Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

TrabiTour, deel E

15 alle woordjes, met umlaut en ß

Jaar 3 (Gymnasium)

die Ader = de ader
der Arm = de arm
die Bauchschmerzen = de buikpijn
das Bein = het been
das Blut = het bloed
die Brust = de borst
die Entzündung = de ontsteking
das Fieber = de koorts
der Finger = de vinger
der Fuß =de voet
das Gehirn = de hersenen
das Gesicht = het gezicht
die Hand = de hand
der Hunger = de honger
der Knöchel = de enkel
der Knochen = het bot
die Krankheit = de ziekte
der Krebs = de kanker; de kreeft
der Kreislauf = de kringloop
die Luftröhre = de luchtpijp
die Lunge = de long
der Magen = de maag
der Mund = de mond
der Muskel = de spier
de Nacken = de nek
die Nahrung = de voeding
die Netzhaut = het netvlies
die Rippe = de rib
der Sauerstoff = de zuurstof
die Schulter = de schouder
die Verdauung = de spijsvertering
die Zehe = de teen
die Zelle = de cel
der Zucker = de suiker
die Zunge = de tong
atmen = ademen
bekämpfen = bestrijden
bluten = bloeden
erkältet sein = verkouden zijn
fließen = vloeien
schlucken = slikken
wachsen = groeien
warnen = waarschuwen
Es tut weh. = Het doet pijn.
Gute besserung = Beterschap!
feucht = vochtig
krank = ziek
gesund = gezond
schlimm = erg, ernstig
die Apotheke = de apotheek
die Bakterie = de bacterie
die Drogerie = de drogist
das Ergebnis = de uitslag;het resultaat
die Erste Hilfe = de EHBO
die Flüssigkeit = de vloeistof
die Folge = het gevolg
die Gerhirnerschütterung = de hersenschudding
die Grippe = de griep
das Krankenhaus = het ziekenhuis
die Maßnahme = de maatregel
die Ohnmacht = de bewusteloosheid
die Operation = de operatie
die Pille = de pil
das Rezept = het recept
die Ruhe = de rust
der Schluckauf = de hik
der Schnupfen = de verkoudheid
der Schutz = de bescherming
die Tablette = de tablet
die Untersuchung = het onderzoek
die Ursache = de oorzaak
die Verletzung = de verwonding;de blessure
das Virus / der Viren = het virus
die Zahnspange = de beugel
die Zahnarzt = de tandarts
anstecken = aansteken;besmetten
(er)brechen = overgeven
genesen = genezen (gezond worden)
heilen = genezen (gezond maken)
impfen = inenten
passieren = gebeuren
rauchen = roken
schützen = beschermen
sich (hin)legen = gaan liggen
überprüfen = controleren;onderzoeken
verletzt sein = gewond zijn
zerursachen = verooorzaken
deswegen = daarom
fit sein = fit zijn
gefährlich = gevaarlijk
klug = verstandig;wijs
nämlich = namelijk
nervös = nerveus
das erste Mal = de eerste keer
auf jeden geval/auf keinen geval = in ieder geval/in geen geval
das Bett hüten = in bet blijven
zum Arzt gehen = naar de dokter gaan
Was halten Sie davon? = Wat vindt u daarvan?

Ingezonden op 05-12-2013 - 1182x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

gebruik shift + ' voor een umlaut, en Alt Gr + s voor een ß.

Een makkelijk ezelsbruggetje om der Knöchen en der Knochen uit elkaar te halen is
het feit dat enkel en Knöchel allebij op dezelfde letter eindigen, en Knochen en bot niet. dat is bot van het bot, en enkel fijn voor de enkel. Ik hoop dat jullie hier wat aan hebben.

Vriendelijke groet, eragon0MYTHIC.

PS: kijk ook bij mijn grammaticalijsten, er staan een paar hele handige tussen.

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

TrabiTour, deel E

15 alle woordjes, met umlaut en ß