Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via WRTS. Klik op 'Overhoren'

Finish Up

3 21-30 finish up

Jaar 4 (vwo)

conceited = verwaand
devotion = toewijding
to devote to = wijden aan
advice, counsel = advies (2)
wicked = gemeen, slecht
scum = uitschot
(in)compatible = (on)verenigbaar
to induce = ertoe brengen
cheek = brutaliteit
to sneer at = neerkijken op
mob = menigte
prudisch = preuts
proper = goed, zoals het hoort
improper = onjuist, onfatsoenlijk
to seduce = verleiden
to pamper = verwennen
scapegoat = zondebok
tacit = stilzwijgend
to treat = behandelen
to maltreat, to ill-treat = mishandelen
to treat to = trakteren op
to preach = verkondigen, preken
indifference = onverschilligheid
indifferent = onverschillig
inclined, liable, apt, prone = geneigd (4)
to insult, to offend = beledigen
insult, offence = belediging
offensive = beledigend
to behanve = zich gedragen
behaviour = gedrag
to punish = straffen
punishment = straf
rude = onbeschoft
to justify = rechtvaardigen
justification = rechtvaardiging
to admit = toegeven
to obey = gehoorzamen
to disobey = ongehoorzamelijk
(dis)obedient = (on)gehoorzaam
(dis)obedience = (on)gehoorzaamheid
obstinate, stubborn = koppig
frank, candid =eerlijk, openhartig
(in)consistent = (in)consequent
inconsistency = (in)consequentheid
vain = ijdel
vanity = ijdelheid
(dis) honest = (on)eerlijk
to deceive = bedriegen
honesty = eerlijkheid
virtue = deugd
vice = ondeugd
(dis)loyal = (on)trouw
to harass = lastigvallen
harassment = intimidatie
hospitable = gastvrij
hospitality= gastvrijheid
to compile = samenstellen
novel = roman
novelist = romanschrijver
to fascinate = boeien, fascineren
main character = hoofdpersoon
famous = beroemd
adaptation = bewerking
to deal with, dealt, dealt = behandelen + irr verb
vivid = levendig
review = recensie
reviewer = recensent
critic = criticus
criticism = kritiek
to criticize = bekritiseren
critical = kritisch
fiction = fictie, verzinsel
fictitious, fictional = verzonnen, fictief (2)
fiction = romans
preface = voorwoord
juvenile = jeugd-/jeugd
outline = overzicht
volume = deel
villain = schurk
portrait = portret, beeld, beschrijving
to portray = beschrijven
witty = geestig
to seal = verzegelen
address = adres
at = apenstaartje
attachment = bijlage
word processor = tekstverwerker
snail mail = slakkenpost
to receive = ontvangen
stationery = schrijfwaren
to sign = ondertekenen
signature = ondertekening
initial = beginletter, initiaal
draft = concept , klad
paragraph = alinea
to refer to = verwijzen naar
reference = verwijzing
to omit = weglaten
omission = weglating
to abbreviate = afkorten
abbreviation = afkorting
instance = voorbeeld
to underline = onderstrepen
poem = gedicht
poet = dichter
poetry = poëzie , gedichten
to confirm = bevestigen
confirmation = bevestiging
illegible = onleesbaar
minutes = notulen
to enclose = insluiten, bijsluiten
scrap, piece = stukje (2)
to interrupt = onderbreken
proverb = spreekwoord
gossip = roddel
to gossip = roddelen
curious, odd = eigenaardig, vreemd (2)
to utter = uiten
remark = opmerking
to remark = opmerken
bilingual = tweetalig
native language, native tongue , mother tongue = moedertaal (3)
subject = onderwerp
to emphasize, to stress = benadrukken
emphasis, stress= klemtoon, nadruk
fluent = vloeiend
slang = jargon
to chat = kletsen
silence = stilte
silent = stil, zwijg
account = verslag
understatement = een te zwakke uitdrukking
to exclaim = uitroepen
eloquent = welsprekend
eloquence = welsprekendheid
chairman = voorzitter
narrator = verteller
to hesitate = aarzelen
hesitation = aarzeling
to confuse = in verwarring brengen
confusing = verwarrend
attitude = houding
rigid = star
to bully = pesten
bully = pestkop
to tend to = de neighing hebben (om te)
tendency = neighing
hostile = vijandig
hostility = vijandigheid
to tackle, to address = aanpakken (2)
gentle = zachtaardig
to flatter = vleien
to apologise = zich verontschuldigen
