Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
~ Signaal woorden Duits
› 0 Signaal woorden
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
~ Signaal woorden Duits
0 Signaal woorden
Jaar 5 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
1 auch = ook außerdem, zudem, zusätzlich = bovendien nicht nur ... sondern auch = niet alleen ... maar ook Erstens/Zweitens/Drittens = ten eerste/tweede/derde sowie = evenals; alsook denn = want weil = omdat schließlich = per slot van rekening nämlich = namelijk 2 aber= maar doch = toch jedoch = echter allerdings = echter nicht ... sondern = niet ... maar obwohl = hoewel einerseits ... andererseits = enerzijds ... anderzijds stattdessen = in plaats daarvan deshalb, darum = derhalve; daarom deswegen = daarom; vandaar denn auch = dan ook zum Beispiel = bijvoorbeeld etwa = bijvoorbeeld sogar = zelfs zusätzlich = daar komt bij; daarnaast 3 Aussage = uitspraak Annahme = stelling Verfasser(in) = auteur sich beziehen (sich verhalten) = zich verhouden Beziehung, Verhältnis = verhouding bedeuten = betekenen Bedeutung = betekenis ersetzen = vervangen entsprechen = overeenkomen met behaupten = beweren Behauptung = bewering schliessen aus = concluderen uit 4 Absatz = alinea Satz = zin Zeile = regel Seite = pagina; kant dem 3. Absatz nach = volgens de 3e alinea Ergänzung = aanvulling Erklärung = uitleg; verklaring Bestätigung = bevestiging Beschränkung = beperking; afzwakking Einschränkung = inperking; afzwakking Begründung = verklaring Grund = reden Folge = gevolg Schlussfolgerung = conclusie Gegensatz = tegenstelling Erweiterung = uitbreiding 5 bisher = tot nu toe derzeit = nu häufig = vaak heute = vandaag immer = altijd innerhalb von = in een tijdsbestek van inzwischen = intussen jetzt = nu manchmal = soms nachdem = nadat nie(mals) = nooit nun = nu oft = vaak schließlich = tot slot schon = al; reeds selten = zelden sobald = zodra sofort = meteen während = terwijl; tijdens wann = wanneer wenn ... dann = als ... dan 6 befürchten (Furcht) = vrezen fehlen = ontbreken; missen Fehler = fout kaum = amper; nauwelijks Lüge = leugen mangeln = ontbreken; missen mangelhaft = gebrekkig Opfer = slachtoffer scheitern = mislukken vernachlässigen = nalaten; niet goed verzorgen verschwinden = verdwijnen warnen vor = waarschuwen voor; afraden Erfolg (erfolgreich) = succes erlaubt = toegestaan gelingen = lukken Lösung = oplossing richtig = juist sich freuen (froh) = blij zijn wichtig = belangrijk
Ingezonden op 15-03-2014 - 924x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
07-04-2014
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!