Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
economie aantekingen
› 2 inkomen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
economie aantekingen
2 inkomen
Jaar 3 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Waarmee werd vroeger geruild? = goederen Waarmee wordt tegenwoordig geruild? =geld Wat is het gevolg van de arbeidsverdeling? = ruil wordt noodzakelijk Wat is de arbeidsverdeling? = specialisering in een bepaalde productie Wat is geld? = algemeen aanvaard ruilmiddel Welke drie kenmerken heeft geld? = iedereen moet het aanvaarden, het moet deelbaar zijn in gelijke delen, het moet een hoge stabiele waarde hebben Wat zijn de drie functies van geld? = ruilen, rekenen, sparen Wat betekent chartaal geld? = tastbaar geld, munten en bankbiljetten Wat betekent giraal geld? = niet tastbaar geld, schrijfgeld Wat is een primair inkomen? = geld dat je verdient als opbrengst van arbeid, zoals loon, pacht, interest en winst Wat is secundair inkomen? = overdrachten of uitkeringen Voor wie is de Nederlandse inkomsten belasting? = voor iedereen in dienst, niet een eigen bedrijf Wanneer komt er een bijtelling bij de Nederlandse inkomsten belasting? = wanneer de overheid vindt dat het geen inkomen is, maar je er wel meer plezier van hebt en dus meer belasting moet betalen Wat zijn voorbeelden van bijtellingen? = eigenwoningforfait en auto van de zaak Hoe werkt het eigenwoningforfait? = een koophuis heeft bijvoorbeeld meer voordeel dan een huurhuis, dus extra belasting Wat zijn bijvoorbeeld aftrekposten bij het jaarinkomen? = hypotheekrente, giften, studie, bijzondere lasten Hoe bereken je hoeveel % van het inkomen de inkomstenbelasting is? = inkomstenbelasting : inkomen x 100 Wat is hypotheekrente? = rente over lening van geld van een huis Wat is het belastbaar inkomen? = wat je van het inkomen overhoudt na aftrek/bijtelling Wat is inflatie? = de stijging van algemeen prijsniveau Waarmee meet je het inflatiecijfer? = met de Consumenten Prijs Index (CPI) Hoe bereken je de CPI? = nieuwe prijs - oude prijs : oude prijs x 100 Wat is een nominaal inkomen? = inkomen dat wordt uitgedrukt in geld, waarbij geen rekening met koopkracht wordt gehouden Wat is een reƫel inkomen? = inkomen gemeten in goederen, je koopkracht Hoe kan een stijging van loon een oorzaak zijn voor inflatie? = loonkosten stijgen en dat wordt doorberekend in de prijs van de producten Wat zijn bijvoorbeeld kosten die inflatie veroorzaken? = loonstijging, btwstijging, olieprijsstijging Wat zijn oorzaken van inflatie? = vraag is groter dan aanbod, bepaalde kosten
Ingezonden op 17-11-2014 - 1564x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!