apology = excuus
apologetic = verontschuldigend
to approve of = goedkeuren
to disapprove of = afkeuren
approval = goedkeuring
disapproval = afkeuring
hooligan = vandaal
hooliganism = vandalisme
impudent , insolent = brutaal
impudence , insolence = brutaliteit
to conform to, to adapt to = zich aanpassen aan (2)
guideline = richtlijn
to cope with = aankunnen
measure = maatregel
to deal with , to handle = omgaan met, aanpakken (2)
unruly = lastig, onhandelbaar
to reverse = omdraaien
the reverse = het omgekeerden
role reversal = rolwisseling
to pretend = doen alsof
pretence = voorwendsel
trick = streek, truc
miser = vrek , gieraard
mean = gierig, gemeen
authority = gezag
to provoke = uitlokken
provocative = uitdagend
sense of humour = gevoel voor humor
naughty = ondeugend
to intrude = storen
intrusion = inbreuk
intruder = indringer
similar = gelijkend
similarity = overeenkomst
to apply to = gelden voor
craze = rage
to realise = beseffen
consequence = gevolg
consequently = als gevolg, daarom
polite = beleefd
impolite = onbeleefd
to agree with = het eens zijn met
to disagree with = het oneens zijn met
agreement = overeenstemming
disagreement = verschil van mening, onenigheid
deliberately, on purpose = opzettelijk (2)
to quarrel , to argue = ruzie maken (2)
quarrel , argument, row = ruzie (3)
harm = kwaad
to harm = kwaad doen
harmful = schadelijk
harmless = onschadelijk
affair = zaak
to warn = waarschuwen
warning = waarschuwing
to decide = besluiten, beslissen
decision = besluit, beslissing
decisive = beslissend
(im)patient = (on)geduldig
(im)patience = (on)geduld
addicted to = verslaafd aan
addict = verslaafde
addicition = verslaving
addicitive = verslavend
couch potato = tv-verslaafde
to detox = afkikken
dotox centre , rehab centre= afkickcentrum (2)
compulsive gambler = gokverslaafde
shopaholic, compulsive shopper = koopziekte
spectator = toeschouwer
to cancel, to call of = afgelasten
to deserve = verdienen
to beat, beat, beaten = verslaan (irr)
to defeat = verslaan
defeat = nederlaag
win, victory = overwinning
draw = gelijkspel
to replace = vervangen
to support = steunen
to promote = bevorderen
pitch = veld
artificial = kunst, kunstmatig
to go in for = doen aan
exhausted, worn out = uitgeput
to exchange = uitwisselen
to challenge = uitdagen
challenge = uitdaging
event = gebeurtenis , nummer
to lag behind = achterblijven
to cheer = juichen
referee = scheidsrechter
abusive language, foul language = scheldwoorden
to swear at, swore, sworn = uitschelden
to eliminate = uitschakelen
(im)partial = (on)partijdig
(im)partiality = (on)partijdigheid
honourable = eervol
highlight = hoogtepunt
league = competitie
to keep to, to stick to, to comply with, to observe = zich houden aan
fair = sportief
substitute = invaller, vervanger
match = partij, gelijke
association = bond
advantage = voordeel
disadvantage, drawback = nadeel (2)
entry = inschrijving , deelnemer
in favour of = ten gunste van
endurance, stamina = uithoudingsvermogen
to disqualify = diskwalificeren
facility = voorziening, faciliteit
agreement = overeenkomst
to perform = presteren
performance = prestatie 
exercise = lichaamsbeweging
to benefit = goed doen
tournament = toernooi
runner-up = tweede
to manage to = slagen, erin slagen
to succeed in = erin slagen
keen = enthousiast
contest = wedstrijd
achievement = prestatie
to achieve = bereiken
to intervene = tussen beide komen

Ingezonden door sharlene97 (CSG Willem de Zwijger) op 12-12-2014 - 3210x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 30-01-2015.
Waardering 7.6 (aantal stemmen: 4)

voting system
1
2
3
4
5

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Reacties (3)

rosa

07-01-2015 20:27

zich gedragen = to behave i.p.v. to behanve

rosa

07-01-2015 21:35

ondertekening ---› handtekening

rosa

07-01-2015 21:36

ongehoorzalemelijk ---› ongehoorzaam zijn
voor de rest helemaal goed!

Vakken

Finish Up

3 21-30 finish up

Reacties (3)