Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

MeMo, deel 1

1 Begrippen 2,2;2,2;2,3,2

Jaar 3 (havo)

Tsaren = keizers, komt van ‘caesar’ aanduiding voor de Russische keizer.
Communisme = streven naar een samenleving waarin iedereen gelijk is. Zo’n klassenloze samenleving zou er volgens de communisten komen door een revolutie waarin de arbeiders de macht grepen. Grond, fabrieken en machines zouden daarin gemeenschappelijk eigendom van de staat zijn. In Rusland grepen de communisten (die aanvankelijk bolsjewieken werden genoemd) in 1917 de macht.
Bolsjewieken = Russische socialisten o.l.v. Lenin. Zij geloofden in de ideeën van Karl Marx, die voorspelde dat er een revolutie van arbeiders zou komen. De bolsjewieken zouden deze revolutie moeten leiden.
Sovjets = een plaatselijke raad van arbeiders, soldaten en boeren.
(Dit waren vergaderingen van arbeiders. Zij organiseerden stakingen ter verbetering van de werkomstandigheden.)
Nationalisme = het trots op je eigen land en/of volk (trots die soms samengaat met afkeer van andere landen en volken), of het streven naar een zelfstandige staat.
Donaumonarchie = het keizzerrijk Oostenrijk dat tot 1918 bestond en waarvan naast Oostenrijk, ook Hongarije, Tsjechië, Slowakije en Bosnië deel uitmaakten.
Centralen = een bondgenootschap gesloten in 1879 tussen Duitsland en de Donaumonarchie. Ook Italië hoorde aanvankelijk bij de Centralen.
Triple Entente = bondgenootschap van Frankrijk, Rusland en Engeland (1907).
Eerste Wereldoorlog = grote Europese oorlog van 1914 tot 1918, waarin vanaf 1917 ook de Verenigde Staten meevochten.
Loopgraven = linies gevormd door uitgegraven greppels waarin soldaten bescherming zochten tegen vijandelijk vuur (machinegeweren en granaten).
Februarirevolutie = de opstand die op 23 februari 1917 in Petrograd (Sint-Petersburg) begon met demonstraties en stakingen en die ertoe leidde de tsaar moest aftreden.
Oktoberrevolutie = de machtsovername op 25 oktober 1917 in Rusland door de bolsjewieken o.l.v. Lenin.
Eenpartijstaat = een land waarin 1 politieke partij de dienst uitmaakt. Andere partijen zijn verboden, waardoor burgen geen vrije keuze hebben bij de verkiezingen.
Nationalisatie = grond, fabrieken en machines, eigenlijk alle particuliere bezittingen, worden door de staat in bezit genomen.
Communistische Partij = de nieuwe naam die de partij van de bolsjewieken aannam nadat zij de macht in Rusland hadden overgenomen.
Sovjetunie = unie van sovjetrepublieken, opgericht in 1922 en uit elkaar gevallen in 1991.

Ingezonden op 26-10-2008 - 3442x bekeken.
Waardering 6.2 (aantal stemmen: 11)

voting system
1
2
3
4
5

Volgens mij klopt dit wel helemaal?
Anders zou ik het graag willen horen, zodat ik het kan aanpassen voor de andere die dit leren.
Veel succes met het leren.. en reageer even als je de lijst gebruikt; zou leuk wezen

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

MeMo, deel 1

1 Begrippen 2,2;2,2;2,3,2