Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Frans - Modules
› 1 Periode 1 - Woorden
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Frans - Modules
1 Periode 1 - Woorden
Jaar 3 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
timide = verlegen combattant = strijder décontracté = ontspannen la peur = de angst une araignée = de spin le pote = het maatje plaire = bevallen ; leuk vinden rejeter = afwijzen assurer = overtuigen avant = voor (tijd) le genre = het soort détendre = ontspannen ridicule = belachelijk foncer = vooruit stormen peu importet = maakt niet uit exiger = eisen le cauchemar = de nachtmerrie déçu(e) ; décevoir = teleurgesteld ; teleurstellen soulagé = opgelucht une épreuve = een beproeving ; een test le souffre-douleur = het pispaaltje s'intégrer opgenomen = worden se moquer de = uitlachen ; spotten met mis - mettre à l'écart = aan de kant gezet - zetten indigne = onwaardig briser = breken carapace = schild ; pantser empêcher = voorkomen une approche = een toenadering dissuader = afschrikken la méfiance = het wantrouwen rare = zeldzaam prendre en grippe (qqn) = (iemand) niet mogen le suiveur = de meeloper valoir la peine = de moeite waard zijn répartir de zéro = met een schone lei beginnen se mêler à = zich bemoeien met créer des liens = banden scheppen le recours = het redmiddel le bonheur = het geluk un état d'esprit = een stemming de retour = terug manquer = missen avoir besoin de = nodig hebben démarrer = beginnen s'éclater = uit je dak gaan la joie de vivre = de levensvreugde transpirer = zichtbaar worden ; zweten la salopette = de tuinbroek le clin d'oeil = de knipoog parfois = soms le mendiant = de bedelaar séduire = verleiden n'importe comment = maakt niet uit hoe le rêve = de droom le conseil = de raad etre accro à = verslaafd zijn aan le soutien = de steun lézarder au soleil = in de zon liggen bakken souffler à l'oreille = fluisteren (in m'n oor) une âme = een ziel autour = de rondom hésiter = aarzelen à cause de = door ; wegens oublier = vergeten le hasard = het toeval un fil = een draad la faiblesse = de zwakheid cacher = verbergen blesser = verwonden la soie = de zijde (stof) trembler = beven, trillen avancer = vordering maken un équilibre = een evenwicht je saurais = ik zou weten lorsque = wanneer, terwijl, toen toujours = altijd sacré = heilig compter = tellen disparaitre = verdwijnen détestable = afschuwelijk le géniteur = de verwekker donner naissance = leven schenken
Ingezonden op 02-11-2013 - 512x bekeken.
Waardering 7.4 (aantal stemmen: 3)
voting system
1
2
3
4
5
Periode 1 - Woorden Tâche 3
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!