Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Libre Service, deel B

6 Unite 6 alle woordjes en zinnen

Jaar 4 (vwo)

Frans – nederlands :
le monde = de wereld
la pauvreté = de armoede
les habits = de kleding
préserver = beschermen
cultiver = verbouwen
cueillir = oogsten; plukken
les centres d’intérêt = de bezigheden
je m’en fous = dat kan mij niet schelen
la pîqure = de inenting
les conditions de vie = de leefomstandigheden
dans le domaine de = op het gebied van
l’enrichissement (m) = de verrijking
le sens = de betekenis
disponible = beschikbaar
l’esprit (m) = de geest
exigeant = veeleisend
le profit = de winst
l’association (f) = de vereniging
la tâche = de taak
imposer = opleggen
la contribution = de bijdrage
acquérir = verkrijgen
à partir de = vanaf
le citoyen = de burger
la limite = de grens
l’ouverture (f) = de opening
au sein de = in het kader van
le défi = de uitdaging
construire = bouwen
le bénévole = de vrijwilliger
souffrir = lijden
le tort = het ongelijk
une obligation = een verplichting
un témoignage = een getuigenis
se défendre = zich verdedigen
consacrer = besteden
la fuite = de vlucht
sauver = redden
se souvenir de = zich herinneren
une façon = een manier
négliger = verwaarlozen
aggraver = verergeren
écarter = verspreiden
éviter = vermijden
un frein = een rem
jurer = zweren
confier = toevertrouwen
saisir = grijpen
ne … nulle part = nergens
divertir = ontspannen
le sentier = het voetpad
vivable = leefbaar
fournir = leveren
un mégot = een peuk
émettre = uitzenden
diminuer = verminderen
viable = haalbaar
récupérer = ontvangen; terugkrijgen
naître = geboren worden
tout de suite = direct; meteen
dû à = te wijten aan
récompenser = vergoeden
équitable = eerlijk
ramasser = oprapen
durable = duurzaam
les emballages (m) = de verpakking
branché = trendy
obtenir = verkrijgen
bruyant = luidruchtig
polluer = vervuilen

Nederlands- frans
verzekeren = assurer
het recht = le droit
het doel = le but
beperken = limiter
de staat = l’état
de val = la chute
vrijmaken = libérer
minderjarig = mineur
de schade = le dommage; les dégâts
rondlopen = circuler
het afval = les déchets (m)
verantwoordelijk = responsable
de kosten = les frais (m)
de toegang = l’accès (m)
de openingstijden = les heures d’ouverture
redelijk = raisonnable
de waarschuwing = l’avertissement (m)
het eigendom = la propriété
de plek = le site
eisen = exiger
zich haasten = se dépêcher 
de reden = la raison
verminderen = réduire
de sms = le texto 
overtuigen = convaincre
het spijt me = je suis désolé(e)
bij = auprès de
het nadeel; het ongemak = l’inconvénient (m)
ophangen = raccrocher
zo = tellement
vanaf = à partir de
de inspanning = l’effort (m)
zich herinneren = se souvenir de
onderscheiden = distinguer
weigeren = refuser
doen walgen; tegenstaan = dégoûter
de leugen = le mensonge
sinken = puer
beweren = prétendre
het bureau = l’agence (f)
zinnen :
Wij nemen liever de metro. = Nous préférons prendre le métro.
Het milieu moet beschermd worden. = Il faut protéger l’environnement.
Ik houd van fietsen. = J’aime faire du vélo.
Hij is niet tevreden over zijn vakantie. = Il n’est pas content de ses vacances.
Ik heb geen zin om te komen. = Je n’ai pas envie de venir.
Iedereen moet een beetje moeite doen. = Tout le monde doit faire un petit effort.
Het spijt me, het is vervelend. = Je suis désolé(e), c’est ennuyeux.
Vanaf die dag eet ik vis. = A partir de ce jour-là, je mange du poisson.
Zij zijn op de hoogte van de problemen. = Ils sont au courant des problèmes.
Mijn nieuwe school bevalt goed. = Ma nouvelle école me plaît bien.
Na 23.00 uur is muziek verboden. = Après 23h00, la musique est interdite.
Je moet de anderen respecteren. = Il faut respecter les autres.
’s Avonds is het strand gesloten. = Le soir, la plage est fermée.
Er was veel schade = Il y avait beaucoup de dégâts.
Je bent verantwoordelijk voor de veiligheid. = Tu es responsable pour la sécurité.
Er is veel lawaai bij de buren. = Il y a beaucoup de bruit chez les voisins.
De plaatsen waren klein maar schoon. = Les sites étaient petits mais propres.
Laat het afval niet in de tent staan. = Ne laissez pas les déchets dans la tente.
De snelheid is beperkt tot 10 km/u. = La vitesse est limitée à 10 km/h.
Wat zijn de kosten? = Quels sont les frais?
Zinnen van de toets :
De politie is verantwoordelijk voor de veiligheid = la police est responsable pour la sécurité
Sinds 2005 ben ik vegetarier = Depuis 2005, je suis végétarien(ne)
Er is veel geluid bij de buren = il y a beaucoup de bruit chez les voisins
Laat je afval niet achter in de tent = ne laissez pas les déchets dans la tente
Bent u op de hoogte van de problemen = vous êtes au courant des problèmes
Op zondag is de winkel gesloten = le dimanche, le magasin est fermé
Ik heb geen zin om er heen te gaan = je n’ai pas envie d’y aller
Het huis is klein maar schoon = la maison est petite mais propre
Iedereen moet een klein beetje moeite doen = chacun doit faire un petit effort
Maxime heeft een stommiteit begaan = maxime a fait une bêtise

Ingezonden op 01-06-2014 - 1250x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Staat niet op volgorde maar op taal, dus nl-fr en fr-nl bij elkaar en de zinnen ook apart

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Libre Service, deel B

6 Unite 6 alle woordjes en zinnen