Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
al mijn methodes !!
› 1 New Interface blue - alles van Unit 1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
al mijn methodes !!
, deel 2
1 New Interface blue - alles van Unit 1
Jaar 2 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Hello! I don't think I know you, do I? = Hallo, ik geloof niet dat ik je ken, of wel? I'm from Scotland. My name's Catriona. = Ik kom uit Schotland. Mijn naam is Catriona. Everybody calls me Cat. = Iedereen noemt me Cat. This is Cat, by the way. = Dit is Cat, trouwens. Hiya! How are you doing? = Hoi! Hoe gaat het? Goodmorning young man, I'm fine. = Goeiemorgen, jongeman, met mij gaat het goed. How about you? = En met jou? Fantastic, thanks! = Uitstekend, bedankt! We had an apartment which was right in the center of Glasgow. = We hadden een appartement precies in het centrum van Glasgow. Not much going on. = Er gebeurt niet veel. This town's OK. = Deze stad is oké. Yeah, return, student fare please. = Retourtje, scholierentarief, alstublieft. Have you got your bus pass? = Heb je je buskaart? How much is a day return? = Wat kost een dagretour? What does a single cost? = Wat kost een enkeltje? Seventy pence to you, sweetheart. = Voor jou zeventig pence, schat. And that's 30p change. = En hier is dertig pence wisselgeld. Big deal. = Geweldig. think (to...) / thought = denken/ dacht(en) go (to...) / went = gaan / ging(en) detective = detective uniform = uniform give (to...) / gave = geven / gaf, gaven clue = aanwijzing tell (to...) / told = vertellen / vertelde(n) accent = accent Scotland = Schotland spell (to...) = spellen original = origineel not ... either / neither = ook niet California = Californië have (to...) / had = hebben / had(den) centre = centrum Glasgow = Glasgow seem (to...) = lijken mean (to...) / meant = bedoelen / bedoelde(n) college = middelbare school find out (to...) / found out = ontdekken / ontdekte(n) fare = tarief;prijs {de ... van openbaar vervoer} (bus)pass = abonnement;buskaart;kortingskaart anything = iets that way = op die manier buy (to...) / bought = kopen / kocht(en) get (to...) / got = krijgen / kreeg, kregen stick with (to...) / stuck with look after (to...) = zorgen voor cost (to...) / cost change = wisselgeld sweet = schattig (bus)driver = buschauffer;chauffeur introduce (to...) = voorstellen lots of = veel apartment = appartement
Ingezonden op 18-09-2014 - 1094x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!