Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
degeo/aardrijkskunde
› 1 Genoeg voor iedereen?
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
degeo/aardrijkskunde
1 Genoeg voor iedereen?
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Agrarische bevolkingsdichtheid = Het aantal mensen dat deel uitmaakt van de agrarische beroepsbevolking per vierkante kilometer cultuurgrond. Analfabetisme = Het percentage personen boven de 15 jaar dat niet kan schrijven of lezen. Autonomie = Een zekere mate van zelfbestuur. Bodemdegradatie = Situatie waarin de kwaliteit/draagkracht van de bodem vermindert. Complementariteit = Reden voor handel vanuit een situatie waarin twee regio's elkaar aanvullen met betrekking tot een bepaalde hulpbron. Directe buitenlandse investeringen = Directe investering in de productie in een ander land door daar een bedrijf te vestigen of een plaatselijk bedrijf over te nemen. Diversificatie = In de landbouw: je toeleggen op het telen van meerdere soorten gewassen om risico te verspreiden. Geglobaliseerde landbouw = Het systeem van voedselproductie wordt in toenemende mate afhankelijk van processen die op het mondiale schaalniveau spelen. Good governance = Fatsoenlijk bestuur: doelmatige wijze van besturen, waarbij de overheid alle burgers op een zo goed mogelijke manier van dienst is. Groene Revolutie = De sterke stijging van de landbouwproductie in ontwikkelingslanden als gevolg van nieuwe graanvariëteiten. Handelsbalans = Belangrijk (en grootste) onderdeel van de betalingsbalans van een land. Ontvangstenkant: geldswaarde export v/e land in bepaalde periode. Uitgavenkant: geldswaarde import. Honger = Lichamelijke toestand die gaat optreden wanneer iemand gedurende langere tijd minder energie binnenkrijgt dan 1690 calorieën per dag. Hongersnood = Toestand van tijdelijke aard waarin de bevolking in een regio lijdt aan ondervoeding, verhongering en sterfte vanwege een acuut gebrek aan voedsel. Weinig voedsel door droogte, overstroming, aardbeving of oorlog. Informele sector = Onderdeel van de economie waarin activiteiten plaatsvinden die niet officieel geregistreerd staan. Infrastructuur = Alle ontroerende voorzieningen die vervoer en communicatie mogelijk maken, zoals wegen, vliegvelden, havens, kabelnetwerken, riolering. Invoertarieven = Financiële heffingen die door een land worden gelegd op de prijs van een goed of dienst die wordt ingevoerd. Kwalitatieve honger = Een verminderde lichamelijke conditie die optreedt vanwege een eenzijdige samenstelling van het voedsel. (Slechte kwaliteit) Kwantitatieve honger = Een verminderde lichamelijke conditie die optreedt vanwege een langdurig tekort aan energiebronnen. (kcal of kJ) Landbouwsubsidies = Aanvullende bijdragen van de overheid aan de landbouwproductie. Lingua franca = Een taal die op grote schaal als gemeenschappelijk communicatiemiddel wordt gebruikt tussen mensen met een verschillende moedertaal. Noodhulp = Vorm van hulp die als doel heeft te voldoen aan de eerste levensbehoeften van een bevolking die wordt geconfronteerd met niet voorziene rampen. Noodhulp is beperkt in tijd, ruimte en omvang. Nuttige neerslag = Netto neerslag, dus neerslag - verdamping. Ondervoeding = Situatie waarbij de voedselvoorraad niet genoeg is om een persoon te voorzien van zijn dagelijkse energiebehoefte. In veel gevallen deugt met name de samenstelling van het voedselpakket gedurende langere tijd niet om een persoon van een gezond en productief bestaan te verzekeren. Politieke stabiliteit = Situatie waarbij een land lange tijd is gevrijwaard van ingrijpende bestuurswisselingen, grote interne spanningen en gewapende conflicten. Primate city = Een stad die qua bevolkingsaantal en op financieel, politiek en economisch gebied alle andere steden in het land verreweg overtreft. Programmahulp = Alle geldelijke hulpbijdragen voor algemene ondersteuning van het ontwikkelingsbeleid en de ontwikkelingsprogramma's van een land. Relatieve afstand = De af te leggen afstand, weergegeven in de benodigde hoeveelheid tijd, kosten en moeite. Ruilvoet = De verhouding tussen de exportprijzen en de importprijzen. Vaak uitgedrukt als de relatieve prijs van het geëxporteerde goed in termen van het geïmporteerde goed. Transporteerbaarheid = De mate waarin het de moeite loont een product te vervoeren. Tussenliggende hindernis = Een belemmering die men bij een verplaatsing tegenkomt. Voedselbalans = De verhouding tussen de voedselvoorraden en de consumptie van voedsel in een gebied. Voedselcrisis = Een situatie waarin sprake is van een beperkte beschikbaarheid van voedingsmiddelen voor een relatief groot deel van een bevolkingsgroep, die samengaat met een slechtwerkend distributie- en vervoerssysteem en waarin er op korte termijn geen uitzicht bestaat op verbetering. Voedselgewas = Landbouwgewassen dat in onbewerkte of enigszins bewerkte vorm wordt gebruikt als menselijk voedsel. Soms gebruikt in engere zin en in tegenstelling tot cash crop (handelsgewas): landbouwgewas bedoeld voor eigen consumptie. Voedselzekerheid = Situatie waarin alle mensen altijd toegang hebben tot voldoende en veilig voedsel met genoeg voedingswaarden om een actief en gezond leven te kunnen leiden.
Ingezonden op 08-01-2015 - 965x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Dit is het eerste hoofdstuk van arm en rijk.
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!