Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
3G Repetitie's en So's
› 1 Vocabulaire B
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
3G Repetitie's en So's
1 Vocabulaire B
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
à cause de = vanwege abandonner = verlaten accepter = accepteren adorer = gek zijn op l'amitié = de vriendschap amoureux = verliefd annoncer = aankondigen la blague = het grapje la compréhension = het begrip la confiance = het vertrouwen déçu = teleurgesteld se disputer = ruziemaken drôle = grappig l'entraînement = de training le goût = de smaak les horaires = de tijden incroyable = ongelooflijk juger = veroordelen manquer = missen, ontbreken en pleurs = in tranen le regard = de blik rencontrer = ontmoeten se rendre compte = zich realiseren rire = lachen le secret = het geheim sélectionner = selecteren le sens de l'humour = het gevoel voor humor la sortie = het uitstapje soutenir = ondersteunen la valeur = de waarde aankondigen = annoncer accepteren = accepter het gevoel voor humor = le sens de l'humour het grapje = la blague grappig = drôle het geheim = le secret lachen = rire de tijden = les horaires gek zijn op = adorer ongelooflijk = incroyable ontmoeten = rencontrer ruziemaken = se disputer de smaak = le goût teleurgesteld = déçu de training = l'entraînement het uitstapje = la sortie vanwege = à cause de verliefd = amoureux veroordelen = juger de vriendschap = l'amitié C abordable = redelijk au contraire de = in tegenstelling tot le bénéfice = de opbrengst le bonheur = het geluk les bottes = de laarzen se cacher = zich verstoppen la chemise = de blouse les collants = de panty; de maillot conseiller à = aanraden draguer = flirten; versieren en dehors de = buiten l'entreprise = het bedrijf faire de son mieux = zijn best doen s'habiller = zich kleden le jean = de spijkerbroek la jupe = de rok le métier = het beroep mettre = leggen; zetten; aantrekken opter pour = kiezen voor par précaution = uit voorzorg la personnalité = de persoonlijkheid la pièce = het stuk la qualité = de kwaliteit le rapport = de verhouding réfléchir = nadenken remarquer = opmerken la tendance = de trend le tenue = de outfit tirer des conclusions = conclusies trekken la vente = de verkoop aanraden = conseiller à het beroep = le métier de blouse = la chemise flirten, versieren = draguer het geluk = le bonheur in tegenstelling tot = au contraire de kiezen voor = opter pour zich kleden = s'habiller de kwaliteit = la qualité de laarzen = les bottes leggen, zetten, aantrekken = mettre nadenken = réfléchir de outfit = la tenue de panty, de maillot = les collants de persoonlijkheid = la personnalité de rok = la jupe de spijkerbroek = le jean de trend = la tendance de verkoop = la vente zijn best doen = faire de son mieux D l'achat = de aankoop en avoir marre de = het zat zijn om le comportement = het gedrag découvrir = ontdekken se dépêcher = zich haasten désagréable = onaangenaam; vervelend durant = gedurende emprunter à quelqu'un = lenen van iemand en ligne = online l'enfer = de hel les fringues = de kleding interrompre = onderbreken le lecteur MP3 = de mp3-speler les loisirs = de vrije tijd; de hobby's marrant = grappig le nettoyage = het schoonmaken s'occuper de = zich bezighouden met l'odeur = de geur les paroles = de woorden; de tekst; de songtekst participer à = deelnemen aan le passe-temps = de hobby permettre de = mogelijk maken; toestaan om la plupart du temps = het grootste deel van de tijd; meestal poser = stellen la pub = de reclame le repos = de rust souriant = met een glimlach; vriendelijk la tâche = de taak de aankoop = l'achat deelnemen aan = participer à downloaden = télécharger het gedrag = le comportement grappig = marrant het grootste deel van de tijd, meestal = la plupart du temps zich haasten = se dépêcher de hobby = le passe-temps het schoonmaken = le nettoyage met een glimlach, vriendelijk = souriant de mp3-speler = le lecteur MP3 online = en ligne ontdekken = découvrir de reclame = la pub de songtekst, de woorden, de tekst = les paroles de taak = la tâche vervelend = désagréable de vrije tijd, de hobby's = les loisirs het zat zijn om = en avoir marre de zich bezighouden met = s'occuper de Ik ken mijn beste vriendin sinds ... = Je connais ma meilleure amie depuis ... Mijn vrienden zijn erg belangrijk voor mij omdat ... = Mes amis sont très importants pour moi parce que ... Wij hebben dezelfde ... = Nous avons le(s)/la même(s) ... Ik zie hem regelmatig. = Je le vois régulièrement. We zitten op dezelfde school. = Nous sommes dans le même lycée. ... is zijn sterke/zwakke punt = ... est sa qualité principale/son défaut principal. Ik bewonder zijn/haar ... = J'admire son/sa ... Wij houden ervan samen te ... = On aime ... ensemble. We zijn altijd samen. = On est toujours ensemble. Het belangrijkste in vriendschap is ... = Le plus important en amitié, c'est ... We lijken veel op elkaar. = On se ressemble beaucoup. We zijn heel verschillend. = On est très différent. We hebben dezelfde smaak. = Nous avons les mêmes goûts. Ik heb hem/haar ontmoet in ... = Je l'ai rencontré(e) à ... Hij/Zij is altijd heel grappig. = Il/Elle est toujours très drôle. Wat ik het leukst vind bij hem/haar is ... = Ce que j'aime le plus en lui/elle, c'est ... Met hem/haar voel ik mij ... = Avec lui/elle, je me sens ... Ik ben heel verliefd op hem/haar. = Je suis très amoureux/amoureuse de lui/d'elle. Ik mis hem/haar. = Il/Elle me manque. Je kiest je vrienden maar niet je familie. = On choisit ses copains, mais pas sa famille. télécharger = downloaden Monica heeft een eigen stijl. = Monica a un style bien à elle. Mijn stijl is heel gewoontjes. = Mon style/look est plutôt commun. Ik wil niet opvallen. = Je ne veux pas qu'on me remarque. Ik vind het leuk om stijlen te mengen. = J'aime mélanger les styles. Mijn kleren zijn niet al te duur. = Mes vêtements ne sont pas trop chers. Hij interesseert zich niet zo veel voor zijn uiterlijk. = Il ne s'intéresse pas beaucoup à son look. Ik heb voor deze mooie schoenen gekozen omdat ... = J'ai opté pour ces belles chaussures parce que ... Ik vind het leuk om me te kleden volgens de laatste mode. = J'aime m'habiller selon des dernières tendances. Meestal draag ik alleen zwart. = La plupart du temps, je ne porte que du noir. Dit topje past goed bij ... = Ce haut va bien avec ... Zij heeft lang steil haar en blauwe ogen. = Elle a les cheveux longs et raides et elle a les yeux bleus. Hij draagt altijd een ... = Il porte toujours un(e) .../ des ... Ze maakt zich iedere ochtend op. = Elle se maquille tous les matins. Als ze naar school gaat draagt ze vaak. = Quand elle va à l'école, elle porte souvent ... Hij is aan de lange kant. = Il est plutôt grand. Hij is niet groot en niet klein. = Il n'est ni grand ni petit. Hij is mooi/knap. = Il est beau/mignon. Ze draagt een beugel en lenzen. = Elle porte un appareil dentaire et des lentilles. In mijn vrije tijd doe ik het liefst ... = Quand je suis libre j'aime ... Ik doe niets anders dan ... = Je ne fais rien d'autre que ... Ik dans vanaf mijn tiende. = Je danse depuis l'âge de 10 ans. Mijn favoriete muziekstijl is ... = Mon style de musique préféré, c'est le ... Het belangrijkste voor mij in muziek is ... = Le plus important pour moi dans la musique c'est ... Ik luister naar muziek om me te ontspannen. = J'écoute de la musique pour me détendre. Ik kan die muziek niet uitstaan. = Je ne supporte pas cette musique. Op mijn twaalfde ben ik al begonnen met drummen. = J'ai déjà commencé à jouer de la batterie à l'âge de 12 ans. Ik werk als ... = Je travaille comme ... Ik doe dat sinds 8 maanden. = Je fais ça depuis 8 mois. Ik verdien geld om ... = Je gagne de l'argent pour ... Ik bezorg kranten, dus moet ik vroeg op. = Je distribue les journaux, donc je dois me lever tôt. Ik pas op kinderen. = Je fais du baby-sitting. Ik vind mijn baantje leuk omdat ... = J'aime mon job parce que ... Ik heb niet veel vrije tijd want ik werk veel. = Je n'ai pas beaucoup de temps libre car je travaille beaucoup. Ik heb geen baantje, omdat ik genoeg zakgeld krijg. = Je n'ai pas de job parce que j'ai assez d'argent de poche. Mijn ouders willen niet dat ik werk. = Mes parents ne veulent pas que je travaille.
Ingezonden op 01-09-2014 - 846x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
20-10-2014
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!