Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Woorden IBL
› 5 German Ch5
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Woorden IBL
5 German Ch5
Jaar 1
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
der Arbeitstisch, -e = werktafel der Tisch, -e = tafel die Unordnung = wanorde unter = onder der Papierkorb, -körbe = papiermand mindestents; mindestens = minstens liegen, liegt, hat gelegen = liggen der Terminkalender, - = agenda der Kalender = kalender und so weiter = enzovoorts außerdem = bovendien die Kaffeetasse, -n = koffiekopje die Tasse, -n = kopje der Aktenordner, - = ordner, aktemap das Telefonbuch, -bücher = telefoonboek denn = dan, toch da = daar die Pinnwand, -wände = prikbord hängen, hängt, hat gehangen = hangen der Plan, Pläne = plattegrond/plan neben = naast der Schlüssel, - = sleutel die Ansichtskarte, -n = ansichtkaart das Schild, -er = label/naamplaat (op deur) der Bleistift, -e = potlood zwischen = tussen vor = voor hinter = achter die Tür, -en = deur da sein, ist da, ist da gewesen = er zijn der Platz, Plätze = plaats das Fenster, - = raam der Monitor, -e = monitor der Rechner, - = computer/rekenaar krank = ziek die Ordnung = orde die U-Bahn, -en; die U-Bahn,-en = metro der Übersichtsplan, -pläne = overzichtskaart die Übersicht, -en = overzicht die Linie, -n = lijn halten, hält, hat gehalten = stoppen von .. nach = van.. naar enden, endet, hat geendet = eindigen die Station, -en = station man = men umsteigen, steigt um, ist umgestiegen = overstappen in Richtung = in de richting / richting einsteigen, steigt ein, ist eingestiegen = instappen aussteigen, steigt aus, ist ausgestiegen = uistappen die Wegbeschreibung, -en = de wegwijzing (uitleg) die Beschreibung, -en = beschrijving am besten = het best(e) ankommen, kommt an, ist angekommen = aankomen entschuldigen, entschuldigt, hat entschuldigt = verontschuldigen das Ziel, -e = doel/bestemming zu Fuß = te voet die Straßenbahn, -en = tram der Stadtplan, -pläne = plattegrond v/d stad die Ecke, -n; die Ecke = hoek der Marktplatz, -plätze = marktplein die Kreuzung, -en = kruising abbiegen, biegt ab, ist abgebogen = afslaan geradeaus = rechtdoor wohin? = waarheen? steigen, steigt, ist gestiegen = (in)stappen dahin = daarheen/erheen der Notizzettel, - = notitiepapiertje der Zettel, - = briefje/papiertje vortragen, trägt vor, hat vorgetragen = voordragen/vertellen oben = boven unten = onder informieren, informiert, hat informiert = informeren der Regenschirm, -e = paraplu weg sein, ist weg, ist weg gewesen = weg zijn der Boden, Böden = bodem/grond tun, tut, hat getan = doen die Garderobe, -n = garderobe, kapstok an ihrer Platz stellen, stellt an ihren Platz, hat an ihren Platz gestellt; an ihren Platz stellen, stellt an ihren Platz, hat an ihren Platz gestellt = op hun plaats zetten die Altpapiertonne, -n = oudpapierbak das Altpapier = oudpapier die Tonne, -n = ton/vat legen, legt, hat gelegt = leggen die Schublade, -n = (schuif)lade unterstreichen, unterstreicht, hat unterstrichen = onderstrepen der Bus, -se = bus der Büromüll = kantoorafval der Müll = afval die Verpackung, -en = verpakking der Biomüll = groenafval der Restmüll = restafval die Flasche, -n; die Flasche, 0n = fles die Illustrierte, -n = geïllustreerd tijdschrift die Dose, -n = doos das Heft, -e = schrift der Beutel, - = zak(je) der Käserest, -e = kaasresten der Käse, - = kaas der Rest, -e = rest der Becher, -e = beker die Folie, -n = folie der Tetrapak, -s = tetrapak (kartonmerk) der Karton, -s = karton / kartonnedoos das Glas = glas der grüne Punk; der grüne Punkt = groene punt (op verpakkingen) die Pappe, -n = karton die Batterie, -n = batterij einrichten, richtet ein, hat eingerichtet = inrichten die Wand, Wände = muur unterwegs = onderweg die Hauptverkehrszeit, -en = spits(uur) der Verkehr = verkeer das Radio, -s = radio die Durchsage, -n = bericht, mededeling Achtung! = opgepast! der Autofahrer, - = automobilist der Fahrer, - = chauffeur/bestuurder wegen = wegens/vanwege die Bauarbeiten = werk aan de wg gesperrt = afgesloten der Stau, -s = file der Fehler, - = fout die Stadtmitte; die Stadtmitte, -n = stadscentrum schließlich = eindelijk/ tenslotte aufhängen, hängt auf, hat aufgehängt = ophangen beraten, berät, hat beraten = adviseren entscheiden, entscheidet, hat entschieden = beslissen passieren, passiert, ist passiert = gebeuren der Anruf, -e = telefoontje zuerst = eerst/voor het eerst dort = daar, ginds die EDV = informatieverwerking die Rezeption, -en = receptie (bijeenkomst) der Vorschlag, -schläge; der Vorschlag, Vorschläge = voorstel das Argument, -e = argument die Halle, -n = hal/lobby der Zoo, -s = dierentuin wollen, will, hat gewollt = willen der Vortrag, Vorträge; der Vortrag, träge = lezing besuchen, besucht, hat besucht = bezoeken das Fundbüro, -s = bureau voor gevonden voorwerpen können, kann, hat gekonnt = kunnen verlieren, verliert, hat verloren = verliezen das Recycling = recycling müssen, muss, hat gemusst = moeten der Lesesaal, säle = leeszaal der Saal, Säle = zaal die Ruhe = rust höflich = beleefd eher = eerder von früher = van vroeger der Park, -s = park vorbeifahren, fährt vorbei, ist vorbeigefahren = voorbijrijden der Parkplatz, -plätze = parkeerplaats frei = vrij der Arbeitsplatz, -plätze = werkplaats
Ingezonden op 06-06-2014 - 755x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!