Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Lingua Latina gymnasium
› 16 PW hoofdstuk 16
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Lingua Latina gymnasium
16 PW hoofdstuk 16
Jaar 2 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
ab/a (abl) = van af ab/a (passivum) = door mors = dood sibi (dat) = zich consciscere, consivi = aandoen autem = maar, echter navigare = varen, bevaren in (abl) = in, op in (acc) = in, naar venire = komen narrare = vertellen ibi = daar cum = toen, als, wanneer cum (abl) = met, samen met vates = ziener, zieneres ad (acc) = naar, bij, tot, tegen ad inferos = naar de onderwereld descendere = afdalen -que = en pater = vader sedere = zitten sedes = zetel, zitplaats, stoel, woonplaats, woning beatus = gelukkig de (abl) = van, van af, over sors, sortis = lot gens, gentis = geslacht, stam, volk rogare = vragen qui, quae, quod = die, dat filius = zoon sumere = nemen gaudium = vreugde, plezier salutare = begroeten, groeten secum = met zich ducere = leiden et = en, ook nunc = nu tibi = jij inquit = zegt hij anima = adem, leven, ziel monstrare = tonen, aanwijzen, wijzen deus = god dea = godin tempus, temporis = tijd lux, lucis = tijd vocare = noemen, roepen tu/te = jij/jou fatum = lot, noodlot docere (2acc) = onderwijzen, informeren videre = zien ille, illa, illud = die, dat rex, regis = koning regnare (gen) = heersen, regeren over, koning zijn arx, arcis = burcht mons, montis = berg ponere = plaatsen, neerzetten, neerleggen, leggen, zetten nomen, nomenis = naam urb, urbis = stad tum = dan, vervolgens, toen nominare = noemen, benoemen sine (abl) = zonder terra = land iam = niet langer, niet meer cuncti = alle prodere = onthullen, meedelen, verraden, stupere = versteld staan, bewonderen sed = maar ecce = kijk condere = stichten, bouwen moena = stadsmuren relinquere = achterlaten, verlaten circumdare = omgeven, omsingelen primus = eerst hic = hier vincere = overwinnen, verslaan finis = einde, doel, grens imperium = heerschappij, macht, rijk, gebed, bevel orbis = kringloop, kring orbis terrarum = wereld, aarde pax, pacis = vrede dare = geven audire = luisteren, horen superbus = hoogmoed, trots propagare = uitbreiden visne = jij wilt ex/e (abl) = uit, van pellere = verdrijven, verslaan civitas = staat, burgerrecht liber = boek, vrij consul = consul triumphus = triomftocht agere = doen magnus = groot, belangrijk ceteri = overige, rest clarus = beroemd, helder, luid, duidelijk dux, ducis = leider, aanvoerder imperator = veldheer, keizer enim = immers, namelijk auctor = stichter, aanstichter, schrijver, stamvader, dader novus = nieuw parere (dat) = gehoorzamen imperium = rijk, macht, bevel, gebed, heerschappij iustus = rechtvaardig populus = volk parcere (dat) = sparen admonere = waarschuwen, herinneren, aansporen, raadgeven memoria = herinnering, geheugen litterae = brief, wetenschap debellare = bedwingen, dwingen
Ingezonden op 27-01-2014 - 1962x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!