Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Lingua Latina gymnasium
› 15 proefwerk h15
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Lingua Latina gymnasium
15 proefwerk h15
Jaar 2 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
iam = al, reeds, spoedig, weldra porta = poort patere = openstaan homo, homin = mens, man castra, castrorum = legerkamp locus = plaats, plek deserere = verlaten, in de steek laten iuvare = leuk vinden videre = zien imprimis = vooral equus = paard ligneus = houten stupere = versteld staan, bewonderen alii... alii = sommigen... anderen votum = gebed, offergave timor, timoris = angst, vrees movere = bewegen, opwekken, ontroeren, beïnvloeden praecipitare = storten putare = denken, menen, beschouwen als cogitare = denken, bedenken, overwegen ecce = kijk multus = veel accurrere = komen aanrennen, rennen naar sacerdos, sacerdotis = priester, priesteres procul = ver weg, van verre clamare = roepen, schreeuwen miser = ongelukkig, ellendig num = toch niet? soms?; toch niet, soms credere (+dat) = geloven, vertrouwen donum = gift, geschenk carere = niet hebben, missen, vrij zijn van nescire = niet weten, niet kennen scire = weten, kennen ceteri = overige, rest prudentia = wijsheid, slimheid praestare (+dat) = overtreffen in nonne = dan niet? niet?; dan niet, niet constare = bestaan, vaststaan, bekend zijn semper = altijd, steeds fraus, fraudis = bedrog ego = ik latere = zich schuilhouden, verborgen zijn miles, militis = soldaat, militair timere = bang zijn, vrezen etiamsi = ook al dare, dedi, datus = geven dum = terwijl turba = menigte dicere = zeggen nonnulli = enige, enkele pastor, pastoris = herder ad (+acc) = bij, tot, tegen, naar magnus = groot, belangrijk clamor, clamoris = kreet, geschreeuw trahere, traxi, tractus = trekken, slepen invenire = ontdekken, vinden vita = leven silva = woud, bos narrare = vertellen misericordia = medelijden etiam = ook apparere = blijken, duidelijk zijn, verschijnen nunc = nu de = over, van, van af statim = meteen, onmiddellijk malus = slecht oraculum = orakel statuere = plaatsen, bouwen, vaststellen, besluiten affirmare = verzekeren, beweren verbum = woord subito = plotseling duo = 2; twee anguis, anguis = slang mittere, misi, missus = zenden, sturen ara = altaar stare, steti = staan, blijven staan opprimere, oppressi, oppressus = onderdrukken, overweldigen punire = bestraffen, straffen dividere = openbreken properare = zich haasten
Ingezonden op 25-11-2013 - 1835x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!