Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Praedinius studeo woordenlijst
› 0 1050-1150
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Praedinius studeo woordenlijst
0 1050-1150
Jaar 5 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
pecus, pecoris = vee pondus, ponderis = gewicht praeceptum = voorschrift supra + acc. = boven supra adv. = (er)boven aestimo, aestimare = schatten, menen fateor, fatēri = bekennen, toegeven fatēri + stt = fatēri, fassus sum - bekennen, toegeven hora = uur, tijdstip memini, meminisse + gen. = zich herinneren (perf.) sensus, sensus = gevoel spargo, spargere 2x = 1 strooien, (be)sprenkelen 2 verspreiden spargere + stt = spargere, sparsi, sparsum - 1 strooien, (be)sprenkelen 2 verspreiden consisto, consistere = blijven staan consistere + stt = consistere, stiti - blijven staan quies, quietis = rust auctoritas, auctoritatis = gezag, invloed cupiditas, cupiditatis = begeerte, verlangen deligo, deligere = uitkiezen deligere + stt = deligere, delegi, delectum – uitkiezen necessarius = noodzakelijk curo, curare = zorgen voor, verzorgen sacrum = offer sors, sortis = toeval, (nood)lot extra + acc = buiten extra adv. = buiten oro, orare (per) = smeken (bij) postea adv. = later tango, tangere = aanraken tangere + stt = tangere, tetigi, tactum - aanraken validus = krachtig flecto, flectere = buigen flectere + stt = flectere, flexi, flexum - buigen pedes, peditis = soldaat te voet, infanterist adduco, adducere = brengen naar, drijven tot adducere + stt = adducere, adduxi, adductum - brengen naar, drijven tot plerique, pleraeque, pleraque = (de) meeste(n) ruo, ruere 2x = 1 stormen 2 (in)storten ruere + stt = ruere, rui, (rutum) - 1 stormen 2 (in)storten certamen, certaminis = strijd, wedstrijd pendeo, pendēre, pependi = hangen, zweven pendēre + stt = pendēre, pependi - hangen, zweven praeceps, praecipitis = hals over kop, steil quotiens adv. 2x = 1 hoe vaak 2 zo vaak als colloco, collocare = (bij elkaar) plaatsen iustus 2x = 1 rechtvaardig 2 juist respicio, respicere = terugkijken, omkijken respicere + stt = respicere, respexi, respectum - terugkijken, omkijken nuntio, nuntiare = berichten desidero, desiderare 2x = 1 missen 2 verlangen naar posterus = volgend, later posteri, posterorum = nakomelingen postremo = tenslotte postremum = tenslotte privatus 2x = 1 persoonlijk, privé- 2 burger (subst.) tener, tenera, tenerum = fijn, teer, zacht contendo, contendere 3x = 1 spannen 2 zich uitstrekken 3 zich haasten contendere + stt = contendere, contendi, contentum remitto, remittere = terugzenden, terug laten gaan remittere + stt = remittere, remisi, remissum - terugzenden, terug laten gaan tenuis = dun gladius = zwaard imago, imaginis 2x = 1 beeld, afbeelding 2 schim necessitas, necessitatis = nood(zaak), behoefte difficilis = moeilijk equitatus, equitatus = ruiterij, ridder vestigium = (voet)spoor converto, convertere 2x = 1 omdraaien 2 wenden, richten convertere + stt = convertere, converti, conversum - 1 omdraaien 2 wenden, richten frustra = tevergeefs incido, incidere = vallen in, terechtkomen in incidere + stt = incidere, incidi - vallen in, terechtkomen in reus 2x = 1 aangeklaagde 2 schuldige revertor, verti = terugkeren reverti + stt = reverti, reversus sum - terugkeren utilis = nuttig insidiae, insidiarum = hinderlaag labor, labi = glijden labi + stt = labi, lapsus sum – glijden surgo, surgere = opstaan, oprijzen surgere + stt = surgere, surrexi, surrectum - opstaan, oprijzen praetor, praetoris = pretor magistraat arx, arcis = burcht curro, currere = rennen currere + stt. = currere, cucurri, cursum - rennen immo 2x = 1 ja zelfs 2 integendeel vaco, vacare (+ abl.) = vrij zijn (van) veto, vetare = verbieden vetare + stt = vetare, vetui, vetitum - verbieden exitus, exitus 2x = 1 uitgang 2 einde, afloop maritus = echtgenoot onus, oneris = last, vracht opinio, opinionis = mening perfero, perferre 2x = 1 verdragen 2 brengen, berichten perferre + stt = perferre, pertuli, perlatum – 1verdragen 2 brengen, berichten porta = poort rectus = recht, juist conficio, conficere 2x = 1 vervaardigen 2 afmaken conficere + stt = conficere, confeci, confectum - 1 vervaardigen 2 afmaken nefas (onverb.) = misdaad, vergrijp, schande
Ingezonden op 21-04-2014 - 637x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
19-05-2014
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!