Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Grandes Lignes, deel 2A

2 Alle, alle vocabulaire 2.1 t/m 2.4 (2009)

Jaar 2 (Gymnasium)

F-N
manger = eten
avoir faim = honger hebben
midi = twaalf uur 's middags
bon(ne) = lekker
gras(se) = vet
dégoûtant(e) = vies
ensemble = samen
le proviseur = de rector
le cuisinier = de kok
la santé = de gezondheid
le petit-déjeuner = het ontbijt
le repas = de maaltijd
impossible = onmogelijk
content(e) = blij, tevreden
la glace = het ijsje
le légume = de groente
les pâtes {vrouwelijk meervoud} = de pasta
la viande = het vlees
le fromage = de kaas
la confiture = de jam
le beurre = de boter
le dessert = het nagerecht; het toetje
le fruit = de vrucht
la pomme = de appel
l'orange {vrouwelijk} = de sinaasappel
la boisson = het drankje
l'eau {vrouwelijk} = het water
assez = genoeg; nogal; tamelijk
trop tard = te laat
le cœur = het hart
le clochard = de zwerver
l'hiver {mannelijk} = de winter
l'agriculteur {mannelijk} = de boer
le but = het doel; het goal
l'argent {mannelijk} = het geld
pauvre = arm
aider = helpen
utiliser = gebruiken
exister = bestaan
demander = vragen
enregister = opnemen
célèbre = beroemd
mort(e) = dood
la farine = het meel, de bloem
la nourriture = het voedsel
le panier = de mand
la boîte = het blik, de doos
le paquet = het pak
la pomme de terre = de aardappel
le riz = de rijst
le poisson = de vis
le déjeuner = de lunch
le dîner = het avondeten; het diner
le gâteau = het koekje; het gebakje
le sucre = de suiker
le lait = de melk
le thé = de thee
le café = de koffie
la bouteille = de fles
le verre = het glas
le vin = de wijn
le plat principal = het hoofdgerecht
bon appétit = eet smakelijk; smakelijk eten
l'œuf, les œufs {mannelijk} = het ei, de eieren
l'huile {vrouwelijk} = de olie
le bœuf = het rundvlees
le poulet = de kip
le saumon = de zalm
le poivron = de paprika
la crêpe = de pannenkoek
le miel = de honing
la fraise = de aardappel
la poire = de peer
la moutarde = de mosterd
peu = weinig
beaucoup = veel
délicieux(-ieuse) = heerlijk
partager = delen
N-F
eten = manger
honger hebben = avoir faim
de lunch = le déjeuner
het avondeten = le dîner
eet smakelijk = bon appétit
heerlijk = délicieux(-ieuse)
vet = gras(se)
de kok = le cuisinier
de maaltijd = le repas
het voedsel = la nourriture
het hoofdgerecht = le plat principal
de aardappel = la pomme de terre
de groente = le légume
het vlees = la viande
de kaas = le fromage
de pasta = les pâtes
de vis = le poisson
het ei, de eieren = l'œf, les œufs
het brood = le pain
de boter = le beurre
de jam = la confiture
het meel, de bloem = la farine
de suiker = le sucre
de appel = la pomme
de sinaasappel = l'orange
het ijs = la glace
het koekje, het gebak = le gâteau
de gezondheid = la santé
het drankje = la boisson
het water = l'eau
de wijn = le vin
de melk = le lait
de koffie = le café
de thee = le thé
de cola = le coca
het pakje = le paquet
het glas = le verre
het blik, de doos = la boîte 
de fles = la bouteille
weinig = peu
veel = beaucoup

Ingezonden op 04-12-2013 - 1211x bekeken.
Waardering 6.6 (aantal stemmen: 3)

voting system
1
2
3
4
5

Dit zijn de woorden volgens de druk van 2009. Het kan zijn dat jouw woordenlijst afwijkt, kies hiervoor een andere lijst. Het woord la farine staat er 3 keer, één keer extra dus.
_____

Alle comments, maar dan ook alle comments zijn hartelijk welkom!*
*Behalve schelden etc.
_____

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Grandes Lignes, deel 2A

2 Alle, alle vocabulaire 2.1 t/m 2.4 (2009)