Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
wontwork: talen
› 100 H1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
wontwork: talen
100 H1
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
{I} het antwoordapparaat = der Anrufbeantworter {-} het beroep = der Beruf {-e} het bezoek = der Besuch {-e} het briefje ; blaadje = der Zettel {-} de cv = der Lebenslauf {" -e} de echtgenoot = der Ehemann {" -er} de enveloppe = der Briefumschlag {" -e} het familielid = der Verwandte {-n} de gast = der Gast {" -e} de humor = der Humor het identiteitsbewijs ; het ID = der Ausweis {-e} de jongere = der Jugendliche {-n} de kus = der Kuss {" -e} de oom = der Onkel {-} de partner = der Partner {-} het paspoort = der Reisepass {" -e} de ruzie = der Streit {-e} de staat = der Staat {-en} de staatsburger = der Staatsbürger {-} het standpunt = der Standpunkt {e} het tijdstip ; de afspraak = der Termin {-e} de vent ; de kerel = der Typ {-en} de vereniging = der Verein {-e} de volwassene = der Erwachsene {-n} de vreemdeling = der Fremde {-n} de woonplaats = der Wohnort {-e} de afspraak = die Verabredung {-en} de briefkaart ; de ansichtkaart ; de brief = die Postkarte {-n} de dame = die Dame {-n} de discussie = die Diskussion {-en} de echtgenote = die Ehefrau {-en} het figuur = die Figur {-en} het gesprek ; de conversatie = die Unterhaltung {-en} de handtekening = die Unterschrift {-en} de hoofdstad = die Hauptstadt {" -e} de jeugd = die Jugend de regio = die Region {-en} de relatie = die Beziehung {-en} de stemming = die Stimmung {-en} de tante = die Tante {-n} de uitnodiging = die Einladung {-en} de vergadering = die Versammlung {-en} het verjaardagsfeest = die Geburtstagsfeier {-n} het afscheidsfeest = das Abschiedsfest {-e} de baby = das Baby {-s} het buitenland = das Ausland het document = das Dokument {-e} het gesprek = das Gespräch {-e} het gezicht = das Gesicht {-er} het lid = das Mitglied {-er} de ontmoeting = das Treffen {-} het team = das Team {-s} {II} aanbieden = anbieten - bot an - angeboten afgesproken hebben met = verabredet sein mit - war - gewesen beledigen = beleidigen bidden = beten contacten onderhouden = Kontakte pflegen deelnemen aan = teilnehmen an - nahm teil - teilgenommen discussiëren met … over = diskutieren mit … über ergens vreemd zijn = irgendwo fremd sein familie zijn van = verwandt sein mit geloven in = glauben an groeien = wachsen - wuchs - gewachsen het (on)eens zijn = (nicht) einverstanden sein iets meebrengen ; -nemen = etwas mitbringen - brachte mit - mitgebracht langskomen bij = vorbeikommen bei - kam vorbei - vorbeigekommen leren kennen = kennen lernen liegen = lügen - log - gelogen met ‘je’ aanspreken = duzen met ‘u’ aanspreken = siezen met elkaar spreken over = sich unterhalten über - unterhielt - unterhalten naar bed gaan met = schlafen mit - schlief - geschlafen noemen = nennen - nannte - genannt overtuigen = überzeugen reageren = reagieren ruziën = sich streiten samen zijn met = zusammen sein mit - war - gewesen samenwonen = zusammenleben scheiden = sich trennen schenken = schenken schrikken = erschrecken - erschrak - erschrocken trouwen = heiraten van beroep zijn = von Beruf sein van mening zijn = der Meinung sein vertrouwen = vertrauen {+3} verwachten = erwarten {III} actief = aktiv als ; indien = wenn als laatste = letztens Afrikaans = afrikanisch Amerikaans = amerikanisch Australisch = australisch Aziatisch = asiatisch bekend = bekannt beleefd = höflich blond = blond donker = dunkel dus = also ernstig ; werkelijk = ernst europees = europäisch gelukkig = glücklich gescheiden ; apart = getrennt gescheiden = geschieden grappig = lustig hoe = wie hoewel = obwohl homoseksueel = homosexuell laf = feige licht = hell lui = faul moedig = mutig nadat = nachdem nerveus = nervös nieuwsgierig = neugierig of {als voegwoord} = ob of {bij keuze} = oder omdat = weil ondanks = trotzdem onsympathiek = unsympathisch passief = passiv persoonlijk = persönlich samen = zusammen samen ; gemeenschappelijk = gemeinsam slank = schlank sportief = sportlich teder ; liefdevol = zärtlich ten eerste = erstens terwijl = während toen = als toevallig = zufällig trots = stolz vlijtig = fleißig volgens mij = meiner Meinung nach want = denn
Ingezonden op 16-05-2014 - 1058x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!