Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
bvdb woordjes :)
› 4 vocabulaire 4.1 t/m 4.3
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
bvdb woordjes :)
, deel 1
4 vocabulaire 4.1 t/m 4.3
Jaar 2 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
malade = ziek fatigué(e) = moe grave = erg, ernstig être en retard = te laat zijn avoir mal = pijn hebben partout = overal le dos = de rug le bras = de arm la jambe = het been la tête = het hoofd la bouche = de mond le muscle = de spier la peau = de huid la fièvre = de koorts le médecin = de huisarts le rendez-vous = de afspraak l'interro(gation) = de schriftelijke overhoring bouger = bewegen penser = denken appeler = bellen espérer = hopen il faut = je moet bien sûr = natuurlijk heureusement = gelukkig possible = mogelijk à tout à l'heure = tot straks hier = gisteren déjà = al 4.2 le corps = het lichaam l'œil m, les yeux = het oog, de ogen le nez = de neus l'oreille v = het oor la dent = de tand le pied = de voet la main = de hand le doigt = de vinger l'os, les os = het bot, de botten le cheveu, les cheveux = de haar, de haren le cœur = het hart le sang = het bloed l'adulte = de volwassene le monde = de wereld l'aliment m = het voedingsmiddel découvrir = ontdekken avoir besoin de = nodig hebben moins = minder plus = meer c'est-à-dire = dat wil zeggen son (sa) propre = zijn eigen 4.3 la santé = de gezondheid l'hôpital m = het ziekenhuis le plâtre = het gips la béquille = de kruk la radio = de rontgenfoto le docteur = de arts l'épaule v = de schouder le ventre = de buik le mouvement = de beweging l'excercice m = de oefening sain(e) = gezond ensuite = vervolgens la semaine dernière = vorige week la semaine prochaine = volgende week le vélo = de fiets la voiture = de auto bête = stom terrible = vreselijk quelques = enkele faire attention = opletten marcher = lopen répéter = herhalen glisser = uitglijden montrer = laten zien mesurer = meten obtenir = verkrijgen
Ingezonden op 16-03-2014 - 874x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!