Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Idioom Veerle
› 91105 Alle woordjes
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Idioom Veerle
91105 Alle woordjes
Jaar 5 (Atheneum)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
conditions/terms = voorwaarden to survive = overleven survival = overleving survivor = overlevende to enlist = dienst nemen treason = verraad trench = loopgraaf horror = verschrikking, afschuw senseless = zinloos to overcome = overwinnen target = doel(wit) to claim = beweren naval = marine- fate, destiny = (nood)lot hardship = ontbering sophisticated = geavanceerd coward = lafaard to provide with/supply with = voorzien van cowardice = lafheid to annihilate = vernietigen to submit to = zich onderwerpen aan to abhor = verafschuwen horrifying = afschuwelijk secrecy = geheimhouding bold = (stout)moedig to inflict = toebrengen futile = zinloos to destine = (voor)bestemmen tantamount to = gelijk aan barracks = kazerne liberty = vrijheid to liberate = bevrijden liberation = bevrijding to occupy = bezetten occupation = bezetting to reinforce = versterken cause = zaak just = rechtvaardig mutiny = muiterij mutineer = muiter sentry = schildwacht to repel = afslaan, afstoten to brainwash = hersenspoelen victor = overwinnaar struggle = strijd to combat = bestrijden combat = gevecht, strijd exempt from = vrijgesteld van to devastate = verwoesten to advance = vorderen advance = vordering, opmars outrage = verontwaardiging, gewelddaad to outrage = shockeren outrageous = schokkend advanced = geavanceerd to strengthen = versterken casualty = slachtoffer armistice = wapenstilstand to invade = binnenvallen invincible = onoverwinnelijk ambush = hinderlaag to besiege = belegeren siege = belegering to intercept = onderscheppen mercenary = huursoldaat debris = puin vanguard = voorhoede rear = achterhoede holocaust = totale vernietiging conscription = dienstplicht to muster = verzamelen gallant = dapper tribute, homage = eerbetoon insurrection = opstand to embark = zich inschepen to embark on = beginnen aan embarkation = inscheping to disembark = ontschepen doomed = gedoemd doom = ondergang to charge = aanvallen to retaliate = wraak nemen, terugslaan to keep in touch = contact houden to dial = draaien dial = wijzerplaat, kiesschijf data = gegevens orbit = baan item = (agenda)punt to confirm = bevestigen confirmation = bevestiging rumour = gerucht spokesman = woordvoerder gesture = gebaar to overhear = toevallig horen to propose = voorstellen proposal = voorstel to reject = verwerpen topic = onderwerp to issue = uitgeven keyboard = toetsenbord to input = invoeren cable, wire = telegram to gather = concluderen to observe = opmerken, zien to imply = betekenen, inhouden; laten doorschemeren implication = gevolg to notify = op de hoogte stellen proposition = voorstel to make sense = begrijpelijk zijn sense = betekenis to proceed = verder gaan headline = kop tabloid = sensatieblad quality paper = kwaliteitskrant verbal = verbaal, met woorden to record = opnemen, vastleggen (un)intelligible = (on)begrijpelijk to focus = richten, concentreren focus = middelpunt campaign = campagne to notice = merken noticeable = merkbaar to comment = commentaar geven comment = commentaar bold = vet in italics = cursief mobile phone = mobiele telefoon questionnaire = vragenlijst survey = enquete at random = willekeurig particular = bijzonder, speciaal particulars, details = bijzonderheden, details to gauge = peilen to certify = verklaren to commission = opdracht geven voor to dispatch = verzenden to amount to = betekenen, neerkomen op to discredit = in diskrediet brengen to convey = uitdrukken, overbrengen to direct = richten cutting = knipsel the press = de pers to complete = voltooien to inform = mededelen, op de hoogte stellen advertising = reclame advertising agency = reclamebureau to launch = lanceren, opzetten to consult = overleggen consultation = overleg consultant = adviseur, consultant consultancy = adviesbureau to subscribe to = zich abonneren op subscription = abonnement journal = vakblad glossy = glanzend to brief = instructies geven briefing = instructiebijeenkomst to emerge = blijken to suggest = aangeven prime = eerste, belangrijkste to impart = mededelen to articulate = uiting geven aan, uitdrukken trade = handel to expand = uitbreiden expansion = uitbreiding to compete = concurreren, wedijveren competition = concurrentie competitor = concurrent competitive = concurrerend to manage = besturen, leiden profit = winst profitable = winstgevend share = aandeel to share = delen stocks = effecten stock exchange = effectenbeurs warehouse = pakhuis prosperous = welvarend prosperity = welvaart to prosper = bloeien boom = snelle groei to boom = snel groeien to yield = opleveren lucrative = zeer winstgevend to flourish = bloeien joint =gezamenlijk to exercise = uitoefenen manifestation = teken merchant = koopman merchandise = koopwaar attorney = gevolmachtigde answer phone, answering machine = antwoordapparaat to broadcast = uitzenden to cover = verslaan, een verslag maken van coverage = verslaggeving aerial = antenne local = plaatselijk editor = redacteur editorial = hoofdartikel chief = hoofd- news bulletin = nieuwsbericht current, topical = actueel, huidig