Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
1e bachelor Algemene anatomie
› 4 Splanchno de moeilijkste begrippen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
1e bachelor Algemene anatomie
4 Splanchno de moeilijkste begrippen
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Kort, langs scheilwortel op dorsale lichaamswand vast=Mesocolon ascendens Van pars descendens naar transversa duodeni=Flexura duodeni caudalis Overgang van darmslijmvlies naar cutane slijmvlies=Linea anorectalis Afvoer van de lobus pancreatis dexter naar het duodenum=Ductus pancreaticus accesorius Benaderd craniaal de maag(ervan gescheiden door omentum majus), loopt van rechts naar link, loop over voorrand van scheilwortel=Colon transversum Glad en onwillekeurig, verdikking van inwendige tunica muscularis=m. sphincter ani interni Opening waardoor bursa omentalis nog in verbinding staat met rest van de buikholte, rechts dorsaal in de buik=Foramen van winslow Foramen omentalis foramen epiploicum Verbinding tussen cecum en colon=Ostium cecocolicum Dun strengetje dat vanuit de navel via het ligamentum faciforme naar de lever loopt. Overblijfsel van de v. umbilicalis=Ligamentum teres Laatste deel van dunne darm=Ileum Ligt ongeveer centraal op de facies visceralis van het middendeel (tussen de lobus sinistris en lobus dexter). Verschillende leidingen verlaten of bereiken hier de lever (galafvoerweg, poortader, leverslagader)=leverpoort Porta hepatis / leverhilus maag Naar dorsaal=Curvatura minor Tepelvormige verdikken van het slijmvlies aan het einde van de ductus choledochus. Ligt in het omentum minus en verbindt de ductus cysticus met het duodenum=Papilla duodeni major onderdeel van het omentum minus dat de lever en de maag verbindt=Lig hepatogastricum Overgang verhoornd cutaan slijmvlies en de duidelijk verhoornde huid met huidklieren en haren=Linea anocutanea peervormig, heeft een fundus (bodem), een corpus (galblaaslichaam) en een collum (galblaashals).=galblaas Vesica fellea Verbinding dunne/ dikke darm=Ostium ileale Overgang van verticale pars cranialis naar horizontale pars descendens=Flexura duodeni craniales Door een supplementaire inkeping in de margo dorsalis van de lobus dexter, wordt deze in twee gesplitst (Lobus dexter lateralis & Lobus dexter medialis)=Lobus dexter lateralis Aansluitend op maagpylorus gaat naar rechtsdorsaal Craniale rand= omentum minus Caudale rand= omentum majus=Pars craniales duodeni Inkeping in de margo ventralis van de lever, bevat het ligamentum teres=Incisura ligamenti teretis Lichtjes concaaf, kan afdrukken vertonen van organen (maag en de pars cranialis duodeni liggen er onmiddellijk naast)=Kant van de organen Facies visceralis Overgang duodnum jejunum=Flexura duodenojejunalis Verbindt duodenum ascendens met colon descendens=Plica duodenocolica ruimte tussen het pariëtale en viscerale blad=Bursa omentalis Links van scheilwortel naar craniaal, evenwijdig met colon descendens deze verbonden door plica duodenocolica=Pars ascendens duodeni Zeer kort, verbindt de facies diaphragmatica van de lever met het diafragma=Ligamentum coronarium dunne opgerolde beenplaten, die bekleed zijn met een rijk doorbloed slijmvlies=neusschelpen Conchae Kort en loopt caudaal van de scheiwortel van rechts naar links voor de bekkeningang=Pars transversa duodeni De aanhechting van het mesenterium met daarin de a. mesenteria cranialis aan de lichaamswand=scheilwortel Radix mesenterii het antwoord ‘plico iliocecalis’ op vraag ‘Verbindt ilium met cecum’ is goed gerekend. Gegroepeerde lymfefollikels die macroscopisch zichtbaar worden als onregelmatige zones met grillig opp=Peyerse platen Lymphonoduli aggregati Ter hoogte van de sulcus venae cavae vergroeid met het leverkapsel en op dit niveau is de cranialezijde van de vene ook vergroeid met het diafragma=v. cava caudalis Ontstaan door het inwendig uitpuilen van de ureters in de blaaswand=Columnae ureticae Deze fijne streng versterkt het vesicae laterale=Ligamentum teres vesicae Bestaat uit opeenvolgende kraakbeenringen die met elkaar verbonden zijn door fibroelastisch weefsel=Tunica fibrocartilaginea Ligt tegen de wervellichamen en de m. longus colli=Facies vertebralis Deel van een nierlob. Hierin liggen de afvoerwegen.=Mergzone / niermerg Medulla renis Kan goed gevoeld worden als een stevige, licht indrukbare en matig verplaatsbare buis. Ligt ventraal van de wervelkolom.=halsdeel van de luchtpijp Pars cervicalis het antwoord ‘halsdeel van de luchtpijp’ op vraag ‘Kan goed gevoeld worden als een stevige, licht indrukbare en matig verplaatsbare buis. Ligt ventraal van de wervelkolom.’ is goed gerekend. Zware spierkam op de caudodorsale hoek van de arykraakbeenderen. Draagt mediaal een gewrichtsvlak voor articulatie met het cricoïd=Processus muscularis Onpaar kraakbeen dat bestaat uit twee ruime zijplaten die ventraal samenkomen in een stevig verbindingsstuk of corpus. Dit is het grootste kraakbeen van het strottenhoofd=Het schildkraakbeen/ thyroïd Cartilago thyroidea Alle oorsponkelijke nierlobben zodanig met elkaar versmolten, dat het cortexweefsel een aaneensluitend perifeer gebied vormt zonder inkepingen=Multipapillaire nieren met een effen oppervlak Het diepste deel van de larynxholte dat caudaal van deglottis gelegen is, wordt begrensd door het cricoïd en sluit aan op het lumen van de trachea=Cavum infraglotticum Scherpe mediane kam die uitpuilt in het einde van de trachea=Carina tracheae Vormt de toegang tot de larynx, en wordt begrensd door de larynxkroon=Vestibulum laryngis Gericht naar de borstingang. Vult de cupulae pleurae en vormt de afgeronde spitse top, waar de facies costalis en facies medialis afgerond in elkaar overlopen=longtop Apex pulmonis Enkelvoudige kam, gevormd door de versmolten nierpapillen=Crista renalis Loopt zonder duidelijke grens over in de buisvormige urethra, is smaller dan het corpus.=blaashals Cervix vesicae Aanhechtingsplaats ter hoogte van de hartbasis waar de long vastgehecht is op het mediastinum=longwortel Radix / hilus pulmonis Verbindt het slijmvlies met de tunica fibrocartilaginea=Tunica submucosa Gericht tegen het diaphragma, gevormd door de facies diaphragmatica (caudaal gelegen longoppervlak)=longbasis Basis pulmonis Intrarenale verzamelruimte van de urine waar de ureter op aansluit=nierbekken Pelvies renalis Elke nier bestaat uit verschillende nierlobben=nierlobben Lobi renales Dorsale deel van de glottisspleet dat door de arykraakbeenderen begrensd wordt=Rima respiratoria Hoornvormige uitlopers op de rostrodorsale hoek van de arykraakbeenderen=Processus corniculatus Kelk- of bekervormige uitstulpingen van de verzamelruimte=nierkelken Calices renales Clusters die van elkaar gescheiden zijn door diepe groeven. In de groeven wel versmelting van de nierschors en het niermerg van de aan eenpalende clusters, maar de nierpapillen van de verschillende clusters blijven apart.=Multipapillaire nieren met oneffen oppervlak Ventrale hoek van de arykraakbeenderen, hierop ontspringen de stembanden=Processus vocalis Limiterend voor de passage van lucht en is bepalend voor de geluidsvormig. Wordt opgedeeld in 3 compartimenten : vestibulum laryngis, rima glottidiis en cavum infraglotticum=Larynxholte Cavum laryngis Onpaar, klepvormige structuur die het rostroventrale deel van de larynx vormt en die zowel ventraal als dorsaal met slijmvlies overtrokken is.=Cartilago epiglottica Verbinden de kraakbeenringen=Ligamenta anularia Top van de mergzone puilt tepelvormig uit=nierpapillen Papilla renalis Ringen van de tunica fibrocartilagineaFibroelastisch weefsel=kraakbeenringen Trachearingen Bestaat uit vijf larynxkraakbeenderen, die onderling verbonden zijn door middel van gewrichtjes, ligamenten en talrijke dwarsgestreepte spiertjes. Binnenzijde is bekleed door een slijmvlies met talrijke klieren en lymfefollikels=Larynxwand Ventrale deel van de glottisspleet dat door de stembanden wordt begrensd=Stemspleet Rima vocalis Afvoerbuizen, waarlangs de urine het nierweefsel verlaat=Ductus papillares Bestaat uit glad spierweefsel, verbindt de kraakbeenuiteinden met elkaar samen met bindweefsel=m. trachealis Hebben dorsaal een rostrale hoorn, die gewricht vormt met het thyrohyoïd en een caudale uitloper die een gewricht vormt met het cricoïd. Tussen de rostrale hoorn en de voorrand van de zijplaat=zijplaten van strottenhoofd Lamina dextra & Lamina sinister Wordt afgelijnd door de plicae uretricae=Driehoekige zone Trigonium vesicae Zorgt voor een impressio renalis in de lobuscaudatus van de lever.=Craniale nierpool Extremitas cranialis Omvat een licht uitpuilende mucosaplooi, het ligamentum vestibulare en de m. ventricularis. Ligt meer rostraal bij het paard=Valse stemband Plica vestibularis Omsluit de onderste helft van de glottis. Naar mediaal uitstulpende mucosaplooien die elk een bandje en een spiertje omsluiten. Beginnen op de arykraakbeenderen en convergeren V-vormig naar ventraal om vast te hechten op het corpus van het schildkraakbeen=Stembanden
Ingezonden op 21-08-2014 - 1599x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!