Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

SusanneEnglish

1 Nieuw Nederlands Woordenschat

Jaar 5 (vwo)

~opdracht 9~
recessie = economische teruggang
gepreoccupeerd zijn = vooringenomen
adagium = spreuk die gebruikt wordt als leus
staat haaks op = radicaal anders dan
ideologie = denken vanuit vaste theorie
duurzame = lang goed blijvend
concept = begrip; idee
adequaat = passend; precies zoals nodig is
protocol = kort verslag interne overeenkomst
emissie = uitstoot
drastisch = doortastend
ten spijt = ondanks
ongebreidelde = zonder beperkingen; grenzeloos
mobiliteit = verplaatsing
scepsis = twijfel
prognoses = voorspellingen
perspectief = vooruitzicht
fysieke = natuurlijke
volstaan = genoeg zijn
fiscaal = betreft belastingen
heikele = lastige
misère = ellende
prioriteiten = zaken met voorrang
nuanceren = een bewering of stelling minder absoluut maken
opties = mogelijkheden

~opdracht 10~
banvloek = totale afwijzing of verbod op iets
bekrompen=niet ruimdenkend
biodiversiteit=verscheidenheid van dieren en planten
biotoop=natuurlijke leefomgeving
ecologisch=wat gaat over de invloed van levende wezens op elkaar en op hun omgeving
innovatie=vernieuwing, vaak door het gebruik van een nieuwe technologie of methode
legitimiteit=wettigheid;rechtmatigheid
pleidooi=betoog
reductie=vermindering
schaalvergroting=uitbreiding in omvang
schaarste=tekort;gebrek
schepsel=creatuur
teloorgang=aftakeling
urgentie=situatie waarbij spoed noodzakelijk is
vettaks=belasting op slecht, ongezond, vet voedsel
~opdracht 13~
monetaire=betreffende muntstelsel
federale=wat betrekking heeft op een bond van staten
regime=streng bewind
bevoegdheden=rechten voor handelingen
eurosceptici=mensen die twijfelen aan de EU
referenda=volksstemmingen
soevereiniteit=oppermacht; hoogste gezag
in het geding=staat ter discussie
opponenten=tegenstanders
spectrum=verscheidenheden binnen het geestelijke of politieke leven
mondiale=wereldwijde
liberale=behorend tot de politieke stroming die de nadruk legt op individuele vrijheid en particulier initiatief, met zo weinig mogelijk staatsbemoeienis
blikveld=wat men opmerkt
zeggenschap=invloed
betutteling=gedrag waarbij je alles voor iemand regelt alsof hij dat niet zelf kan
budgettair=wat de uitgaven betreft
ratificeren=bekrachtigen
sancties=strafmaatregelen
burgerinitiatief=mogelijkheid voor onderdanen om iets op de politieke agenda te zetten
toonbeeld=model; goed voorbeeld
paradox=uitspraak die in zichzelf tegenstrijdig lijkt
vermeende=veronderstelde
bureaucratisch=strikt volgens de regels handelend
tegenindicatie=aanwijzing dat het tegendeel het geval is
geëngageerde=betrokken, bijvoorbeeld bij maatschappelijke problemen
~opdracht 14~
coalitie=politieke partijen of landen die samenwerken
conform=in overeenstemming met
constitutioneel=grondwettelijk
de Koude Oorlog=periode tussen 1945 en 1990 met scherpe politieke tegenstellingen tussen het kapitalistische westen en het communistische oosten
de politieke arena=centrum van de politieke strijd, zoals de Tweede Kamer
electoraat=kiezers
inflatie=geldontwaarding
magistratuur=rechterlijke macht
marxistisch=volgens de theorie van het revolutionaire socialisme dat onder andere de productiemiddelen toedeelt aan de arbeiders
polemiek=heftige woordenstrijd
politisering=een kwestie tot onderwerp maken in de politiek
provoceren=aanleiding geven tot
regenten=bestuurderd
toezeggingen=beloften
verordonneren=bevelen
~opdracht 17~ 
integratie=opgaan of opnemen in een groter geheel
bejegening=manier waarop je met iemand omgaat of iemand tegemoet treedt
participatie=deelname
engagement=betrokkenheid
segregatie=scheiding
xenofobie=angst voor vreemdelingen
te wensen overlaten=onvoldoende zijn
verzuiling=maatschappelijke situatie die verdeeld is op levensbeschouwelijk of sociaal-economisch gebied
parallelle samenlevingen=grote groepen mensen binnen een land die volstrekt apart van elkaar leven
assimilatie=volledige aanpassing
multiculturele=bestaande uit vele culturen
gelatenheid=berusting
etnische=naar ras en/of afkomst onderscheiden
minderbedeelden=mensen die vooral in materiële zin minder hebben dan gemiddeld
cultuurrelativisme=idee dat alle culturen gelijkwaardig zijn
universalisme=dat bepaalde waarden en normen voor iedereen gelden
zelfontplooiing=mogelijkheid je te ontwikkelen
geseculariseerde=meer wereldlijk, niet religieus geworden
emancipatie=vrij worden uit een onderdrukte positie
tolereert=toestaat
uitwassen=extreme vormen
geledingen=lagen
collectief=gezamenlijkheid
cohesie=samenhang
moreel=ethisch;zedelijk
~opdracht 18~
arbeidzaam=veel en hard werkend
bedeling=wat je als arme van liefdadige instellingen krijgt
chauvinisme=overdreven vaderlandsliefde
demoniseren=als zeer slecht afschilderen
dienstensector=economisch deel van de samenleving dat geen producten levert, maar immateriële zaken zoals onderwijs en medische zorg
elitair=behorend tot een kleine groep van bevoorrechte mensen
het publieke domein=staatseigendommen die bestemd zijn voor algemeen gebruik
mondigheid=vermogen om voor jezelf op te komen
neoliberalisme=politieke stroming die ervan uitgaat dat marktwending uiteindelijk alle maatschappelijke problemen kan oplossen
pluriformiteit=grote verscheidenheid
restauratie=herstel
verloedering=materieel of moreel verval

Ingezonden op 22-12-2014 - 2005x bekeken.
Waardering 9.4 (aantal stemmen: 3)

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

SusanneEnglish

1 Nieuw Nederlands Woordenschat