Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Conversation française
› 1 leçon 23
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Conversation française
, deel 1
1 leçon 23
Jaar 6 (volksuniversiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
een kleine spreekbeurt houden = faire un exposé de lezing = la conférence de dissel = le timon de dokwerker = le docker de dertiger jaren van de vorige eeuw = les années trente du siècle dernier het bleekneusje = la personne pâlotte de zandverstuiving = les sables mouvants het ven = le marais; la mare graven = creuser de bosrand = la lisière de dorpsrand = le bord; l'entrée du village; la sortie du village in het wild leven = vivre à l’état sauvage de boswachter = le garde forestier het hert = le cerf de ree; de hinde = la biche het wilde zwijn = le sanglier de vos = le renard de voederplaats = l'endroit où l'on nourrit les animaux aanleggen = construire {une route e.g.} de flora en de fauna = la flore et la faune het vogelhuis = la mangeoire de Kooi = la cage het zaad = la graine de koolmees = la mésange charbonnière de pimpelmees = la mésange bleu de kuifmees = la mésange huppé de staartmees = la mésange à longue queue de vink = le pinson de goudvink = le bouvreuil de groenling = le verdier het roodborstje = le rouge-gorge een heggenmus = un accenteur mouchet de huismus = le moineau domestique de huismus (persoon) = être casanier een grote bonte specht = un pic épeiche; une épeiche schuchter = timide de ekster = le pie de houtduif = le pigeon ramier de boomklever = la sitelle de uil = la chouette de lijster = la grive de laatkomer = le retardataire; la retardataire de studenten kwamen druppelsgewijze binnen = les étudiants arrivent au compte-gouttes de opbergruimte = le débarras {in een woning} zich ontdoen van = se débarrasser de het afvalverwerkingsbedrijf = la déchetterie de Franse kringloopwinkel = Emmaüs {entre autres} het busje; de kleine vrachtauto = la fourgonnette het heen en weer rijden; het komen en gaan = les allées et venues de katrol = la poulie smal = étroit de steekwagen; de duivel = le diable het grof vuil = les encombrants in de weg staan = encombrer de vloerbedekking = le revêtement de sol het houtwerk = la boiserie verhuizen = déménager intrekken; in huis verhuizen = emménager het is mijn ding niet = ce n'est pas mon truc een bescheiden prijs = un prix modique de huur = le loyer inrichten = aménager de vliering = le comble het kurk = le liège heel nieuwsgierig = vouloir tout savoir et rien payer {familier} het openbaar vervoer = le transport en commun het busstation = la gare routière van beneden = du dessous van boven = du dessus van hiernaast = d'à côté van hier tegenover = d'en face de overbuurman = le voisin d'en face een frisse neus halen = prendre l'air
Ingezonden op 28-04-2014 - 938x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
29-05-2014
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
la leçon a été corrigée par Fatima Beddar, professeur de Volksuniversiteit Amstelland
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!