Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Economie Teun
› 8 Begrippen H1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Economie Teun
, deel 2
8 Begrippen H1
Jaar 5 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Macro-economische variabele die een tegengesteld patroon vertoont met de conjunctuurlijn. = anticyclische variabele. Golfbeweging van de reƫle economische groei. = Conjunctuurbeweging. Macro-economische variabele die de conjunctuurbeweging volgt waarvan de waarde eerder bekend is dan die van het bbp. = Conjunctuurindicator. Lijn die de conjunctuurbeweging weergeeft = Conjunctuurlijn. Situatie waarbij de economie drie kwartalen of meer achter elkaar krimpt. = Depressie. Onderdeel van de economische wetenschap dat zich bezighoudt met het meten en voorspellen van economische verschijnselen met behulp van wiskundige modellen en statistiek. = Econometrie. Situatie waarbij de economie sterker groeit dan de trendmatige groei. = Hoogconjunctuur. Verzameling van goederen en diensten dat met een bepaald inkomen gekocht kan worden. = Koopkracht. Situatie waarbij de economie minder sterk groeit dan de trendmatige groei = Laagconjunctuur. Werkloosheid waar niet voor gekozen is. = Onvrijwillig werkloos. Macro-economische variabele die hetzelfde patroon vertoont als de conjunctuurlijn. = Procyclische variabele. Situatie waarbij de economie twee kwartalen achter elkaar krimpt. = Recessie. Gemiddelde economische groei over een periode van ten minste twintig jaar. = Trendmatige groei. Wisselkoers die vrij varieert en bepaald wordt door de vrije werking van vraag en aanbod. = Variabele wisselkoers. Wisselkoers die niet varieert en eenmalig wordt vastgesteld. = Vaste wisselkoers. Werkloosheid waar voor gekozen is. = Vrijwillig werkloos. Uitkering waarvan de koopkracht niet daalt door de inflatie. = Waardevaste uitkering. Uitkering waarvan de koopkracht meestijgt met de loonontwikkeling. = Welvaartsvaste uitkering. Prijs van een muntsoort uitgedrukt in een andere muntsoort. = Wisselkoers.
Ingezonden op 29-12-2013 - 1676x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!