Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Krullebol
› 40414 Hoofdstukken 31 en 32 Frans deel 3
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Krullebol
, deel 3
40414 Hoofdstukken 31 en 32 Frans deel 3
Jaar 5 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
semer le doute = twijfels zaaien avoir le tort de = het nadeel hebben s'imaginer = zich inbeelden cependant = toch s'appuyer sur = steunen op d'une part = enerzijds d'autre part = anderzijds le raisonnement = redenering en ce qui concerne = wat betreft quant à = wat betreft l'idée préconçue = vooroordeel prendre tournure = wending nemen la divergence d'opinion = meningverschil aborder un sujet = onderwerp aansnijden clore = afsluiten vraisemblable = geloofwaardig pas conséquent = daarom sans aucun doute = ongetwijfeld la raison = reden convaincre = overtuigen le point de vue = standpunt/visie s'en tenir à = zich houden aan le prétexte = smoes opportun/e = gepast/juist mentir = liegen continuer = doorgaan l'ambiguïté (f) = onduidelijkheid bien entendu = natuurlijk en dernier ressort = in laatste instantie s'avérer = blijken te zijn à proprement parler = op zich notamment = met name certes = zeker d'autant plus que = temeer daar le contraire = het tegenovergestelde soutenir = volhouden de plus = bovendien les propos = uitspraak se forger une opinion = zich een mening vormen le bon sens = gezond verstand la réflexion= het nadenken illustrer ses propos = je uitspraken illustreren si bien que = zodat il va sans dire = het spreekt voor zich en outre = daarbij B. il ressort de ... que = het blijkt uit ... dat ainsi que = zoals de toute façon = in ieder geval approbateur/rice = instemmend il résulte de = het blijkt uit souligner = benadrukken; onderstrepen grâce à = dankzij en définitive = uiteindelijk étant donné = gezien nier = ontkennen affirmer = beweren autrement dit = anders gezegd néanmoins = toch; desalniettemin être sur la bonne voie = goed op weg zijn; op de goede weg zijn en revanche = daarentegen à l'opposé de = tegengesteld aan
Ingezonden op 04-04-2014 - 1814x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!