Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Woorden IBL
› 4 German Ch4
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Woorden IBL
4 German Ch4
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
der Drucker, - = printer der Bestellschein, -e = bestelformulier der Bildschirm, -e = beeldscherm das Faxgerät, -e = faxapparaat die Lampe, -n = lamp der Stuhl, Stühle = stoel das Regal, -e = rek/schap/(boeken)plank die CD, -s = cd der Laptop, -s = laptop das Kopierpapier = kopieerpapier das Papier = papier der Kopierer, - = kopieerapparaat die Bestellnummer, -n = bestelnummer die Menge, -n = hoeveelheid die Anzahl; die Anzahl, -en = aantal die Bezeichnung, -en = benaming der Einzelpreis, -e = prijs per stuk der Preis, -e = prijs der Gesamtpreis, -e = totaalprijs bestellen, bestellt, hat bestellt = bestellen kein .. mehr = geen .. meer der Bedarf = behoefte die Druckerpatrone, -n = print cartridge das Gewicht; das Gewicht, - = gewicht die Länge = lengte die Rolle, -n = rol das Stück = stuk(s) das Gramm, - = gram der Pack, -en; der Pack, -en / der Anzug, Anzüge = pak das Blatt, Blätter = blad, vel das Paket, -e = pakket der Meter, - = meter die Diskette, -n = diskette das Klebeband, -bänder = plakband der Ordner, - = Ordner der Briefumschlag, -schläge; der Briefumschlag, -umschläge = envellop das Kabel, - = kabel der Kugelschreiber, - = balpen das Kassenbuch, -bücher = bonnenboekje der Wagen, - = wagen(auto) mieten, mietet, hat gemietet = huren das Sekretariat, -e = secretariaat der Konferenzraum, -räume = vergaderzaal die Bank, -en = bank (geld) der Besucherempfang; der Besucherempfang, -e = bezoekersbalie/receptie der Empfang; der Empfang, -e = receptie die Autovermietung, -en = autoverhuur der Bahnhof, -höfe = station das Reisezentrum, -zentren = kaartjesbalie am Telefon = aan de telefoon die Fahrkarte, -n = kaartje/vervoersbewijs Ich hätte gern ..; ich hätte gern .. = .. graag der Zucker; der Zucker, - = suiker Ich würde gern ..; ich würde gern; ich würde gern .. = ik zou graag .. Auf Wiederhören; auf Wiederhören; Auf Wiederhören! = tot horens die Auskunft, Auskünfte; die Auskunft, -künfte = informatie notieren, notiert, hat notiert = noteren einladen, lädt ein, hat eingeladen = uitnodigen informieren, informiert, hat informiert = informeren anrufen, ruft an, hat angerufen = opbellen das Angebot, -e = aanbod/aanbieding der Zoom, -s = zoom der Laser, - = laser das Notebook, -s = notebook die Festplatte, -n = hardeschijf die Kamera, -s = camera bewährt = betrouwbaar klein = klein praktisch = praktisch der Prozessor, -en = processor der Anschluss, -schlüsse; der Anschluss, Anschlüsse = aansluiting modern = modern bilig; billig = goedkoop zu = voor (voor 100 euro) suchen, sucht, hat gesucht = zoeken der Schreibtisch, -e; der Schreibtisch/das Büro = bureau/schrijftafel kosten, kostet, hat gekostet = kosten bequem = gemakkelijk, aangenaam elegant = elegant breit = breed wie teuer .. ?; wie teuer? = hoe duur..? klar / deutlich; deutlich/klar = duidelijk die Kaffemaschine, -n; die Kaffeemaschine, -n = koffiezetapparaat der Beamer, - = beamer der Katalog, -e = catalogus der Bürobedarf = kantoorbenodigdheden die Möbel = meubels die Maschine, -n = maschine der Projektor, -en = projector sich entscheiden, entscheidet sich, hat sich entschieden = een beslissing nemen begründen, begründet, hat begründet = motiveren, staven das Frühstücksbüfett, -s = ontbijtbuffet das Büfett, -s = buffet der Orangensaft, -säfte = sinaasappelsap der Joghurt, -s = yoghurt das Müsli, -s = musli das Ei, -er = ei das Brötchen, - = broodje das Obst = fruit das Brot, -e = brood der Aufschnitt = broodbeleg (kaas/vlees) das Getränk, -e = drank(je) die Orange, -n = sinaasappel der Apfel, Äpfel = appel die Banane, -n = banaan die Traube, -n = druif der Käse, -; der Käse = kaas die Wurst = worst der Schinken, -; der Schinken = ham die Salami, -s = salami die Milch = melk der Kaffee,-; der Kaffee = koffie der Apfelsaft, -säfte = appelsap der Tee, -; der Tee = thee wofür; wofür? = waarvoor die Absicht, -en = bedoeling die Geschäftsreise, -n / die Dienstreise, -n = zakenreis die Erholung = ontspanning, rust der/die Reisende, -n = reiziger bieten, bietet, hat geboten = aanbieden die Einrichtung, -en = voorziening die Oper, -n = opera siezen, siezt, hat gesiezt = u zeggen duzen, duzt, hat geduzt = jij zeggen fliegen, fliegt, hat geflogen = vliegen buchen, bucht, hat gebucht = boeken für wen? = voor wie reservieren, reserviert, hat reserviert = reserveren die Dienstreise, -n; die Dienstreise, -n / die Geschäftsreise, -n; die Dienstreise, -n / Geschäftsreise, -n = zakenreis die Kleidung / Bekleidung; die Kleidung = kleding verreisen, verreist, ist verreist = op reis gaan der Kleiderschrank, -schränke = kledingkast der Schrank, Schränke = kast die Socke, -n = sok der Sommermantel, -mäntel = zomerjas der Mantel, Mäntel = jas leicht = licht das Bekleidungsgeschäft, -e = confectiewinkel / winkel voor werkkleding das Kleidungsstück, -e = kledingstuk sportlich = sportief die Jeans, -; die Jeans = spijkerbroek modisch = in de mode, modieus dunkel = donker das Kostüm = kostuum/(mantel)pakje das Kleid, -er = jurk der Schuh, -e = schoen das T-Shirt, -s = t-shirt das Fitness-Training, -s = fitnesstraining kühl = koel, fris der Koffer; der Koffer, - = koffer allein = alleen mitnehmen, nimmt mit, hat mitgenommen = meenmen die Dauer = duur der Markt, Märkte = mark wählen, wählt, hat gewählt = kiezen die Größe = grootte/maat frisch = vers die Bluse, -n = bloes der Pullover, - = trui die Hose, -n = broek der Rock, Röcke = rok der Anzug, Anzüge; der Pack, -en / der Anzug, Anzüge = pak das Hemd, -en = overhemd die Krawatte, -n = stropdas
Ingezonden op 06-06-2014 - 777x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!