Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Grammatikhilfe

16 Het sterke werkwoord in de verleden tijd en het voltooid deelwoord (2) FOUTLOOS!

Jaar 4 (Gymnasium)

geven = geben - gab - gegeben - gibt
grijpen = greifen - griff - gegriffen
groeien = wachsen - wuchs - gewachsen - wächst
hangen = hängen - hing - gehangen
heffen,tillen = heben - hob - gehoben - hebt
helpen = helfen - half - geholfen - hilft
heten = heißen - hieß - geheißen
houden = halten - hielt - gehalten - hält
komen = kommen - kam - gekommen
krijgen = bekommen - bekam - bekommen
laten = lassen - ließ - gelassen - lässt
lenen = leihen - lieh - geliehen
lezen = lesen - las - gelesen - liest
liegen = lügen - log - gelogen
liggen = liegen - lag - gelegen
lijden = leiden - litt - gelitten
(ge)lukken = gelingen - gelang - gelungen
(hard)lopen = laufen - lief - gelaufen - läuft
mijden = meiden - mied - gemieden
nemen = nehmen - nahm - genommen - nimmt
overwegen = erwägen - erwog - erwogen
raden = raten - riet - geraten - rät
rijden (op dier) = reiten - ritt - geritten
rijden, varen = fahren - fuhr - gefahren - fährt
roepen = rufen - rief - gerufen
scheiden = scheiden - schied - geschieden
schieten = schießen - schoss - geschossen
schijnen = scheinen - schien - geschienen
schreeuwen = schreien - schrie - geschrien
schrijven = schreiben - schrieb - geschrieben
schrikken = erschrecken - erschrak - erschrocken - erschrickt
slaan = schlagen - schlug - geschlagen - schlägt
slapen = schlafen - schlief - geschlafen - schläft
sluiten = schließen - schloss - geschlossen
snijden = schneiden - schnitt - geschnitten
spreken = sprechen - sprach - gesprochen - spricht
springen = springen - sprang - gesprungen
staan = stehen - stand - gestanden - steht
stelen = stehlen - stahl - gestohlen - stiehlt
sterven = sterben - starb - gestorben - stirbt

Ingezonden op 07-04-2014 - 2934x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Ik heb ook nog bij de afwijkende werkwoorden 3e persoon ev tt (e-i-wechseln en a--)ä) erachter gezet

Succes!

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Grammatikhilfe

16 Het sterke werkwoord in de verleden tijd en het voltooid deelwoord (2) FOUTLOOS!