Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Woorden IBL
› 3 German Ch3 3-5
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Woorden IBL
3 German Ch3 3-5
Jaar 1
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
die Verabredung, -en = afspraak die E-Mail, -s = email zu Hause = thuis anstrengend = inspannend/vermoeiend die Pause, -n = pause alle = allemaal der Feierabend, -e = na het werk / eind van de werktijd ein bisschen = een beetje zu Abend essen, isst zu Abend, hat zu Abend gegessen = avond eten (wW) oft = vaak das Restaurant, -s = restaurant essen gehen, geht essen, ist essen gegangen = uit eten gaan schneel; schnell = snel dienstlich = officieel, dienst-, werk- privat = privé die Antwort, -en = antwoord gerade = juist/net der Stress; der Stress, - = stress absolut = aboluut Gruß! = groetjes! die Einladung, -en = uitnodiging der Chef, -s = baas der Professor, -en = professor/leraar der Ehemann, -männer = echtgenoot die Ehefrau, -en = echtgenote die Freizeit = vrijetijd das Hobby, -s = hobby zeichnen, zeichnet, hat gezeichnet = tekenen das Kino, -s = bioscoop Sport treiben, treibt Sport, hat Sport getrieben = sporten der Spaziergang, -gänge = wandeling genug = genoeg joggen, joggt, hat gejoggt = joggen Fahrrad fahren, fährt Fahrrad, ist Fahrrad gefahren = fietsen warum? = waarom? Musik hören, hört Musik, hat Musik gehört = muziek luisteren selten = zelden furchtbar = vreselijk müde = moe schlafen, schläft, hat geschlafen = slapen fernsehen, sieht fern, hat ferngesehen = tv kijken putzen, putzt, hat geputzt = schoonmaken die Wohnung, -en = woning vielleicht = misschien toll = geweldig, fantastisch warten, wartet, hat gewartet = wachten das Wochenende, -n = weekend immer = altijd wenig = weinig manchmal = soms, af en toe Spaß machen, macht Spaß, hat Spaß gemacht = leuk zijn lieber = liever wandern, wandert, ist gewandert = wandelen nie = nooit vergleichen, vergleicht, hat verglichen = vergelijken beliebt = gelieft die Freizeitbeschäftigung, -en = vrijetijdsbesteding das Konzert, -e = concert die Gartenarbeit = het in de tuin werken das Tennis = tennis singen, singt, hat gesungen = zingen das Computerspiel, -e = computerspel die Gitarre, -n = gitaar Gitarre spielen, spielt Gitarre, hat Gitarre gespielt = gitaar spelen das Personalbüro, -s = uitzendbureau tanzen, tanzt, hat getanzt = dansen die Pforte, -n = poort/deur/ingang ausfüllen, füllt aus, hat aus gefüllt; ausfüllen, füllt aus, hat ausgefüllt = invullen Grüß Gott! = welkom! sich freuen, freut sich, hat sich gefreut = zich verheugen, blij zijn wünschen, wünscht, hat gewünscht = wensen der Aufenthalt, -e = verblijf, verblijfsplaats die Unterschrift, -en = handtekening der Pförtner, - = portier das Wetter = weer warm = warm schwierig = moeilijk zeigen, zeigt, hat gezeigt = laten zien/(aan)wijzen die Anweisung, -en = opdracht/bevel/aanwijzing holen, holt, hat geholt = halen bringen, bringt, hat gebracht = brengen der Lexikonartikel, - = artikel in encyclopedie das Lexikon, Lexika = woordenboek/encyclopedie der Artikel, - = artikel einsetzen, setzt ein, hat eingesetzt = inzetten/beginnen der Unternehmer, - = ondernemer das Fahrrad, -räder = fiets
Ingezonden op 06-06-2014 - 699x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!