to distort = verdraaien, vervormen a commercial = reclamespot to process = verwerken word processor = tekstverwerker to replace = vervangen replacement = vervanging presenter = presentator billboard = reclamebord to announce = aankondigen announcement = mededeling issue = nummer placard = aanplakbiljet hoarding =reclamebord currently = op het ogenblik device = manier to release = uitbrengen quarterly = kwartaaltijdschrift to rectify = rectificeren, verbeteren to bug = van afluisterapparatuur voorzien highlight = hoogtepunt standard = norm to meet expectations = aan de verwachtingen voldoen to evade = ontwijken evasive = ontwijkend to browse = rondneuzen, doorbladeren junk mail = ongewenst reclamedrukwerk to come up to, to live up to = voldoen aan to fall short of = niet voldoen aan to divert = afleiden meticulous = erg precies potent = machtig sterk to forward = zenden to shun = schuwen, mijden to infer = concluderen to highlight = benadrukken footage = filmfragment to hound = opjagen, belagen to conform with = in overeenstemming zijn met (department) store = warenhuis basement = souterrain escalator = roltrap to shop = winkelen to do one's shopping = boodschappen doen to display = uitstallen brand = merk to wrap up = inpakken, wikkelen to reduce = verlagen to deliver = bezorgen, leveren delivery = bezorging, levering consumer = consument novelty = nieuwigheid VAT = BTW stock = voorraad to stock = in voorraad hebben customer = klant junk, trash = rommel, troep trolley = winkelwagentje to guarantee = garanderen warranty = garantiebewijs to serve, to attend to = bedienen, helpen store = winkel stall, booth = kraam errand = boodschap to consume = verbruiken to detach = losmaken novel = nieuw to apply for = solliciteren naar application = sollicitatie applicant = sollicitant post/position = betrekking vacancy = vacature to earn = verdienen earnings = verdiensten to earn a living = de kost verdienen wage(s) = loon to strike = staken (trade) union = vakbond assembly line = lopende band to dismiss = ontslaan dismissal = ontslag to appoint = benoemen appointment = benoeming to co-operate = samenwerken co-operation = samenwerking migrant (worker) = gastarbeider to sack, to fire = ontslaan to collaborate = samenwerken to accomplish = tot stand brengen, bereiken accomplished = talentvol, bekwaam clause = bepaling picket = stakingspost livelihood = broodwinning salvation = redding Job Centre = arbeidsbureau to employ = in dienst hebben employee = werknemer employer = werkgever employment = werk unemployment = werkloosheid unemployed = werkloos labour = arbeid to negotiate= onderhandelen negotiation = onderhandeling deadlock = impasse, dood punt to retire = met pensioen gaan retirement = pensionering to achieve = bereiken, presteren achievement = prestatie commitment = verplichting to manufacture = fabriceren manufacturer = fabrikant engaged = bezig, bezet Employment Exchange = arbeidsbureau to attribute to = toeschrijven aan scope = ruimte to commit oneself = zich verplichten commitment = betrokkenheid committed = toegewijd to opt for = kiezen to opt out = kiezen om iets niet te doen to require = (ver)eisen requirement = vereiste skill = bekwaamheid skilful = bekwaam skilled = geschoold shift = ploegendienst benefit = uitkering to engage = in dienst nemen profession/occupation = beroep desirable = wenselijk trainee = stagiere traineeship = stage to resign = ontslag nemen staff, personnel = personeel to supervise = toezicht houden op supervision = toezicht craft = ambacht, handvaardigheid to precipitate = versnellen resignation = ontslagname idle = zonder werk to be on the dole = een uitkering hebben pains = moeite to assign = opdragen assignment = opdracht to be eligible = in aanmerking komen to apply oneself to = zich toeleggen op to qualify = een bevoegdheid behalen qualification = bevoegdheid qualified = bevoegd manual(ly) = met de hand responsible = verantwoordelijk responsibility = verantwoordelijkheid accustomed to = gewend aan trial = proef on behalf of = namens accurate = nauwgezet, precies accuracy = nauwgezetheid subordinate = ondergeschikte clerk = kantoorbediende to be on welfare = in de bijstand zitten appointment = afspraak workshop = werkplaats to give notice = ontslag aanzeggen to quit = opgeven, verlaten to shirk = zich onttrekken aan to resume = hervatten to undertake = op zich nemen precarious = onzeker weary = vermoeid gain = winst to appeal to = een beroep doen op appeal = beroep, dringend verzoek temporary = tijdelijk employment agency = uitzendbureau temp = uitzendkracht to temp = als uitzendkracht werken experience = ervaring experienced = ervaren welfare state = welzijnsstaat demand for = vraag naar to demand = eisen demand = eis crucial = cruciaal, beslissend to merge = fuseren merger = fusie to recruit = werven recruitment = werving component = onderdeel redundant = werkloos redundancy = werkloosheid to lay off = ontslaan grievance = grief, klacht to sustain = volhouden sustained = langdurig crux = kern workforce = personeel grim = somber to gain = verkrijgen largely = grotendeels, hoofdzakelijk
Ingezonden op 04-01-2015 - 1039x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
07-01-2015
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!