Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Alles im Griff, deel 123

1 wort für wort-kapitel1

Jaar 3 (aso)

de dag = der Tag (e)
de morgen = der Morgen (-)
de avond = der Abend (e)
het jaar = das Jahr (e)
de klas = die Klasse (n)
de school = die Schule (n)
de a.s.o.-school = das Gymnasium (ien)
de leraar = der Lehrer (-)
de lerares = die Lehrerin (nen)
de leerling = der Schüler (-)
de leerlinge = die Schülerin (nen)
de heer, mijnheer = der Herr (en)
de vrouw, mijvrouw = die Frau (en)
de hobby = das hobby (s)
de voetbal = der Fußball (¨e)
de discotheek, dancing = die Disko (s)
de bioscoop = das Kino (s)
de radio = das Radio (s)
de muziek = die Musik (en)
het nummer = die Nummer (n)
de plaats = der Platz (¨e)
de vakantie = der Urlaub
de familie = die Familie (n)
de vader = der Vater (¨)
de moeder = die Mutter (¨)
de ouders = die Eltern
het kind = das Kind (er)
de broer = der Bruder (¨)
de zus = die Schwester (n)
broers en/of zussen = die Geschwister
de zoon = der Sohn (¨e)
de dochter = Die Tochter (¨)
de grootvader = der Großvater, Opa (s)
der grootmoeder = die Großmutter, Oma (s)
het kleinkind = das Enkelkind (er)
de oom = der Onkel (-)
de tante = die Tante (n)
de neef (de zoon van mijn broer/zus) = der Neffe (n)
de nicht (de dochter van mijn broer/zus) = die Nichte (n)
de neef (de zoon van mijn oom/tante) = der Vetter (-)
de nicht (de dochter van mijn oom/tante) = die Kusine (n)
de schoonbroer = der Schwager (¨)
de schoonzus = die Schwägerin (nen)
België = Belgien
Duistland = Deutschland
Engeland = England
Frankrijk = Frankreich
Spanje = Spanien
Italië = Italien
Nederland = Holland, die Niederlande
Zwitserland = die Schweiz
Oostenrijk = Österreich
heten = heißen
wonen = wohnen
komen = kommen
gaan = gehen
spelen = spielen
tennissen = Tennis spielen
horen, luisteren = hören
schrijven = schreiben
spellen = buchstabieren
huren = mieten
wachten = warten
doen, maken = machen
zwemmen = schwimmen
er is, er zijn = es gibt
oud = alt
jong = jung
goed = gut
slecht = schlecht
mooi = schön
lelijk = hässlich
leuk, tof, cool = toll, cool
saai, vervelend = langweilig
prima, geweldig = spitze, super
stom, idioot = blöd, doof
juist = richtig
fout, verkeerd = falsch
wie? = wer?
hoe? = wie?
waar? = wo?
wat? = was?
van waar? = woher?
naar waar? = wohin?
slechts, alleen = nur
ook = auch
graag = gern (e)
vandaag = heute
gisteren = gestern
morgen = morgen
maar = aber
al, reeds = schon
nu = jetzt
alstublieft = bitte
uit = aus
Tot ziens! = Tschüs(s)!, Auf Wiedersehen!
Tot wederhoren! = Auf Wiederhören!
naar de bios gaan = ins Kino gehen
naar de disco gaan = in die Disko gehen
Pardon? = Wie bitte?
Veel plezier = Viel Spaß

Ingezonden op 16-11-2013 - 1018x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 04-12-2013.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

zou kunnen dat ik enkele hoofdletters vergeten ben. Laat het mij weten!!
de meervoudsvorm staat telkens tussen haakjes!

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Alles im Griff, deel 123

1 wort für wort-kapitel1