Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Grandes Lignes

1 ! ! Woorden 1.1 tm 1.4 ˙·٠•●YannickDieEne●•٠·˙

Jaar 3 (vwo)

1.1
la rentrée = het begin van het nieuwe schooljaar
repartir = weer beginnen
participer à = deelnemen aan
bouger = bewegen
le boulot = het werk
les actualités = het nieuws
la déléguée de classe = de klassenvertegenwoordigster
le collège = de middelbare school; de middelbare school (onderbouw)
le proviseur = de rector
le mot = het woord
améliorer = verbeteren
être en pleine forme = in topvorm zijn
refaire = nog eens doen; opknappen
le changement = de verandering
l'ordinateur = de computer
en ce qui concerne = wat betreft
revenir = terugkomen
tout les = alle
le concours = de wedstrijd; het examen
désormais = voortaan
s'inscrire = zich inschrijven
la date limite = de uiterste datum
le ciné-club = de filmclub
voter = stemmen
développer = ontwikkelen
le bahut = de school
l'EPS = lichaamlijke opvoeding
libre = vrij
1.2
la course = de run op
les fournitures scolaires = de schoolspullen
le sac à dos = de rugzak
la règle = de liniaal
les ciseaux = de schaar
le compas = de passer
l'équerre = de geodriehoek
le feutre = de viltstift
le stylo à bille = de balpen
la calculatrice = de rekenmachine
le bâton de colle = de plakstift
le dictionnaire = het woordenboek
le classeur = de multomap
le surligneur = de markeerstift
correspondre à = overeenkomen met
rencontrer = ontmoeten
faire des courses = boodschappen doen
tôt = vroeg
se lever = opstaan
s'habiller = zich aankleden
éviter = vermijden
l'adolescent = de tiener
le maquillage = de make-up
le pull = de trui
la casquette = de pet
le manteau = de jas
plusieurs = meerdere
content = tevreden
1.3
jouer à la console = computerspellen doen
bloguer = bloggen
jouer aux échecs = schaken
lire = lezen
essayer = proberen; passen
montrer = laten zien
malgré = ondanks
la beauté = de schoonheid
le suspens = de spanning
le lycée = de middelbare school (bovenbouw)
l'année scolaire (v) = het schooljaar
l'étranger (m) = het buitenland; de vreemdeling
le progrès = de vooruitgang
trop = te veel
se rappeler = zich herinneren
couramment = vloeiend
l'exposé (m) = de spreekbeurt
le bulletin = het rapport
garder = houden; bewaren
partir = vertrekken
grandir = groter worden; groeien
les devoirs (m, mv) = het huiswerk
l'élection (v) = de verkiezing
le bac(calauréat) = het eindexamen vwo
le but = het doel
le cauchemar = de nachtmerrie
ennuyeux, -euse = saai; vervelend
il y a 15 jours = twee weken geleden
permettre = mogelijk maken; in staat stellen; toestaan
désigner = aanwijzen
apprendre = leren
comprendre = begrijpen
dormir = slapen
en plus = bovendien
mieux = beter
1.4
Het begin van het nieuwe schooljaar = la rentrée
de middelbare school { onderbouw } = le collège
de middelbare school { bovenbouw } = le lycée
de rector = le proviseur
de rugzak = le sac à dos
het schrift = le cahier
de viltstift = le feutre
het woordenboek = le dictionnaire
de geodriehoek = l’équerre
de passer = le compas
de markeerstift = le surligneur
de plakstift = le bâton de colle
de schaar = les ciseaux
de liniaal = la règle
de jas = le manteau
de blouse = le chemisier
de trui = le pull
de bikini = le bikini
de laars = la botte
het vest = le cardigan ; le gilet
het korte jasje = la veste
de minirok = la mini-jupe
de jurk = la robe
de pet = la casquette
het topje = le top; le débardeur
de teenslipper = la tong
deelnemen aan = participer à
stemmen = voter
de klassenvertegenwoordiger = le délégué de classe
de klassenvertegenwoordigster = la déléguée de classe
verbeteren = améliorer
bewegen = bouger
boodschappen doen = faire des courses
computerspellen doen = jouer à la console
schaken = jouer aux échecs
bloggen = bloguer
lichamelijke opvoeding = l’EPS
aardrijkskunde = la géo
geschiedenis = l’histoire
biologie = les SVT
duits = l’allemand
engels = l’anglais
tekenen = le dessin
scheikunde = la chimie
natuurkunde = la physique
het eindexamen VWO = le bac(calauréat); le bac
het lesrooster = l’emploi du temps
het huiswerk = les devoirs
leren = apprendre
begrijpen = comprendre
het buitenland, de vreemdeling = l’étranger
de verandering = le changement
het doel = le but
vervelend ; saai = ennuyeux ; ennuyeuse
tevreden = content; contente
vroeg = tôt
beter = mieux
terugkomen = revenir
ontwikkelen = développer
ontmoeten = rencontrer
vertrekken = partir
slapen = dormir
te veel = trop
meerdere = plusieurs

Ingezonden op 04-11-2014 - 5592x bekeken.
Waardering 8 (aantal stemmen: 14)

voting system
1
2
3
4
5

Veel plezier met leren leren.

Lees:

De wereld staat in de fik en draait altijd maar door
En ik heb heimwee naar vroeger maar kan alleen maar naar voor
Al m’n zintuigen helemaal verdoofd
Door de narigheid verbannen naar het strand in m’n hoofd

Ik wil verdwijnen in een zee van vergetelheid
Zwemmen met z’n twee weg van de realiteit
En gelukkig wil je al m’n angsten delen met mij
Want je glimlach alleen maakt me vreselijk blij

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Grandes Lignes

1 ! ! Woorden 1.1 tm 1.4 ˙·٠•●YannickDieEne●•٠·˙