Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Woorden IBL
› 9 German Ch9
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Woorden IBL
9 German Ch9
Jaar 1
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
die Einweisung, -en = installatie bedienen, bedient, hat bedient = bedienen die Datei, -en = file öffnen, öffnet, hat geöffnet = openen das Kennwort, wörter / das Passwort, -wörter; das Passwort/Kennwort, -wörter; das Pass/Kennwort, -wörter; das Kenn/Passwort, -wörter = wachtwoord der Benutzername, -n = gebruikersnaam einschalten, schlatet ein, hat eingeschaltet; einschalten, schaltet ein, hat eingeschaltet = aanzetten anschließen, schließt an, hat angeschlossen = aansluiten die Eingabe, -n = input bestätigen, bestätigt, hat bestätigt; befestigen, befestigt, hat befestigt / bestätigen, bestätigt, hat bestätigt = bevestigen fortsetzen, setzt fort, hat fortgesetzt = voortzetten der Betreuer, - = begeleider erklären, erklärt, hat erklärt = uitleggen Interesse zeigen, zeigt Interesse, hat Interesse gezeigt = interesse tonen wiederholen, wiederholt, hat wiederholt = herhalen zuhören, hört zu, hat zugehört = luisteren aktiv = actief nachfragen, fragt nach, hat nachgefragt = navraag doen signalisieren, signalisiert, hat signalisiert = signaleren der Knopf, Knöpfe = knop drücken, drückt, hat gedrückt = drukken die Bedienungsanleitung, -en = gebruiksaanwijzing der Scanner, - = scanner trennen, trennt, hat getrennt = losmaken/verbreken der Adapter, - = adapter die Störung, -en = storing einlegen, legt ein, hat eingelegt = doen in, leggen in die Schaltfläche, -n = 'button' (webpagina) klicken, klickt, hat geklickt = klikken das Laufwerk, -e = drive das Startmenü, -s = startmenu abwarten, wartet ab, hat abgewartet = wachten op folgen, folgt, ist gefolgt = volgen ausschalten, schlatet aus, hat ausgeschaltet; ausschalten, schaltet aus, hat ausgeschaltet = uitschakelen starten, startet, hat gestartet = starten einweisen, weist ein, hat eingewiesen = installeren/inwerken die Taste, -n = toets/knop in Betrieb nehmen, nimmt in Betrieb, hat in Betrieb genommen = in gebruik nemen der DVD-Player, - = DVD-speler der Overheadprojektor, -en = overheadprojector die Tabellenkalkulation, -en = spreadsheet die Textverarbeitung, -en = tekstverwerker der Akku, -s = accu der Stecker, - = stekker einstecken, steckt ein, hat eingesteckt = insteken die Beschädigung, -en = beschadiging der Defekt, -e = gebrek, defect gestört = verstoort beschädigt = beschadigt defekt = kapot die Lösung, -en = oplossing der Kaffeeautomat, -en = koffieapparaat die Scheibe, -n = schijf/autoruit zerbrochen; zerbrochen/gebrochen = gebroken austauschen, tauscht aus, hat ausgetauscht / verwechseln, verwechselt, hat verwechselt; austauschen, tauscht aus, hat ausgetauscht = verwisselen der Schlauch, Schläuche = slang undicht = lek/niet dicht die Schraube, -n = schroef locker = los die Birne, -n = peer/gloeilamp feststellen, stellt fest, hat festgestellt = vastzetten/vaststellen der Verkäufer, - = verkoper die Überschrift, -en = opschrift/titel der Abschnitt, -e = paragraaf die Garantie, -n = garantie fertigen, fertigt, hat gefertigt = vervaardigen deshalb = daarom die Qualität = kwaliteit beheben, behebt, hat behoben = herstellen der Austausch = ruil zusenden, sented zu, hat zugesendet; zusenden, sendet zu, hat zugesendet = toezenden der Kaufbeleg, -e = aankoopsbewijs der Versuch, -e = poging der Mangel, Mängel = mankement