Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
XHavo 4
› 0 FA SMOES
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
XHavo 4
0 FA SMOES
Jaar 4 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
c’est une personne/un animal/ une plante qui =Het is een persoon/dier/plant die c’est un homme/une femme qui =Het is een man/een vrouw die c’est une profession de =Het is een beroep van c’est un animal sauvage =Het is een wild dier c’est un animal domestique =Het is een huisdier c’est un animal de la ferme = Het is een dier van de boerderij un insecte = een insect un mammifère = een zoogdier un poisson = een vis un oiseau (zeg: waso) = een vogel un reptile = een reptiel ça se mange = je kunt het eten ça pousse = het groeit c’est un truc/un objet/un appareil = het is een ding c’est ce qu’on fait quand = dat is wat je doet wanneer c’est le travail de quelqu’un qui = het is het werk van iemand die c’est un verbe =het is een werkwoord rouge vif =felrood à rayures =gestreept bleu clair= lichtblauw à carreaux =geruit vert foncé= donkergroen à poids =gestippeld uni =effen à fleurs =gebloemd tacheté =gevlekt en bois van hout en métal =van metaal en plastique= van plastic en argent =van zilver en or =van goud en carton =van karton en tissu =van stof en verre =van glas en coton =van katoen en laine =van wol en fer = van ijzer en soie =van zijde en nylon =van nylon en pierre = van steen qu’on utilise pour = dat je gebruikt voor cela sert à = het dient om c’est une partie de = het is een deel van c’est négatif/positif = het is negatief/positief c’est un genre de = het is een soort van on peut le déplacer = je kunt het verplaatsen c’est un moyen de transport =het is een transportmiddel ça vole = het vliegt ça glisse = het glijdt c’est (une partie d’)un bâtiment = het is een (gedeelte van een )gebouw c’est un endroit où = het is een plek waar c’est une pièce où = het is een vertrek waar c’est dehors/c’est à l’extérieur = het is buiten c’est dedans/c’est à l’intérieur = het is binnen c’est le jour où = het is de dag waarop c’est un bruit = het is een geluid on l’entend quand = je hoort het wanneer Cela (il, elle) ressemble à = het lijkt op Ce n’est pas…. = Het is niet C’est le contraire de… = Het is het tegenovergestelde van… grand =groot petit =klein haut =hoog long =lang court =kort léger =licht lourd=zwaar gros=dik mince=dun rond=rond carré =vierkant ovale=ovaal rectangulaire= rechthoekig 3. KLEUR rouge=rood bleu=blauw vert=groen jaune=geel gris=grijs noir=zwart blanc =wit marron=kastanjebruin brun=bruin violet =paars rose=roze
Ingezonden op 13-02-2014 - 1487x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!