Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Kontext Duits
› 3 Omgeving
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Kontext Duits
3 Omgeving
Jaar 1 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
het dorp = das Dorf de inwoner = der Einwohner het gebied = das Gebiet de buurt, de streek = die Gegend de gemeente = die Gemeinde de binnenstad = die Innenstadt de plaats = der Ort het park = der Park de rand = der Rand de regio, de streek = die Region de stad = die Stadt de plaats, de plek = die Stelle de omgeving = die Umgebung het centrum = das Zentrum de berg = der Berg de aarde, de grond = die Erde het veld = das Feld de rots = der Felsen vlak, ondiep = flach de rivier = der Fluss het gebergte = das Gebirge de top = der Gipfel de horizon = der Horizont de heuvel = der Hügel het eiland = die Insel het kanaal = der Kanal de kust = die Küste het landschap = die Landschaft de zee = das Meer de natuur = die Natur het zand = der Sand het meer = der See steil = steil de steen = der Stein het strand = der Strand het dal = das Tal de oever = das Ufer het bos, het woud = der Wald het water = das Wasser de golf = die Welle fris = frisch bevriezen, het koud hebben = frieren de vorst = der Frost het onweer = das Gewitter de graad = der Grad helder = heiter de hemel, de lucht = der Himmel de hitte = die Hitze het klimaat = das Klima het licht = das Licht de lucht = die Luft de maan = der Mond nat = nass de mist = der Nebel de regen = der Regen regenen = regnen de schaduw = Schatten de bui = der Schauer schijnen = scheinen de sneeuw = der Schnee het zich = die Sicht de zon = die Sonne de ster = der Stern de storm = der Sturm de temperatuur = die Temperatur droog = trocken de verandering = die Veränderung waaien = wehen het weer = das Wetter de wind = der Wind de wolk = die Wolke de aap = der Affe de mier = die Ameise de/het soort = die Art de boom = der Baum blaffen = bellen het blad = das Blatt de bloem = die Blume ontstaan = entstehen (zich) ontwikkelen = (sich) entwickeln de vleugel = der Flügel de kikker = der Frosch (be)gieten, water geven = gießen het gras = das Gras het hout = das Holz de kip = das Huhn de hond = der Hund de kat = die Katze de koe = die Kuh de leeuw = der Löwe de muis = die Maus het paard = das Pferd de plant = die Pflanze de paddenstoel = der Pilz de roos = die Rose de slang = die Schlange de vlinder = der Schmetterling de slak = die Schnecke beschermen = schützen de staart = der Schwanz het varken = das Schwein de stam = der Stamm de struik = der Strauch het dier = das Tier drijven = treiben het milieu = die Umwelt de vogel = der Vogel groeien = wachsen wild = wild de wortel = die Wurzel de cel = die Zelle
Ingezonden op 03-11-2014 - 1583x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!