Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
3G Repetitie's en So's
› 4 Repetitie Engels H4 alle leerstof behalve grammatica
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
3G Repetitie's en So's
4 Repetitie Engels H4 alle leerstof behalve grammatica
Jaar 3 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Caribbean = Caribisch found = stichten soca = muziekstijl roots = wortels, oorsprong sparkle = fonkelen roughly = grofweg, ongeveer go from strength to strength = steeds beter worden troupe = groep float = praalwagen wide range of = allerlei verschillende flashy = flitsend, opvallend Indian = Indiaas by the roll = per rol basically = in principe, eigenlijk workshop = studio, werkruimte out of = per carnival = carnaval costume = pak; klederdracht lively = levendig colourful = kleurrijk outfit = outfit, kledingcombinatie decorate = versieren studio = atelier feather = veer sewing machine = naaimachine challenge = uitdaging silver = zilver shiny = glimmend glue = lijm count = tellen enter = meedoen aan enthusiastic = enthousiast studies = studie, lesprogramma plural = meervoud ancient = uit de Oudheid image = beeld cave = grot Empire = Keizerrijk surface = oppervlakte increasingly = steeds meer means = middel lavatory = toilet billboard = reclamebord territory = gebied, territorium signature = handtekening boundary = grens party = partij, groepering used to = deden vroeger altijd canvas = (schilders)doek punishable = strafbaar self-portrait = zelfportret relate to = verband houden met brighten up = opvrolijken art = kunst town = (kleinere)stad write - wrote - written = schrijven bridge = brug property = eigendom spray paint = verf spuiten marker = (markeer)stift; teken mark = markeren, aangeven war = oorlog statement = verklaring, bewering fight - fought - fought = vechten oil = olie arrow = pijl lead to = leiden tot grow up - grew up - grown up = opgroeien teach - taught - taught = lesgeven, leren aan express = uiten broad = breed self-confidence = zelfvertrouwen comedy = blijspel, komedie tragedy = tragedie, treurspel visual = visueel, zichtbaar distraction = afleiding deliberate = opzettelijk pregnant = zwanger across = door heel launch = lanceren, uitbrengen raw = onervaren, ongetraind formal = officieel, formeel qualifications = diploma's, papieren whatever = om het even welke/wat passion = passie on stage = op het toneel play = toneelstuk director = regisseur actually, basically = eigenlijk, in feite a bit = een klein beetje actress = actrice TV series = tv-serie perform = optreden, opvoeren worldwide = wereldwijd New Zealand = Nieuw-Zeeland wish = willen, wensen get in touch with = contact opnemen met shine - shone - shone = stralen, schijnen professor = professor, hoogleraar doctor = iemand met een universitaire graad slide = dia, afbeelding acceptable = aanvaardbaar, acceptabel as far as I am concerned = wat mij betreft special effects = speciale effecten carry on = doorgaan interested = geïnteresseerd suppose = aannemen, geloven, denken operate = bedienen interesting = interessant example = voorbeeld personal = persoonlijk, jouw eigen favourite = favoriete original = origineel beginning = begin, aanvang Goedemiddag, dames en heren. = Good afternoon, ladies and gentlemen. Vandaag ga ik het hebben over... = Today I'm going to talk about... Ik zou het graag hebben over... = I'd like to talk about... Mijn presentatie duurt ongeveer vijftien minuten. = My presentation will take about fifteen minutes. Ik zou u eerst een paar dia's willen laten zien. I'd like to start by showing you a few slides. Op de eerste dia ziet u... = The first slide shows... Ik wil nu verdergaan met het tweede deel van mijn presentatie. = I'd like to move on now to the second part of my presentation. En dat is het einde van mijn presentatie. = And that brings me to the end of my presentation. Heeft iemand vragen? = Does anyone have any questions? Wanneer er geen andere vragen zijn, ga ik naar... = If there are no further questions, I'll move on to... Ik zal het vanaf hier overnemen. = I'll take over from here. Mag ik je een vraag stellen? = Can I ask you a question? Mag ik je even onderbreken? = Can I just interrupt you there? Ik ben bang dat ik het niet met je eens ben op dat punt. = I'm afraid I do not agree with you there. Ik zou twee dingen willen toevoegen. = I'd like to add two things. Zou je ons een voorbeeld kunnen geven? = Could you give us an example? Kun je ons iets vertellen over ...? Can you tell us something about ...? Heb je daar bewijs voor? = Do you have any evidence to support that?
Ingezonden op 14-02-2014 - 1544x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Als er fouten in staan moet je het zeggen,
Succes met leren!
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!