Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Grammar english - advanced level

1 onregelmatige werkwoorden bladzijde 3

Jaar 4 (vwo)

zitten = sit, sat, sat
slapen = sleep, slept, slept
ruiken = smell, smelt, smelt
zaaien = sow, sowed, sown
spreken = speak, spoke, spoken
hard rijden, spoeden = speed, sped, sped
uitgeven, doorbrengen = spend, spent, spent
spinnen, draaien = spin, spun, spun
spuwen = spit, spat, spat
splijten = split, split, split
bederven, verwennen = spoil, spoilt, spoilt
verspreiden = spread, spread, spread
springen = spring, sprang, sprung
staan = stand, stood, stood
stelen, sluipen = steal, stole, stolen
steken, plakken = stick, stuck ,stuck
steken, prikken = sting, stung, stung
stinken = stink, stank, stank
slaan, treffen, raken = strike, struck, struck
zweren, vloeken = swear, swore, sworn
zweten = sweat, sweat, sweat
vegen = sweep, swept, swept
zwemmen = swim, swam, swum
zwaaien, schommelen = swing, swung, swung
nemen = take, took, taken
leren = teach, taught, taught
scheuren, trekken = tear, tore, torn
zeggen, vertellen = tell, told, told
denken, vinden, menen = think, thought, thought
gooien = throw, threw, thrown
begrijpen = understand, understood, understood
wekken, ontwaken = wake, woke, woken
dragen = wear, wore, worn
wenen = weep, wept, wept
winnen = win, won, won
winden = wind, wound, wound
terugtrekken = withdraw, withdrew, withdrawn
schrijven = write, wrote, written

Ingezonden op 19-09-2014 - 529x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 27-02-2015.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

Grammar english - advanced level

1 onregelmatige werkwoorden bladzijde 3