Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Augustinianum duits, deel 2

8 alle woordjes

Jaar 3 (vwo)

Wat vind je van deze muziek? = Was hältst du von dieser Musik
Bevalt het jou in deze plaats? = Gefällt es dir in diesem Ort?
Hans en ik zijn even groot = Hans und ich sind gleich Groß
Ik ben groter dan jij = Ich bin größer als du
Wat zeg jij ervan? = Was sagst du dazu?
Het maakt me niet uit = Es ist mir egal
de buurman = der Nachbar
de buren = die Nachbarn
gebeuren = passieren; geschehen
er is een ongeluk gebeurd = Es ist ein Unfall passiert
toen ik klein was... = Als ich klein war
het mobieltje = das Handy
maar {na ontkenning} = sondern
Niet jij, maar hij zal winnen = Nicht du, sondern er wird gewinnen
noemen = nennen
genoemd = genannt
Ik begrijp er niets van = Ich verstehe nichts davon
Ik kan je niet verstaan = Ich kann dich nicht verstehen
het succes = der Erfolg
de successen = die Erfolge
Veel succes! = Viel Erfolg!
de zee = das Meer; die See
de Noordzee = die Nordsee
de Oostzee = die Ostsee

de Middelandse zee = das Mittelmeer
aan het begin = am Anfang
de woonplaats = der Wohnort
het doel = das Ziel
de doelen = die Ziele
boos; zuur = sauer
Ben je nog boos? = Bist du noch sauer?
Deze melk is zuur = Diese Milch ist sauer
de weersvoorspelling = die Wettervorhersage
bewolkt = bewölkt; wolkig
vaak = oft; häufig
Het is 2 graden onder nul = Es ist 2 Grad unter Null; Es ist minus 2 Grad
Ik ben het ermee eens = Ich bin einverstanden
proberen = versuchen
mooi weer = schönes Wetter
droog = trocken
nat = nass
In wat voor een huis woont hij? = In was für einem Haus wohnt er?
Hij woont in een rijtjeshuis = Er wohnt in einem Reihenhaus
Mijn kamer is erg gezellig = Mein Zimmer ist sehr gemütlich
de geselligheid = die Gemütlichkeit
de flat = das Hochhaus
de flats = die Hochhäuser
het kasteel = das Schloss
de burcht = die Burg
de boerderij = der Bauernhof
ergens = Irgendwo
nergens = nirgendwo
het verzorgingstehuis = das Altenheim
de tent = das Zelt
de tenten = die Zelte
kamperen = zelten
de camping = der Campingplatz
de caravan = der Wohnwagen

Ingezonden op 09-02-2014 - 1634x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 10-02-2014.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

iedereen heel veel succes met zijn proefwerken

meld het even als er iets niet klopt

Vakken

Augustinianum duits, deel 2

8 alle woordjes