Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Examenidoom Duits
› 2007 Examen idioom 2007-I NL-D
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Examenidoom Duits
2007 Examen idioom 2007-I NL-D
Jaar 6 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
die Mischung = het mengsel, de melange wachsen = groeien schrumpfen = krimpen sich die Waage halten = in evenwicht zijn verheißt, verheißen = beloven der Einklang = de harmonie die Schulmedizin = de officiële geneeskunde heilen = genezen, beter maken nachweisen, nachgewiesen = aantonen, aangetoond der Heuschnupfen = de hooikoorts Kräutersud = kruidenbrouwsel Sud = brouwsel sieden = koken Beschwerden = klachten entzünden = ontsteken Entzündungsstoffe = stoffen die ontstekingen veroorzaken bislang = tot nu toe allerdings = echter der Anspruch = de notie, het streven, de eis die Verlässlichkeit = de betrouwbaarheid das Verfahren = de procedure, de procedé vielmehr = veeleer hiesig = hier ter plaatse das Verständnis = het begrip nachvollziehen = begrijpen, inleven zuordnen = linken aan, categoriseren demnach = dientengevolge Grund = basis ergänzen = aanvullen, complementeren wirksam = effectief gut verträglich = licht verteerbaar die Forschung = het (wetenschappelijk) onderzoek einreichen = inleveren, aanbieden Software abrufen = downloaden das Eilverfahren = de spoedprocedure die Syntax = de zinsbouw die Spende = de gift, de sponsoring die Rechtschreibung = de spelling fordern = eisen das Nachsehen haben = het nakijken hebben der Neueinsteiger = de beginneling der Begriff = het begrip, de term vernünftig = verstandig umsetzen = in praktijk brengen (gevolg geven aan) sich vornehmen = onder handen nemen rückgängig machen = ongedaan maken die kritische Schwelle = het omslagpunt die Schwelle = de drempel einheitlich - eensluidend, unaniem hitzig = verhit beträchtlich = aanzienlijk wächst, wachsen = groeit, groeien der Haushalt = de huishouding die Masse = de massa ausgleichen = compenseren das Gleichgewicht = het evenwicht ausweisen = laten zien, vertonen schmelzen = smelten eintreten = gebeuren, werkelijkheid worden der Treibhauseffekt = het broeikaseffect im Zuge = gepaard gaande met, in het verloop van zurückführen auf = herleiden tot die Befürchtung hegen = de vrees koesteren der Schwellenwert = de grenswaarde zusammenbrechen = ineen storten verhelfen zu = helpen aan, veroorzaken der Kälteeinbruch = de plotseling sterk dalende temperatuur die Bedingung = de voorwaarde, de omstandigheid schwinden = krimpen, minder worden, verdwijnen die Anleitung = de instructie, de aanwijzing fördern = stimuleren, bevorderen die Erschöpfung = de uitputting plädieren für = pleiten voor das Gesetz = de wet, de wetmatigheid Zeit verschleudern = tijd verspillen einsetzen = inzetten verzwickt = verdraaid lastig, ingewikkeld Errungenschaften = verworvenheden verwandeln = veranderen das Erzeugnis = het product die Magisterarbeit = de afstudeerscriptie/doctoraalscriptie tätliche Angriffe = handtastelijke, gewelddadige aanvallen das Wesen = de geaardheid, de aard, het wezen was einem blüht = wat iemand te wachten staat sanft = zacht, zachtmoedig, zachtaardig die Ungeschicklichkeit = de onhandigheid das Bedürfnis = de behoefte überflüssig = overbodig rudimentäres Verständnis = basaal begrip/kennis van die Derbheit = de ruwheid, de grofheid das Gepräge = het stempel, het karakter punkten = scoren grausig = afschuwelijk, huiveringwekkend widerwärtig = weerzinwekkend mithalten können = kunnen bijbenen, meedoen Wortschöpfungen = woordcreaties trotzdem = desondanks zurückobern = heroveren erhaschen = te pakken krijgen rustikal = rustiek, oorspronkelijk, origineel die Unterhaltungsindustrie = de amusementsindustrie die Hiobsbotschaft = de jobstijding, de onheilsboodschap das Fazit = de conclusie Arzneien, Medikamente = medicijnen harmlos = onschuldig, ongevaarlijk der Herzinfarkt = het hartinfarct der Schlaganfall = de beroerte, het attaque ergeben = opleveren, resulteren bewerben = reclame maken voor der Hersteller = de producent Aufsichtsbehörden = toezichtinstanties (van de overheid) offenbar = kennelijk, blijkbaar einlullen = in slaap sussen mangelhaft = gebrekkig, slecht Demoskopie = opinieonderzoek, opiniepeiling anstehen = ophanden zijn, eraan komen die Umfrage = de enquête gewiss = absoluut, zeker Unterhaltung = entertainment irreführend = misleidend das Ergebnis = het resultaat ein verzerrt Bild = een vertekend beeld das Interesse = het belang, de belangstelling Fähigkeiten = capaciteiten die Erkenntnis = het inzicht mittlerweile = inmiddels der Befund = de diagnose anstoßen = initiëren, stimuleren die Umsetzbarkeit = de realiseerbaarheid, het in praktijk kunnen brengen die Erziehung = de opvoeding die Schranke = de slagboom, de barrière Defizite = tekorten, gebreken abbauen = doen afnemen die Förderung = de bevordering, de stimulering die Beschäftigung = het bezig zijn auswerten = evalueren, resultaten bestuderen unbedingt = absoluut, onvoorwaardelijk einschüchtern = intimideren, bang maken Zuständigkeiten = verantwoordelijkheden, verplichtingen der Schritt = de stap die Koedukation = gezamenlijk onderwijs die Monoedukation = apart onderwijs der Ausgleich = de compensatie profundes Wissen = basiskennis die Auseinandersetzung = de ruzie, grondige bestudering of behandeling der Leitfaden = de richtlijn vergeuden = verspillen, verkwisten das kulturministerium = ministerie van cultuur en onderwijs aufgeschlossen stehen gegenüber = openstaan voor ausgerichtet sein auf = gericht op, bedoeld voor das Urheberrecht = het auteursrecht die Bildung = het onderwijs, de vorming angemessen = gepast, passend Anwaltskosten = kosten voor een advocaat die Beschäftigten = de werknemers, employees der öffentliche Dienst = de overheid schätzen = schatten das Gedächtnis = het geheugen das Empfinden = het gevoel jeweils = telkens, steeds, elk Entfernungen = afstanden beeinträchtigen = belemmeren, hinderen
Ingezonden op 26-02-2014 - 1154x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!