to feel, felt, felt=voelen to fight, fought, fought=vechten to find, found, found=vinden to fly, flew, flown=vliegen to forbid, forbade, forbidden=verbieden to forget, forgot, forgotten=vergeten to forgive, forgave, forgiven=vergeven to freeze, froze, frozen=vriezen;bevriezen to get, got, got=krijgen to give, gave, given=geven to go, went, gone=gaan to grow, grew, grown=groeien to hang,hung,/hung=hangen to have, had, had=hebben to hear, heard, heard=horen to hide, hid, hidden=verbergen to hit, hit, hit=slaan;raken to hold, held, held=houden to hurt, hurt, hurt=bezeren;pijn doen to keep, kept, kept=houden to kneel, knelt, knelt=knielen to knit, knit, knit= breien to know, knew, known=weten;kennen to lay, laid, laid=leggen to lead, led, led=leiden, voeren to lean, leant, leant=leunen to learn, learnt, learnt=leren to leave, left, left=laten;verlaten to lend, lent, lent=lenen,uitlenen to let, let, let=laten;verhuren to lie, lay, lain=liggen to light, lit, lit=aansteken to lose, lost, lost=verliezen to make, made, made=maken to mean, meant, meant=bedoelen;betekenen to meet, met, met=ontmoeten to pay, paid, paid=betalen to put, put, put=leggen;zetten to read, read, read=lezen to ride, rode, ridden=rijden to ring, rang, rung=bellen to rise, rose, risen=opstaan to run, ran, run= rennen to say, said, said=zeggen to see, saw, seen=zien to seek, sought, sought=zoeken to sell, sold, sold=verkopen to send, sent, sent=zenden;verzenden to set, set, set=zetten;ondergaan to sew, sewed, sewn=naaien to shake, shook, shaken=schudden to shine, shone, shone=schijnen to shoot, shot, shot=schieten to show, showed, showed/shown=tonen to shrink, shrank, shrunk=krimpen to shut, shut, shut=sluiten to sing, sang, sung=zingen to sink, sank, sunk=zinken to sit, sat, sat=zitten to sleep, slept, slept=slapen to slide, slid, slid=glijden to slink, slunk, slunk=sluipen to slit, slit, slit=splijten to smell, smelt, smelt=ruiken to sow, sowed, sowed/sown=zaaien to speak, spoke, spoken=spreken;praten to spell,spelt, spelt=spellen to spend, spent, spent=uitgeven;doorbrengen to spill, spilt, /spilt=morsen to split, split, split=splijten to spread, spread, spread=verspreiden;zich verspreiden to spring, sprang, sprung=springen to stand, stood, stood=staan to steal, stole, stolen=stelen to stick, stuck, stuck=steken;plakken to sting, stung, stung=steken;prikken to stink, stank/stunk, stunk=stinken{Stunk in 2de vorm komt niet vaak voor} to strew, strewed, strewed/strewn=strooien to swear, swore, sworn=zweren;schelden to sweat, sweat,sweat=zweten to sweep, swept, swept=vegen to swim, swam, swum=zwemmen to swing, swung, swung=zwaaien to take, took, taken=nemen to teach, taught, taught=onderwijzen to tear, tore, torn=scheuren to tell, told, told=zeggen;vertellen to think, thought, thought=denken to throw, threw, thrown=gooien;werpen to understand, understood, understood=begrijpen;verstaan to undertake, undertook, undertaken=ondernemen to wake, woke, woken=ontwaken;wekken to wear, wore, worn=dragen to win, won, won=winnen to wind, wound, wound=winden to withdraw, withdrew, withdrawn=terugtrekken; terugtrekken to write, wrote, written=schrijven
Ingezonden op 25-10-2013 - 2839x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Deels zijn dit de onregelmatige werkwoorden, niet allemaal.
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!