Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Diversen Duits

0 Trügerische Stile

Jaar 4 (havo/vwo)

Es wäre nicht richtig zu behaupten = Het zou niet juist zijn om te beweren
bei uns auftauchte = bij ons opdook
Geschichte = verhaal
kurz vor Ladenschluss = kort voordat de winkels sloten
neue Klamotten brauchten = nieuwe kleren nodig hadden
erledigte = afhandelen
auf den letzten Drücker = op het laatste moment
Die Zwillinge = de tweeling
niedlich = schattig
als habe sie sich verlaufen = alsof ze de weg kwijt geraakt was
etwas nicht stimmte = iets niet klopte
mich mit Luise geprügelt = met Luise gevochten
im Hinblick auf ihre Kleidung = wat haar kleding betreft
ein tiefer Kratzer = een diepe kras
quer = dwars
keinen richtigen Grund, außer vielleicht der Tatsache = geen echte rede, behalve misschien het feit
Mist gebaut = een rotzooitje van gemaakt
keine Absicht = niet expres
zuckte nur die Achseln = haalde alleen maar haar schouders op
keine Ausnahme gebildet = geen uitzondering op geweest
etwas leiser = een beetje zachter
schlimm gewesen = erg geweest
eine ordentliche Ausbildung zu ermöglichen = een fatsoenlijke opleiding mogelijk te maken
Paps räusperte zich = Papa schraapte zijn keel
der Rasen gemäht = het gras gemaaid
Wir hatten Oma versprochen es ihr zu überlassen = We hadden oma beloofd het aan haar over te laten
Zwischenfall = incident
Spitznamen = bijnaam
zu demselben Ergebnis = tot hetzelfde resultaat
Geschirrtuch = theedoek
wie ein zu enger Käfig = als een te nauwe kooi
ging mir nicht aus dem Sinn = kon ik maar niet loslaten
nicht durch ihren Lärm geweckt = niet door haar lawaai gewekt
Sie hockte auf der obersten Treppenstufe = Ze zat op de bovenste traptrede
Sie legte größten Wert darauf = ze vond het heel belangrijk
unglaublich hässlicher Goldfisch = ongelofelijk lelijke goudvis
summen = neuriën
Segelboot = zeilboot
erwischt = te pakken gehad; geraakt
eine Flasche Sekt springen lassen = een fles bruisende wijn geopend
Vertreter bei einer Versicherungsagentur = vertegenwoordiger bij een verzekeringsmaatschappij
Gummistiefeln = rubberlaarzen
Aufmerksamkeit = aandacht
Stummheit = zweigen
schimpfend wie ein Rohrspatz = scheldend als een viswijf
Papa ist doof! = Papa is stom!
nicht leiden = niet uitstaan
nun sei doch mal vernünftig = wees nou eens verstandig
Stefan war vor vier Wochen = Stefan was vier weken geleden
Auseinandersetzung = woordenwisseling
von mir aus = Ik vind het best
ohnehin mitnehmen = sowieso meenemen
Wiesen = weilanden
Hügeln des Mittelgebirges = heuvels van het middengebergte
Sehr witzig = Heel grappig
Mittlerweile = er vandoor gingen
Sie erfasste die Lage sofort = Ze had meteen door wat er aan de hand was
Sarg = grafkist
ihr stiller Kummer = haar stille verdriet
Schluchzen = snikken
Erschöpfung = uitputting
Das hätten wir so gut wie geschafft = We zijn er bijna
Felswänden = rotswanden
Unregelmäßige Schatten = onregelmatige schaduwen
Der Pegel = het waterpeil
eine scharfe Linkskurve = een scherpe bocht naar links
der linke Vorderreifen des Busses platzte = de linker voorband van de wagen knalde
Höllenlärm = gigantisch lawaai
vorsichtig Bremsen = voorzichtig remmen
behutsamen Gegenlenken = behoedzaam tegensturen
während = terwijl
für das Verhalten ihres Vaters entschuldigen = voor het gedrag van haar vader verontschuldigen
kein Zuckerschlecken = geen pretje
hübsch = knap
Auf solche Nachbarn kann ich verzichten = Zulke buren kunnen me gestolen worden
Ersatzreifen = reservewiel
der Wagenheber = de krik
hielten zusammen wie Pech und Schwefel = steunden elkaar door dik en dun
Rückseite = achterkant
mit hellem Kies = met licht gekleurde kiezelstenen
wie frisch gestrichen = alsof het net geschilderd is
unmittelbar hinter dem Haus = direct achter het huis
erhob niemand Einspruch = was er niemand op tegen
feierlich = plechtig
aus dem Rinnstein = uit de goot
Maulwurf = mol
aus demselben Grund = om dezelfde reden
jederzeit anwenden zu können = elk moment te kunnen gebruiken
unheimlich = luguber
Wenn ihr etwas nahe ging = Als haar iets dichtbij kwam
hinter einem Witz = achter een grapje
Schrank = kast
Gebäuden = gebouwen
Pola verdrehte entnervt die Augen = Pola draaide geïrriteerd met haar ogen
sah ihn herausfordernd an = keek hem uitdagend aan
was mir nicht passte = wat mij dwars zat
auf Anhieb = meteen
erwähnte = noemde
hockt sie bei den Felsen unten am See = zit ze bij de rots beneden bij het meer
Bist du scharf auf sie, oder? = Het je een oogje op haar hé?
aber sie hat mich abblitzen lassen = maar ze heeft me afgepoeierd
Vielleicht ist sie stumm. = Misschien is ze doofstom.
