Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Conversation française
› 2 leçon 11
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Conversation française
, deel 2
2 leçon 11
Jaar 7 (volksuniversiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
le télétravail = de telewerker; de thuiswerker le tailleur = de kleermaker; het mantelpakje s’épargner = zich besparen davantage = meer en consacrant = bestedend le téléachat = het telewinkelen le téléphérique = de kabelbaan le dispositif = het toestel suspendre = ophangen le téléfilm = de televisiefilm télécharger = downloaden le transfert = de overdracht les données = de gegevens; de data le télescope = de telescoop la télédéclaration = de belastingaangifte via internet la déclaration d’impôts = de belastingaangifte télégénique = goed op de TV overkomen la téléréalité = de realityshow la télécommunication = de telecommunicatie le mégot = de peuk le préfixe = het voorvoegsel la jupe droite = de rechte rok la veste = het jasje; het colbertje antérieur = voorafgaand dès que = zodra quand = wanneer Je me vais me promener quand il fait beau. = Ik ga wandelen zodra het mooi weer is. {chaque fois qu’il fait beau} si = indien J’irai me promener s’il fait beau = Ik ga wandelen indien het mooi weer is. {à condition qu’il fasse beau} Quand j’aurai couché les enfants, nous regarderons la télé = Als ik de kinderen naar bed gebracht heb, gaan we TV kijken.; Wanneer ik de kinderen naar bed gebracht heb, gaan we TV kijken. Il t’aura prévenu = Hij zal je wel gewaarschuwd hebben prévenir; avertir = waarschuwen assister à un concert = een concert bijwonen le somnambule; la somnambule = de slaapwandelaar construire = bouwen siffler = fluiten être joignable = telefonisch bereikbaar zijn Il n’y a pas de réseau = Er is geen bereik soigné = verzorgd se laisser aller = zich laten gaan l’horaire; les horaires = de tijden; de werktijden {masculin} J’ai une heure de trajet = Ik ben een uur onderweg à domicile = aan huis la distraction = de afleiding; het entertainment A la campagne, on manque souvent de distractions = Op het platteland ontbreekt het vaak aan amusement faire les papiers = de administratie doen la paperasse = paperassen; papieren rompslomp; het papierwerk {familier} retraité = gepensioneerd être accro; être accroché; être dépendant = verslaafd zijn {être accro est familier} le mélange = de combinatie le texto = het sms-je les réseaux sociaux = de sociale media se rendre compte de quelque chose = iets beseffen user = verbruiken; gebruiken; verslijten consommer de l’électricité = stroom verbruiken consommer de l’eau = water verbruiken user de; faire usage de = gebruik maken van à bon escient = te pas; weldoordacht à mauvais escient; mal à propos = ondoordacht; te onpas postuler = solliciteren superflu = overtollig; overbodig
Ingezonden op 05-12-2014 - 594x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
09-01-2015
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Gecorrigeerd door Fatima Beddar
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!