Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Lingua Latina gymnasium
› 17 woorden verhaal 17 eerste helft
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Lingua Latina gymnasium
17 woorden verhaal 17 eerste helft
Jaar 2 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
esse = zijn cognomen = bijnaam propinquus = naburig, nabijgelegen urbs = stad diu = lang, lange tijd oppugnare = belegeren, bestormen ubi = waar, zodra, toen neque = en niet, ook niet, maar niet vis = kracht, geweld obsidio, obsidionis = belegering capere = grijpen, pakken, nemen, innemen posse = kunnen dolus = list, bedrog et = en, ook fraus, fraudis = bedrog adhibere = aanwenden, gebruiken, erbij halen, betrekken enim = immers, namelijk Roma = Rome recipere, recipi, receptus = opnemen, ontvangen templum = tempel fundamentum = fundament, basis se recipere = zich terugtrekken iacere, ieci, iactus = werpen, gooien opus, operis = werk, bouwwerk publicus = van de staat, staatsopenbaar, publiek occupare = bezetten, in bezit nemen occupatus (abl) = druk bezig met simulare = doen alsof autem = maar, echter filius = zoon ex composito = volgens afspraak fugere, fugi = vluchten voor, ontvluchten, ontkomen ibi = daar pater = vader crudelitas, crudelitatis = wreedheid fuga = vlucht causa = oorzaak, reden dicere = zeggen, spreken, noemen, bedoelen ad (acc) = naar, bij, tot, tegen vir = man, kerel Gabinus = inwoner van Gabii inquit = zegt hij confugere, confugi = vluchten, zijn toevlucht nemen apud (acc) = bij manere = blijven, machten cupere, cupivi, cupitus = wensen, willen, begeren, verlangen quod = omdat nullus = geen refugium = toevluchtsoord nusquam = nergens a/ab = door tutus = veilig nisi = behalve hostis, hostis = vijand insidiae = hinderlaag, aanslag modo = zojuist, juist, alleen, slechts interficere = doden, ombrengen si = als, indien
Ingezonden op 10-03-2014 - 1943x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!