Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
mywords
› 1 T
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
mywords
, deel GR
1 T
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
tarattw = in beroering brengen; onrustig maken tattw = opstellen; ordenen; aanstellen ¹ taxij, taxewj = opstelling; slagorde tacuj, taceoj = snel qattwn, qattonoj = sneller tacistoj = het snelst; zeer snel to tacoj, tacouj = snelheid taca = weldra; spoedig; misschien {adv} te = en {niet vertalen als het vooruit wijst naar kai} te ... kai = en te ... te = en teinw = spannen; strekken to teicoj, teicouj = muur Ð toicoj = muur to tekmhrion = teken; bewijs teleutaw = beëindigen; sterven ¹ teleuth = einde; levenseinde teleutaioj = laatste telew = voltooien diatelew = voltooien; voortdurend {2. + part} to teloj, telouj = voltooiing; einde; doel teloj = tenslotte {adv} temnw (™temon) = snijden tettarej | tettara, tettarwn = vier tetartoj = vierde ¹ tecnh = kunst; vak; vakbekwaamheid; vaardigheid tiqhmi (™qhka, ™qemhn) = leggen; plaatsen; maken tot {2. + dubb acc} ™pitiqemai = aanvallen {+ dat} tiktw (™tekon) = baren; ter wereld brengen; voortbrengen to teknon = kind timaw = eren ¹ timh = eer; waarde; aanzien; ambt ¢timoj = eerloos; veracht {2 uitg} ™ntimoj = geëerd; eervol {2 uitg} timwrew = helpen; wreken {+ dat} timwreomai = zich wreken op; straffen {+ acc} ¹ timwria = wraak; straf; hulp tinw = boeten; betalen tinomai = doen boeten; zich wreken op; straffen t…j | t…, t…noj = wie; wat; welk; welke t… = waarom; waarvoor tij | ti, tinoj = iemand; iets; sommige; sommigen; enige; enigen; een; een zekere titrwskw = verwonden to trauma, traumatoj = wond toi = let wel toinun = welnu; dus tolmaw = durven; wagen ¹ tolma = durf; brutaliteit; onderneming; waagstuk to toxon = boog Ð topoj = plaats ¹ trapeza = tafel tracuj, traceoj = rotsachtig; ruw treij | tria, triwn = drie tritoj = derde trepw (™trapon, ™traphn) = wenden; keren trepomai (™trapomhn) = zich wenden; op de vlucht slaan ™pitrepw = overlaten; toevertrouwen Ð tropoj = wijze; manier; aard; karakter {2. meestal plur} trefw (™qreya, ™trafhn) = voeden; grootbrengen; onderhouden trecw (™dramon) = rennen Ð dromoj = renbaan; wedloop tugcanw (teuxomai, ™tucon) = treffen; krijgen; het geval wil dat; toevallig; net; juist {1. + gen; 2. + part} ™ntugcanw = tegenkomen; ontmoeten eÙtucew = gelukkig zijn; succes hebben ¹ eÙtucia = geluk; succes eÙtuchj, eÙtucouj = succesvol ¹ tuch = toeval; lot; kans; geluk; succes; tegenslag; ongeluk tuptw = slaan Ð turannoj = alleenheerser
Ingezonden op 26-11-2013 - 3488x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!