Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Onbekende methode
› 3 begrippen thema 3 (deel 1)
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Onbekende methode
3 begrippen thema 3 (deel 1)
Jaar 5 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Actieven = De mensen die betaald werk verrichten Actieve solidariteit = Met veel inspanning andere mensen helpen Afhankelijkheidstheorie = Derdewereldlanden worden arm gehouden door het rijke westen. Arbeidsethos = De mate waarin arbeid een belangrijke plaats inneemt in het leven van mensen Arbeidsmoraal = De redenen waarom mensen werken Bedrijfscultuur = Wijze waarop leiding en personeel met elkaar omgaan. Behoeftebeginsel = De hoogte van de uitkering is zo hoog dat men precies krijgt wat met nodig heeft om minimaal van te kunnen leven Beschavingsoffensief = De poging van elite tussen 1870 en 1945 om de arbeiders een net leven bij te brengen Brede verzorgingstaat = Samenleving met een grote collectieve sector CAO = Collectieve arbeidsovereenkomst Collectieve sector = Deel van de economie dat door de overheid gefinancieerd wordt. Conflictdenken = Werkgevers en werknemers hebben tegengestelde belangen. Crisis van de verzorgingsstaat = Grote onenigheid over de inrichting van de verzorgingsstaat. Commerciƫle zenders = Kranten en omroepen die in particulier bezit zijn. Denivellering = Inkomensverschillen vergroten Duaal omroepbestel = Bestel met publieke en commerciƫle tv-zenders. Egalitaire samenleving = Samenleving waar geen sociale ongelijkheid is. Equivalentiebeginsel = Hoe meer premie een werknemer betaald heeft, hoe langer en hoger de uitkering is. Formele solidariteit = Solidariteit vastgelegd in wetten Gemengde economische orde = Verhouding tussen de particuliere en de collectieve sector. Gesloten samenleving = Samenleving waar me in zijn eigen sociale laag blijft. Globalisering = Mensen, goederen, diensten en geld stromen steeds sneller en verder over de heel wereld Half-open samenleving = Samenleving waar de sociale mobiliteit beperkt is. Harmoniedenken = Werkgevers en werknemers hebben gemeenschappelijke belangen Individualisering = Mensen willen zoveel mogelijk hun eigen individuele keuzen bepalen Informele solidariteit = Wijze waarop mensen zelf hulpbehoevenden helpen Koppeling = De uitkeringen en het wettelijk minimumloon stijgen met hetzelfde percentage als de gemiddelde COA-lonen Krimpeconomie = Samenleving waarin de totale welvaart daalt of krimpt. Kwaliteit van de arbeid = De arbeidsomstandigheden waaronder gewerkt wordt. Kwantiteit van de arbeid = De hoeveelheid werk die er is.
Ingezonden op 31-03-2014 - 597x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!