Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Libre Service

2 alle woordjes en zinnen FOUTLOOS! (SMVL)

Jaar 4 (vwo)

le voisin = de buurman
misérable = armetierig
l'enfer (m) = de hel
prier = bidden
rarement = zelden
une condition = een voorwaarde
l'or (m) = het goud
à peine = nauwelijks
un oeil = een oog
une charrue = een ploeg (waarmee je een akker bewerkt)
une diminution = een afname
le but = het doel
gâcher = verpesten
une formation = een opleiding
c'est-à-dire = dat wil zeggen
dépendre de = afhangen van
neutre = onpartijdig
quotidien = dagelijks
une dispute = een ruzie
la moquerie = de spot
une bagarre = een ruzie
consister de = bestaan uit
face à = tegenover, tegen
un avantage = een voordeel
une intervention = een bemiddeling
dès = vanaf
humilier = vernederen
résoudre = oplossen
un participant = een deelnemer
la coopération = de samenwerking
en ce qui concerne = wat betreft
le lieu = de plaats
une bague = een ring
le volontaire = de vrijwilliger
l'utilisateur (m) = de gebruiker
sévère = streng
l'inconscience (f) = de onwetendheid
lorsque = toen
se méfier de = wantrouwen
le panneau = het bord
diffuser = uitzenden
avertir = waarschuwen
particulièrement = in het bijzonder
le siège = de zitplaats
la boucle d'oreille = de oorbel
attentif = oplettend
l'utilisation (f) = het gebruik
faire attention à = opletten
le commerçant = de winkelier
un jugement = een oordeel
de hulp = l'aide (m)
het gaat om = il s'agit de
stelen = voler
een opsporingsbevel = un avis de recherche
de veiligheid = la sécurité
merken = s'apercevoir
dankzij = grâce à
ook = également
erger = pire
een afdruk = une empreinte
voor het geval dat = au cas où
onmiddellijk = immédiatement
proberen = essayer
inbreken = cambrioler
ongeveer = environ
dun = mince
verlichten = éclairer
het jack = le blouson
natuurlijk = évidemment
de dief = le voleur
Het gaat om de bewoners uit de buurt van het station. = Il s'agit des habitants du quartier de la gare.
De politie vraagt dringend om hulp. = La police demande de l'aide immédiatement.
De verdachte probeert in te breken in een auto. = Le suspect essaie de cambrioler une voiture.
De dief ging er snel vandoor. = Le voleur s'est sauvé à toute vitesse.
Zij konden een signalement geven. = Ils ont pu donner un signalement.
De man droeg een rood jack. = L'homme portait un blouson rouge.
Hij is zijn bril verloren. = Il a perdu ses lunettes.
Dankzij meneer Legrand heeft men de dief opgemerkt. = Grâce à M. Legrand on a aperçu le voleur.
De politie leidt een onderzoek. = La police mène une enquête.
Het is voor onze veiligheid. = C'est pour notre sécurité.
le secours = de hulp
négocier = onderhandelen
le motard = de motorrijder
une amende = een boete
le plongeur = de duiker
garer = parkeren
cesser = ophouden
élu = verkozen, uitgeroepen tot
s'éloigner de = afstand nemen van
rappeler = herhalen
en fin de compte = per slot van rekening
dégager = vrijmaken
la circonstance = de omstandigheid
vigilant = oplettend
brûler un feu rouge = door rood licht rijden
un fleuve = een rivier
le taux d'alcool = het alcoholpercentage
sauter = springen
ingrat = ondankbaar
l'excès de vitesse (m) = de snelheidsoverschrijding
zien, opmerken = signaler
de zak = la poche
de zakkenroller = le pickpocket
het uiterlijk = le physique
de schouder = l'épaule (f)
doen aslof = faire semblant de
van leer = en cuir
verlaten = abandonner
buiten = en dehors de 
uitdelen = distribuer
spellen = épeler
verdwijnen = disparaître
je kunt beter = il vaut mieux
de moeite = les efforts (m)
de twijfel = le doute
een jaar geleden = il y a un an
doorbladeren = feuilleter
een geldautomaat = un distributeur
leunen op = appuyer sur
een flauwte = un malaise
Haast je, anders gaan we de trein missen = Dépêche-toi, sinon on va rater le train.
In de tussentijd ben ik daar in die winkel. = Pendant ce temps-là, je serai là-bas dans cette boutique.
Ik kan mijn portemonnee niet vinden. = Je n'arrive pas à trouver mon porte-monnaie.
Een man viel bijna op de grond. = Un homme a failli tomber par terre.
Je kunt beter naar de politie gaan. = Il vaut mieux aller voir la police.
Hij was 1.80m groot. = Il faisait 1m80.
Hij had blond kort haar. = Il avait les cheveux blonds courts.
Het heeft zich afgespeeld in die winkel. = Ça s'est passé dans cette boutique.
Het is een vierkante tas met een rits. = C'est un sac carré avec une fermeture éclair.
Ik ben 16 jaar en ik ben scholier. = J'ai 16 ans et je suis lycéen/lycéenne.

Ingezonden op 18-12-2013 - 18019x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 15-01-2015.
Waardering 8.4 (aantal stemmen: 6)

voting system
1
2
3
4
5

Als er toch nog foutjes inzetten, graag even melden; dan zet ik ze er z.s.m. in!
é = '' + e of Alt (rechts van spatie) + e
è = `~ + e
ç = '' + c
ê = Shift (ingedrukt) + 6 + shift loslaten + e

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Libre Service

2 alle woordjes en zinnen FOUTLOOS! (SMVL)