Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Salzgitter heute, deel 1

2 Alle woordjes van Kapitel 2 (geen plusjes)

Jaar 1 (havo/vwo)

wakker worden = aufwachen
intussen = inzwischen
de vaat, de afwas = das Geschir
wakker maken, wekken = wecken
opstaan = aufstehen
te laat = zu spät
de taak = die Aufgabe
het ontbijt = das Frühstuck
doe ik = mache ich
de broodjes = die Brötchen
koud = kalt
de melk = die Milch
op tafel = auf dem Tisch
de worst = die Wurst
de kaas = der Käse
de boter = die Butter
de jam = die Marmelade
vandaag = heute
het avondeten = das Abendessen
de pizza, de pizza's = die pizza, die pizzas
alleen, slechts = nur
veel plezier = viel spaß

belangrijk = wichtig
de levensmiddelen = die Lebensmittel
vers = frisch
boven = oben
beneden = unten
kaufen = kopen
de hoeveelheid = die Menge
bevestigen = bestätigen
de winkel, de winkels = der Laden, die Läden
leveren = liefern
beloven = versprechen
gunstig = günstig
trots zijn = stolz sein
vriendelijk = freundlich
betrouwbaar = zuverlässig
de medewerker, de medewerkers = der Mitarbeiter, die Mitarbeiter
het succes = de Erfolg
de trouw = die Treue
overal = überall
iedere dag = jeden Tag
ontbijten = frühstücken
kwart voor acht = Viertel vor acht
vroeg = früh
al = shon
beginnen = beginnen
de school = die Schule
Wanneer ben je uit? = Wann hast du aus?
's morgens = morgens
's middags = nachmittags
de (school)vakantie = die Ferien
de lunch = das Mittagessen
moe = müde
de maandag = der Montag
de dinsdag = der Dienstag
de woensdag = der Mittwoch
de donderdag = der Donnerstag
de vrijdag = der Freitag
de zaterdag = der Samstag
de zondag = der Sonntag
de appel = der Apfel
 
het werk = die Arbeit
de jeugd = Jugendliche
doorbrengen = verbringen
afspreken = sich verabreden
graag = germ
oefenen = üben
de toets = die Klausur
het weer = das Wetter
'savonds = abends
het bezoek = der Besuch
omdat = weil
het uur = die Stunde
tamelijk = ziemlich
meestal = meistens
warme chocolade = heiße Schokolade
bovendien = außerdem
soms = manchmal
het team, de ploeg =die Mannschaft
de volleybalwedstrijd = das Volleyballspiel
televisie kijken = Fersehen gucken
die keuken = die Küche
eens even kijken = mal sehen
waarom = warum
welke =welche
jij neemt = du nimmst
er is, er zijn = es gibt
de vegatariër = der Vegatarier
zonder = ohne
het vlees = das Fleisch
ruilen = umtauschen
het broodje kaas = das Käsebrot
menen = meinen
de egoïst = der Egoist
het eten = das Essen
de ham = der Schinken
de zalm = der Lachs
in geen geval = auf keinen Fall
in ieder geval = auf jeden Fall
kijk eens = schau mal
laat eens zien = zeig mal
het schaap = das Schaf
de herdershond = die Schäferhund
de hand = die Hand
de scholier = der Schüler
dom = dumm
op zondag = am Sonntag
het begint = es fängt
de afspraak = die Verabredung
in de avond =am Abdend
mee eens = einverstanden
Tot zondag = Bis Sonntag!
klaar, gereed = fertig
de bladzijde = die Seite
het kluisje, kastje = der Spind
de rugzak = der Rucksack
Heel leuk! = Ganz toll!
eindelijk = endlich

Ingezonden op 31-01-2014 - 1145x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Alle zelfstandig naamwoorden in het Duits typ je met een HOOFDLETTER.
Der = mannelijk
Die = vrouwelijk
Das = onzijdig
Als ik een fout heb gemaakt hoor ik het graag.

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Salzgitter heute, deel 1

2 Alle woordjes van Kapitel 2 (geen plusjes)