Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Basiswoordenschat Duits NL-DE
› 11 De top 100 Duits
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Basiswoordenschat Duits NL-DE
11 De top 100 Duits
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
achter = hinter achteraan = hinten afgelopen maand = letzten Monat al = schon alleen maar = nur alleen nog = nur noch als = wenn alstublieft (als je iets geeft) = bitte altijd = immer beginnen = anfangen bijna = fast bijvoorbeeld = zum Beispiel bijzonder = besonders bovendien = außerdem daar = dort daarom = darum dat was het = das war es de taal = die Sprache duren = dauern dus = also één (getal) = eins een beetje = ein bisschen eerst = zuerst eet smakelijk = Guten Appetit elke dag = jeden Tag en = und enige = einzige enkele = einige er is/zijn = es gibt even(tjes) = mal geen = kein gelukkig = zum Glück geweest = gewesen gisteren = gestern graag = gerne graag gedaan = gern geschehen / bitte helaas niet = leider nicht het spijt me = Es tut mir Leid Hoe gaat het met je? = Wie geht es dir? hoe vaak = wie oft hoeveel = wie viel houden van = mögen iets = etwas ik wil graag = ich möchte je, men = man juist = genau, gerade klaar = fertig kort = kurz koud = kalt lang = lang(e) maar = aber maken, doen = machen makkelijk = leicht meestal = meistens misschien = vielleicht moeilijk = schwierig mogelijk = möglich morgen = morgen naar = zu naast = neben nergens = nirgendwo nodig hebben = brauchen nogal = ziemlich nooit = nie nu = jetzt of = oder omdat = weil ongeveer = ungefähr ook = auch op maandag = am Montag ophouden, stoppen = aufhören overal = überall pas = erst per week = pro Woche sinds = seit soms = manchmal sorry! = Entschuldigung!/Verzeihung! toch al = sowieso tot ziens = Auf Wiedersehen uit = aus vaak = oft vaker = öfter van...tot = von...bis vandaag = heute veel = viel ver = weit verkeerd = falsch vertellen = erzählen volgende = nächste vooraan = vorne waar = wo waarnaartoe = wohin waarvandaan = woher waarom = warum warm = warm wat = was weinig = wenig wie = wer zodat = so dass
Ingezonden op 11-12-2013 - 4097x bekeken.
Waardering 7.6 (aantal stemmen: 4)
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!