Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Woorden IBL
› 8 German Ch8, 4-5
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Woorden IBL
8 German Ch8, 4-5
Jaar 1
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
die Reihenfolge, -n = volgorde erledigen, erledigt, hat erledigt = uitvoeren dringend = dringend unbedingt = beslist, absoluut letzter, letzte; letzter/letzte; letzte, r; letzter = laatste zurechtlegen, legt zurecht, hat zurechtgelegt = klaarleggen das Geschenk, -e = geschenk besorgen, besorgt, hat besorgt = zorgen voor/bezorgen heraussuchen, sucht heraus, hat herausgesucht = uitkiezen weil = omdat das Stichwort, -wörter = trefwoord es klappt (nicht); es klappt nicht = het lukt (niet) intern = intern stattfinden, findet statt, hat stattgefunden = plaatsvinden die Verschiebung, -en; die Verschiebungm -e = uitstel/verschuiving der Geschäftspartner, - = zakenpartner plötzlich = plotseling Betreff = betreft (brief) Betr: = betreff Sehr geehrte Frau/geehrter Herr; sehr geehrte Frau/geehrter Herr; Sehr geehrte Frau/geehrter Herr, = beste mevrouw/meneer oben gennant = bovengenoemd(e) o.g. = oben gennant absagen, sagt ab, hat abgesagt = afzeggen dazwischenkommen, kommt dazwischen, ist dazwischengekommen = ertussen komen verschieben, verschiebt, hat verschoben = uitstellen/verplaatsen vereinbaren, vereinbart, hat vereinbart = overeenkomen, afspreken das Verständnis = begrip Mit freundlichen Grüßen; mit freundlichen Grüßen = met vriendelijke groet, vorziehen, zieht vor, hat vorgezogen = vervroegen die Geschäftsführung, -en = bedrijfsleiding/management die Rückkehr = terugkeer verrückt = gek, krankzinnig die Hausaufgabe, -n = huiswerk die Werkstatt, -stätten = werkplaats, garage spazieren gehen, geht spazieren, ist spazieren gegangen; spazieren gehen, geht spazieren, ist spazierengegangen = gaan wandelen die Sache, -n = zaak, ding zu tun haben, hat zu tun, hat zu tun gehabt = te doen hebben keine Lust = geen zin die Lust; die lust = zin denken, denkt, hat gedacht = denken installieren, installiert, hat installiert = installeren niemand = niemand wissen, weiß, hat gewusst = weten das Auftragsbüro, -s = bemiddelingsbureau
Ingezonden op 03-06-2014 - 624x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!