Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
onderbouw Van alles en nog meer Grieks & Latijn
› 20 Latijn les 20 + 21
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
onderbouw Van alles en nog meer Grieks & Latijn
20 Latijn les 20 + 21
Jaar 3 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
tumultus, -us= oproer; onrust; tumult claudere = sluiten eieci = eicere {pf} eicere, -io = eruit gooien; eruit zetten paene = bijna dexter = rechts; rechter- manus, -us= hand missus = mittere {ppp} res, res = zaak; ding; situatie subitus = plotseling alienus = vreemd; van een ander; andermans constitui costituere {pf} constituere = plaatsen; vaststellen constituere +inf. = besluiten te atrox, atroces = afschuwelijk; gruwelijk ferrum = ijzer; wapen ; zwaard haud = volstrekt niet; volstrekt niet; niet altus = hoog; diep mox = spoedig; weldra; gauw interim = intussen apud +nv? = bij +acc munus, munera = geschenk; opdracht; taak aliquot = enige {onverbuigbaar} dies, dies = dag ops, opem = hulp opes, opes = hulpmiddelen; macht celare = verbergen; verborgen houden nuntiare = berichten; melden prudens, -entes = verstandig trepidus = zenuwachtig audacia = moed; overmoed senator, -ores = senator; lid van de senaat curia = curia; senaatsgebouw egi = agere {pf} senex, senes = oude man; oud gradus, -us= stap; trede; trap deieci = deicere {pf} deicere, -io = naar beneden gooien; werpen tranquillus = rustig metus, -us= angst; vrees domum = huis interfectus {ppp} = interficere evocare = naar buiten roepen appellare - noemen via = weg; straat iacere = liggen flectere = buigen; op andere gedachten brengen; draaien; wenden scelus, scelera = misdaad corpus, corpora = lichaam; lijk negare = ontkennen; zeggen dat niet; weigeren forma = vorm; gedaante; uiterlijk; gestalte; schoonheid incitare = aansporen; aanvuren receptus = recipere {ppp} deductus = deducere {ppp} deducere = naar beneden brengen; brengen naar sinister = links; linker- opprimere = neerdrukken; naar beneden drukken; overweldigen vox, voces = stem; woord; geluid ullus = (ook maar) enig/één; ook maar enig; ook maar één; één; enig concedere = toegeven; toestaan nudus = naakt ponere = plaatsen; zetten; leggen sordidus = vuil; smerig; verachtelijk deprehendi = deprehendere {pf} deprehendere = grijpen; betrappen persuasi = persuadere {pf} persuadere = aanraden; overreden; overtuigen; overhalen {+dat} vici = vincere {pf} vincere = overwinnen L. = Lucius inveni = invenire {pf} invenire = vinden; ontdekken tantum = slechts testis, testes = getuige prior, priores = vroeger; eerder; vorig amare = (be)wapenen; wapenen; bewapenen supplicium = (dood)straf; doodstraf; straf liberare = bevrijden (van); bevrijden van; bevrijden {+abl} exemplum = voorbeeld affirmare = verzekeren; bevestigen abesse = afwezig zijn; ontbreken cepi = capere {pf} condere = stichten; verbergen occupare = bezetten; innemen; in beslag nemen traxi = trahere {pf} pellere = verdrijven Roma abl. = uit Rome pepuli = pellere {pf} liber = vrij crudelis = wreed tradidi = tradere {pf} tradere = overhandigen iurare = zweren; een eed afleggen
Ingezonden op 14-12-2014 - 1185x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!