Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
New Interface.
› 3 words and phrases unit 3
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
New Interface.
, deel 2
3 words and phrases unit 3
Jaar 2 (vmbo-t)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Your cousins live there, don't they?= Je neven en nichten wonen daar, toch? You've got relatives all over the world.= Jij hebt familieleden over de hele wereld. I've got a friend who is lifeguard there.= Ik heb een vriend die daar strandwacht is. My parents are divorced.= Mijn ouders zijn gescheiden. This music is so annoying.= Deze muziek is zo irritant. I feel sorry for the shop assistants.= Ik heb medelijden met de winkelmedewerkers. You're lucky.= Jij hebt geluk. You musn't complain- you get two of everything!= Jij mag niet klagen- jij krijgt van alles twee! Wow, she's a tough editor, isn't she?= Wauw, ze is een lastige redacteur, hè? She's hard to please to please, that's for sure!= Het is moeilijk het haar naar de zin te maken, dat is zeker. Are you buying Christmas cards already?= Ben je al kerstkaarten aan het kopen? Where do you usually go for Christmas?= Waar ga je meestal naartoe met kerst? We don't go anywhere?= We gaan nergens heen? I usually go to my dad's family on Christmas Eve.= Ik ga gewoonlijk naar mijn vaders familie op kerstavond. We go to church then.= Dan gaan we naar de kerk. At last.= Eindelijk annoying= irritant feel sorry for= medelijden hebben met felt sorry for= hadden medelijden met shop assistant= winkelmedewerker Christmas= Kerstmis, kerst game= spel at last= eindelijk Christmas card= kerstkaart post (to)= op de post doen relative= familielid theirs= die van hen divorced= gescheiden Christmas Eve= kerstavond hers= die van haar complain (to)= klagen everything= alles turkey= kalkoen pile= stapel, berg different= anders clever= slim tough= lastig please (to)= naar de zin maken for sure= zeker interview (to)= interviewen surfer= surfer silly= dommerd carol= kerstliedje lifeguard= strandwacht I'm very interested in your surfer friend.= Ik ben erg geïnteresserd in je vriend die surfer is. Actually he didn't reply to my e-mail.= Hij heeft eigenlijk mijn e-mail niet beantwoord. Is he a very special friend, Sophie?= Is hij een heel speciale vriend, Sophie? And he's good-looking, isn't he?= En hij is knap, hè? I met him on Christmas Eve.= Ik heb hem op kerstavond ontmoet. That's romantic!= Dat is romantisch! How cool is that!= Wat gaaf! It's very strange at first.= Het is in het begin heel raar. What's it like to have summer in winter?= Hoe is het om zomer te hebben in de winter? While it was so cold in Britain, I was swimming= Toen het hier in Groot-Brittannië zo koud was, was ik aan het zwemmen. Do Australian childeren go to church?= Gaan Australische kinderen naar de kerk? Do the have Santa Claus and trees with presentsunderneath, like ours?= Hebben ze de Kerstman en bomen met cadeautjes eronder, net als bij ons? They don't eat a Christmas dinner like ours, do they?= Ze eten geen kerstdiner zoals dat van ons toch? When your mums were bringing in the pudding, I had ice-cream.= Toen jullie moeders de pudding binnenbrachten, nam ik ijs. Calm down.= Rustig maar. only= alleen maar bark (to)= blaffen yours= die van jouw reply (to)= beantwoorden e-mail= e-mail beach= strand romantic= romantisch while= terwijl Britain= Groot-Brittannië swim (to)= zwemmen swam= zwommen surf (to)= surfen golden= gouden Australian= Australisch Santa Claus= de Kerstman underneath= (er) onder grandfather= opa Father Christmas= de Kerstman ours= die van ons even= zelfs eat (to)/ ate= eten/ aten heat= hitte barbecue= barbecue steak= biefstuk seafood= vis bring in(to)= binnenbrengen brought in= bracht(en) binnen ice-cream= ijs compare (to)= vergelijken occasion= gelegenheid tradition= traditie take (to)= nemen took= namen picture= foto, plaatje CD= cd good-looking= knap mail (to)= een e-mail sturen leavae (to)= overlaten left= liet(en) over sunbathe (to)= zonnebaden druss up(to)= verkleden roast= gebraden plum pudding= plumpudding We always get up early on Christmas morning at our house.= Op kerstochtend staan we bij ons thuis altijd vroeg op. How do you celebratee at yours?= Hoe vieren jullie het bij jullie thuis? We don't go to church on Christmas Eve or anything.= We gaan op kerstavond niet naar de kerk of zo. We just eat and watch TV!= We eten alleen maar en kijken tv! Our big festival is in December this year.= Ons grote feest is in december dit jaar. My mum gives the postman and the dustman a tip.= Mijn moeder geeft de postbode en de vuilnisman een fooi. She's opening her presents= Ze maakthaar cadeautjes open. What was Sharon wearing when you took that picture?= Wat droeg Sharon toen je die foto nam? Those are her Mickey Mouse slippers.= Dat zijn haar Mickey Mouse slippers. Sophie told us about it.= Sophie heeft ons erover verteld. Our neighbour Emily is there at the moment with her boyfriend Jake.= Onze buurvrouw Emily is daar op het moment met haar vriendje Jake. Jay called me.=Jay heeft me gebeld. He's coming over to the UK for Christmas.= Hij komt met kerstmis naar het Verenigd Koninkrijk. I'm dreaming of a white Christmas...= Ik droom van een witte kerst... It doesn't snow much round here.= Het sneeuwt hier in de buurt niet veel. Swimming and water-skiing in Australia's much more fun.= Zwemmen en waterskiën in Australië is veel leuker. That's briljant.= Dat is geweldig. festival= festival,feest(dag) meaning= betekenis slippers= pantoffels Muslim= moslim Eid= suikerfeest Ramadan= ramadan, vastenmaand loads= een heleboel Boxing Day= tweede kerstdag match= wedstrijd poor box= collectebus voor de armen leftover= restje servant= bediende postman= postbode dustman= vuilnisman tip= fooi fox hunting= vossenjacht ban (to)= verbieden sales= uitverkoop store= winkel race= wedtrsijd, race neighbour= buurman/-vrouw boyfriend= vriend(je) Tasmania= Tasmanië water-skiing= waterskiën ring (to)/rang= opbellen/belde(n) op come over (to)/came= overkomen/kwam(en) over UK= verenigd Koninkrijk romance= romantiek air= lucht celebrate (to)= vieren fasting= (het) vasten yacht= (zeil) jacht
Ingezonden op 25-11-2014 - 540x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
30-11-2014
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!