Ich verabredete mich mit ihm = Ik sprak met hem af
Krimi = detective
viel belebter = veel drukker
verrückt nach Märchen = gek op sprookjes
Unhold = monster
sich verirrt hatten = de weg kwijtgeraakt waren
in den Flur = op de gang
ausgiebig = uitvoerig
Bootssteg = steiger
dreckigen Klamotten = vieze kleren
von zu Hause abgehauen = weggelopen van thuis
Trautes Heim, Glück allein = Oost West, Thuis Best
warum du sie auf einmal in Schutz nimmst = waarom je het opeens voor haar opneemt
hielt aber nie lange an = duurde nooit lang
das herauszufinden = om dat ooit te ontdekken
betont lässig = nadrukkelijk relaxed
funkeiten wir uns an = keken we elkaar boos aan
zuckte sie mit den Achsein = haalde ze haar schouders op
Was sonst noch so anfällt? = Wat kan er verder nog gebeuren?
wird mir schwindelig = word ik draaierig
sich etwa verknallt = soms verliefd?
von ihm einschüchtern = door hem bang te maken
eifersüchtig = jaloers
Wird schon schief gehen = Zal wel lukken
Krach = ruzie
erstaunlich geschickt = verrassend handig
wie eine Schnecke = als een slak
Den Strauß roter Blumen = De bos rode bloemen
Sie lächelte = ze glimlachte
unwiderstehlich = onweerstaanbaar
eine Sitzbank zu ergattern = een zitbank te pakken te krijgen
hatte mir auf Anhieb gefallen = sprak mij meteen aan
Forstwirtschaft = bosbouw
in dieser Gegend = in deze streek
auf der Stelle = ter plekke
die Decke = de deken
Ich setzte mich ruckartig auf = Ik zat meteen recht op in bed.
vor wenigen Wochen = enkele weken geleden
Es war ausgleichende Gerechtigkeit = Het was terecht.
daze überreden konnte = er toe kon overhalen
stülpte die Unterlippe vor = stak haar onderlip naar voren
das werde ich mir unterwegs einfallen lassen = dat bedenk ik onderweg
Lichtung = open plek
elfenbeinweißen = ivoorwitte
ich muss mal eben austreten = ik ga even plassen
ständig nach ihr Ausschau gehalten = telkens naar haar uitgekeken
gespenstisch = spookachtig
sehr aufbrausend = heel opvliegend
das wir einander ähnlich waren = dat we iets gemeenschappelijk hebben
Ihre Schlussfolgerung = Haar conclusie
Ohne Regung = Zonder beweging
ringsumher = rondom
Es ist hübsch = Het is mooi
offensichtlich = kennelijk
Sie zögerte und überlegte = Ze hield in en dacht na
wie ein abstraktes Gemälde = als een abstract schilderij
ergänzen = aanvullen
überfordert = dat het te veel, te moeilijk is
Kannst du abhaken = kun je vergeten
die Beine in den Bauch stehen = wacht tot ik een ons weeg
Reg dich ab = Maak je niet druk
Ungeheuer = monster
Sträucher = struiken
Schöne Pleite = dikke pech
verkratzt = zo onder de krassen
ob sie mir die Lüge abgekauft hatte = of ze mijn leugen geloofde
nie offen zeigte = nooit openlijk lieten blijken
Er zerbrach daran = Hij ging eraan kapot
blieb auf der Strecke = kon het vergeten
Ihr fehlte mijn Wärme = Ze miste mijn warmte
eine Menge falsch gemacht = een hoop verkeerd gedaan
persönliches Versagen = persoonlijk falen
Hinweis auf Notwendigkeiten = verwijzing naar dingen die nodig waren
Behauptung = bewering
anders erziehen = anders opvoeden
wie gelähmt = als verlamd
auch kenne nennenswerten Enttäuschungen = ook geen noemenswaardige teleurstellingen
zu bequem dazu = te gemakzuchtig daarvoor
Angesischts ihrer Lage = gezien hun situatie
und ich war stolz darauf = en ik was er trots op
Gewitter = onweer
ein bisschen zusammenreißen = zich een beetje inhouden
mit ihrer Wechselhaftigkeit = met haar wisselturigheid
Naturgesetz = natuurwet
beschränkte er sich = beperkt hij zich
Frevel = zonde
auffordernd = aanmoedigend
jeder Einzelne = elk individu
auf die kalten Fliesen = op de koude tegels
verrückt werden = gek worden
traf ich eine Entscheidung = nam ik een beslissing
Fass bloß nichts an = Blijf overal af
Was zum Teufel bildest du dir eigentlich ein? = Wat denk je nou eigenlijk?
Ich komme allein klar, vielen Dank. = Ik red me wel, bedankt.
das gehetzte Tier = het opgejaagde dier
Trotz = koppigheid
hohes Fieber = hoge koorts
bestürzt = ontzet
erschöpft = uitgeput
wie ein Metzger = als een slager
wird angezeigt = wordt aangifte gedaan
Bürgersteige = trottoirs
Bahnhofsgaststätte = stationsrestauratie
ohne Unterlass = zonder onderbreking
der Erdrutsch = de aardverschuiving
die falschen Schlüsse gezogen = de verkeerde conclusies getrokken
Erpressung = chantage
beschützen = beschermen
Wimmern = jammeren

Ingezonden op 20-03-2014 - 1132x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Woordenlijst bij Trügerische Stille van Andreas Steinhöfel

Er zijn meer woorden en zinnen, maar ik heb degene met een kruisje erachter overgeslagen.

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Diversen Duits

0 Trügerische Stile