Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via WRTS. Klik op 'Overhoren'

Vocabulaire 2000, deel 4

4 La nature

(lichte) mist = la brume
(water)putten = de puits
aard = nature
aards = terrestre
arend = un aigle
baai = une baie
beek = une ruisseau
berg = une montagne
bewolkt = nuageux
bij = une abeille
bliksem = l'éclair
bos = un bois
damp = une vapeur
de afgrond (a) = l'abîme
de afgrond (p) = le précipice
de bladeren = les feuilles
de bliksem = la foudre
de droogte = la sécheresse
de duisternis = l'obscurité
de graanoogst = la moisson
de kou = le froid
de kust = la côte
de natuur = la nature
de oever = la rive
de oogst = la récolte
de overstromingen = les inondations
de plantengroei = la végétation
de regen = la pluie
de rots = le rocher
de schaduw = l'ombre
de stam = le tronc
de stilte = le silence
de stroming = le courant
de takken = les branches
de vorst = le gel
de warmte = la chaleur
de weerspiegeling, de weerkaatsing = le reflet
de wijnstok = la vigne
de woestijn = le désert
de wolken = les nuages
de wortels = les racines
de zaadjes (g) = les graines
de zaadjes (s) = les semences
de zichtbaarheid = la visibilité
de zonsondergang = le coucher du soleil
de zonsopgang = le lever du soleil
donder = le tonnerre
donker (n) = noir
donker (o) = obscur
donker = noir
doorn = une épine
drijven = flottent
druppels = des gouttes
duif = un pigeon
een hittegolf = une vague de chaleur
een mist = une brouillard
een natuurreservaat = une réserve naturelle
een pad = un sentier
een pluim = une plume
een prooi = une proie
een roofdier = un fauve
een storm = une tempête
een vloeistof = un liquide
eend = un canard
eiland = une île
frisheid, koelte = de fraîcheur
geit = une chèvre
golven = des vagues
graan = grain
gracht, sloot = un fossé
haan = un coq
helling = une pente
het donker (n) = le noir
het donker (o) = l'obscurité
het gezang = le chant
het gras = l'herbe
het groen = la verdure
het mannetje(sdier) = le mâle
het struikgewas = les buissons
het wijfje(sdier) = la femelle
heuvel = une colline
hooi = le foin
huisdieren = des animaux domestiques
intact, ongeschonden = intacte
is afgebrand = a brûlé
kalf = un veau
kip = une poule
koelt af = refroidit
koe = une vache
konijn = un lapin
korrels = grains
kudden = des troupeaux
lucht = l'air
maan = la lune
meer = un lac
mier = une fourmi
mug = un moustique
muis = une souris
natmaken = mouiller
nat = mouillée
natuur-, natuurlijk = naturels
nest = un nid
onkruid = de mauvaises herbes
ontluikt, bloeit open = s'épanouit
onweer = l'orage
oogst = récolte
opgeslorpt = absorbée
opklaren = se dégager
overstroomt = inonde
paard = un cheval
pesticiden, bestrijdingsmiddelen = pesticides
poot = une patte
rat = un rat
regenachtig = pluvieux
regenen = pleuvoir
rotte = pourries
schaap = un mouton
schilderachtig = pittoresque
schuim = la mousse
seizoen, jaargetijde = une saison
slang = un serpent
slijk, modder = la boue
snavel = un bec
sneeuw = la neige
staart = une queue
stier = un taureau
stil = silencieux
stro = la paille
troebel = trouble
varken (c) = un cochon
varken (p) = un pork
verbranden = brûler
vervuild = polluée
verwarmt = (ré)chauffe
vijvers = étangs
viooltje = une violette
vlam = une flamme
vleugel = une aille
vlieg = une mouche
vlinder = une papillon
vloeibaar = liquide
vochtig = humide
vogel = un oiseau
vriezen = geler
vruchtbaar = fertile
weerspiegelde zich = se reflétait
wegvliegen = s'envoler
wei(tje) = pré
wesp = une guêpe
wijngaarden = vignes
wilde = sauvages
worm = un ver
woud = une forêt
zaaien = semer
zal ondergaan = se couchera
zal opkomen = se lèvera
zal schijnen = brillera
zuiver = pur
zure = acides
zuurstof = l'oxygène
zwaan = un cygne
zwaluw = une hirondelle

Ingezonden op 07-10-2008 - 6159x bekeken.
Waardering 8.6 (aantal stemmen: 6)

voting system
1
2
3
4
5

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Vocabulaire 2000, deel 4

4 La nature