Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Frans Lee
› 12 Vocabulaire
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Frans Lee
, deel 1
12 Vocabulaire
Jaar 2 (aso)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Le brouillard = de mist le ciel = de hemel un orage = een onweer une tempête = een storm baisser = dalen, verminderen, zakken souffler = blazen sembler = lijken, schijnen il semble que luc viendra = het schijnt dat luk zal komen le nord = het noorden le sud = het zuiden l'est = oosten l'ouest = het westen au nord de Francfort = ten noorden van Frankfurt au sud de Grand = ten zuiden van Gent à l'est d'Arlon = ten oosten van Aarlen à l'ouest de Venise = ten westen van Venetië un mur humide = vochtig haut = hoog (m) haute = hoog(f) hout = hoog(m) bas = laag (m) basse = laag(f) frais = fris(m) fraîche = fris (f) sec = droog(m) sèche = droog(f) ensoleillé = zonnig(m) ensoleillée = zonnig(f) nuageux = bewolkt(m) nuageuse = bewolkt(f) orageux = onweerachtig(m) orageuse = onweerachtig(f) pluvieux = regenachtig(m) pluvieuse = regenachtig(f) bouche=mond couper=snijden cuire=koken fondre= smelten mélanger= mengen traduction=vertaling vitesse=snelheid une assiette = een bord un couteau = een mes une fourchette= een vork une cuillère = een lepel la vaisselle = de vaat faire la vaisselle = de vaat doen - afwassen une recette = een recept une légume = een groente un oeuf = een ei un potage de tomates = een tomanten soep la poudre = het poeder le riz = de rijst un gâteau aux pommes = een appel taart l'appétit = de eetlust ajouter = toevoegen optellen casser = breken stukmaken compter = tellen rekenen humide = vochtig haute = hoog mouillée (f) = nat (f) mouillé (m) = nat (m) bas (m) = laag (m) basse (f) = laag (f) ensoleillée (f)= zonnig (f) nuageuse (f) = bewolkt (f) orageuse (f)= onweerachtig (f) pluvieuse (f)= regenachtig (f) ensoleillé (m)= zonnig (m) nuageux (m) = bewolkt (m) orageux (m)= onweerachtig (m) pluvieux (m)= regenachtig (m) couper en quatre = in vieren snijden fondre = smelten griller = roostseren mélanger = mengen tourner = roeren bouillir = koken cuire = bakken - koken ouvrir = openen - opendoen - opengaan lourd (m) = zwaar(m) lourde (f) = zwaar(f) prudent (m) = voorzichtig (m) inquiet (m) = ongerust(m) sérieux(m) = ernstig (m) sérieuse(f) = ernstig (f)
Ingezonden op 25-05-2014 - 1561x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
19-06-2014
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!