der Anspruch, Ansprüche; der Anspruch, -sprüche = aanspraak/eis/reicht fallen, fällt, ist gefallen = vallen speichern, speichert, hat gespeichert = opslaan stehen bleiben, bleibt stehen, ist stehen geblieben = staan blijven leer = leeg das Benzin = benzine gerissen = geslepen/sluw/gescheurt verstellt = verplaatst dauern, dauert, hat gedauert = duren Hilfe! = Help! spinnen, spinnt, hat gesponnen = spinnen abstürzen, stürzt ab, ist abgestrürzt; abstürzen, stürzt ab, ist abgestürzt = crashen (pc) die Verbindung, -en; verbinden, verbindet, hat verbunden = verbinden der Druckkopf, -köpfe = drukkop (printer) reinigen, reinigt, hat gereinigt = reinigen der Ausdruck, -e = print/afdruk sauber = schoon die Vermutung, -en = vermoeden/veronderstelling die Ursache, -n = oorzaak das Handbuch, -bücher = handboek einstellen, stellt ein, hat eingestellt = instellen die Tastatur, -en = toetsenbord die Meldung, -en = melding ausgeben, gibt aus, hat ausgegeben = verstrekken, afgeven die Schnittstelle, -n = interface (verwerkt info) der Treiber, - = stuurprogramma klemmen, klemmt, hat geklemmt = klemmen der Gegenstand, -stände = voorwerp, ding/onderwerp, thema vermuten, vermutet, hat vermutet = vermoede melden, meldet, hat gemeldet = melden tatsächlich = inderdaad beseitigen, beseitigt, hat beseitigt = verhelpen befestigen, befestigt, hat befestigt; befestigen, befestigt, hat befestigt / bestätigen, bestätigt, hat bestätigt = bevestigen kompatibel = compatibel entfernen, entfernt, hat entfernt = verwijderen beliebig = willekeurig der Fachmann, -männer = vakman anbieten, bietet an, hat angeboten = aanbieden komplett = compleet zuzüglich = vermeerderd met , plus zzgl. = zuzüglich MwSt. = btw Mehrwertsteuer = belasting toegevoegde waarde gleichwertig = gelijkwaardig betriebsbereit = gebruiksklaar passend = passen/gepast die Feststellung, -en = constatering verschmutzt = bevuilt gebrochen; zerbrochen/gebrochen = gebroken der Filter, - = filter verstopft = verstopt ersetzen, ersetzt, hat ersetzt = vervangen abdichten, dichtet ab, hat abgedichtet = afsluiten aufladen, lädt auf, hat aufgeladen = opladen säubern, säubert, hat gesäubert = schoonmaken gar nicht = helemaal niet scannen, scannt, hat gescannt = scannen die Software, -s = software der Motor, -en = motor ausbauen, baut aus, hat ausgebaut = uitbereiden, vergroten die Maßnahme, -n = maatregel schiefgehen, geht schief, ist schiefgegangen = mislopen entstehen, entsteht, ist entstanden = onstaan die Lieferung, -en = levering die Rechnung, -en = factuur bitten, bittet, hat gebeten = verzoeken entgegennehmen, nimmt entgegen, hat entgegengenommen = aannemen, in ontvangst nemen die Reparaturannahme, -n = reparatie aanname die Kopie, -n = kopie mündlich = mondeling die Panne, -n = panne, defect betrieblich = bedrijfs- die Regel, -n = regel beachten, beachtet, hat beachtet = in acht nemen schriftlich = schriftelijk übermitteln, übermittelt, hat übermittelt = zenden verärgert = geïrriteerd der Lieferant, -en = leverancier die Qualitätskontrolle, -n = kwaliteitscontrole die Tagesordnung, -en = agenda (niet schriftelijk) aufschreiben, schreibt auf, hat aufgeschrieben = opschrijven der Techniker, - = technicus das Management, -s = management ermitteln, ermittelt, hat ermittelt = vaststellen erarbeiten, erarbeitet, hat erarbeitet = uitwerken die Verbindung, -en = verbinding
Ingezonden op 03-06-2014 - 762x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!