Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Disco, deel 1

13 alle woordjes tot en met 13

Jaar 2 (Gymnasium)

deus = god
est = is
esse = zijn
habitat = woont
habitare = wonen
rex, reges = koning
et = en
sunt = zijn
frater, fratres = broer
non = niet
semper = altijd
saepe = dikwijls; vaak
ibi = daar
vivit = leeft
vivere = leven
terra = aarde
locus = plaats
obscurus = donker
nox, noctes = nacht
umbra = schim; schaduw
huc = hierheen, daarheen
veniunt = komen
venire = komen
hic = hier
dea = godin
soror(es) = zuster; zus
uxor, uxores = vrouw; echtgenote
quoque = ook
mater, matres = moeder
pater, patres = vader
filia = dochter
insula = eiland
ubi = waar
silva = bos
flos, flores = bloem
florent, florere = bloeien
puella = meisje
ludit = speelt
ludere = spelen
Per + acc = over, door,heen
errare = (rond)zwerven, dwalen
explorare = onderzoeken, inspecteren
quattor = vier
equus = paard
trahere = trekken
ecce = kijk
amica = vriendin
appropinquare = naderen
intrare = binnengaan,-komen
legere = verzamelen
ridere = lachen
audire = horen
videre = zien
statim = meteen
amare = beminnen
fugere/io = vluchten
temptare = proberen
sed = maar
eheu = ach, wee
in = in, naar,op
exclamare = uitroepen
servare = redden
rapere/io = roven
audere = durven
enim = want, immers
timere = vrezen
deinde = vervolgens
aperire = openen
sub (+acc) = onder
Iupiter, Iovem = Jupiter
Pluto, Plutonem = Pluto
nunc = nu
regina = koningin
sedere = zitten
inter + acc = temidden van
gaudere = zich verheugen, blij zijn
dolere = verdrietig zijn
nam = want
iuvare = helpen
reddere = teruggeven
cogitare = (na)denken
nec ... nec = noch,niet en ook niet
laedere = kwetsen, beledigen
cupere/io = begeren, verlangen, willen
consilium = besluit, plan
capere/io = nemen
annus = jaar
dividere = verdelen
sex = zes
tum = toen, dan
curare = zorgen (voor + acc)
mille = duizend
adire = gaan naar + acc
petere = zoeken, vragen
autem = echter
claudere = sluiten
recipere/io = ontvangen, opnemen
tandem = eindelijk
ianua = deur
senex, senes = oude man
dicere = zeggen
salve, salvete = gegroet
nusquam = nergens
dormire = slapen
respondere = antwoorden
quis = wie
praemium = beloning 
dare = geven
quid = wat
optare = wensen
diu = lang, lange tijd
divitiae mv = rijkdom, schatten 
sacerdos, otes = priester
simul = tegelijkertijd
vita = het leven
finire = beeindigen
evenire = uitkomen
colere = verzorgen, vereren
dum = terwijl 
ante + acc = voor
templum = tempel
stare = staan
corpus, ora = lichaam
subito = plotseling
arbor, ores = boom
mutare = veranderen in + acc
tangere = aanraken
cum = wanneer
ventus = wind
movere = bewegen
vale = vaarwel
femina = vrouw 
cur = waarom
sacrum = offer
facere/io = doen, maken
praeferre = verkiezen boven + dat
genus, genera = afkomst, geslacht
avus = grootvader
gens, gentes = volk
coniunx, iuges = echtgenoot, echtgenote
ubique = overal
septem = zeven
filius = zoon
fortuna = het lot
numquam = nooit
nocere + dat = schaden 
tantum = slechts
duo = twee
liberi mv = kinderen
tamquam = als het ware
ideo = daarom
suadere = aanraden
parere + dat = gehoorzamen 
lacrimare = huilen
dubitare = aarzelen
telum = pijl, werpspies
mittere = zenden
cadere = vallen, dood neervallen
frustra = tevergeefs
quinque = vijf
necare = doden
protegere = beschermen
desinere = ophouden
relinquere = verlaten, achterlaten, overlaten
parcere + dat = sparen 
rogare = vragen
iam = al, reeds
non iam = niet meer
paulatim = langzaamaan, geleidelijk
saxum = rots
patria = vaderland
etiam = zelfs, ook
aliquando = soms
lacrima = traan
circumspicere/io = rondkijken
vestigium = voetspoor
horrere = huiveren
invenire = vinden 
oculus = oog
complere = vullen
accidit 3de persoon = pf van accidere
accidere = gebeuren
exspectare = afwachten, wachten op 
-ne = achtervoegsel 
parentes, es mv = ouders
parui = pf van parere
reliqui = pf van relinquere
veni = pf van venire
sero = te laat
mors, mortem acc = de dood
culpa = schuld
sustulli = pf van tollere
tollere = optillen
osculum = kus
dedi = pf van dare
adii = pf van adire
gladius = zwaard
quaerere = zoeken
iacere = liggen
vocare = roepen
fui = pf van esse
fugi = pf van fugere
aspicere/io = aanschouwen, zien
respondi = pf van respondere
nec = en niet 
traxi = pf van trahere
dixi = pf van dicere
vetui = pf van vetare
vetare = verbieden
amor, ores = liefde
sepulcrum = graf
condere = verbergen
Graecus = Griek
aedificare = bouwen
vir, viri = man
in = in, op
ora = kust
pro = voor
Troia = Troje
a(b) = van(af)
navigare = varen
prope = dichtbij
occultare = verbergen
Troianus = Trojaan
de = vanaf
murus = muur
spectare = kijken
navis, es = schip
modo = slechts
cito = snel
porta = poort
aperui = pf van apperere: openen
e(x) = 1 uit 2 sinds
cucurri = pf van currere
currere = rennen
alii ... alii = sommigen ... anderen
flamma = vlam, vuur
delere = vernietigen
urbs, urbes = stad
cum = (samen) met
ut = zodra
credere = geloven, vertrouwen
et ... et = zowel ... als
donum = geschenk
dolus = list
carere = vrij zijn van, missen
credidi = pf van credere: geloven
Aeneas,am acc = Aeneas
somnus = slaap 
apparere = verschijnen 
hostis,es = vijand
habere = hebben,houden
arma mv (groep2) = wapens
Penates mv (groep3) = Penaten (huisgoden)
auxilium = hulp
condere = 1(op)bergen 2 stichten
lectus = bed
surrexi = pf van surgere
surgere = oprijzen, opstaan
ii = pf van ire
ire = gaan
instare+ dat = achterna zitten
via = weg,straat
olim = vroeger ; eens ; ooit
maritus = echtgenoot
scelus ; scelera = misdaad
interea = intussen
valde = zeer ; heel erg
Dido = Dido
mox = weldra ; spoedig
verbum = woord
decepi = pf van decipere
decipere = bedriegen
aurum = goud
antea = eerder
condidi = pf van condere
condere = verbergen ; stichten
habere in animo = van plan zijn
socius = bondgenoot ; vriend
potui = pf van posse
posse = kunnen
de + abl = vanaf ; over
adeo = zo zeer ; zo
animus = hart
forma = gestalte ; uiterlijk
matrimonium = huwelijk
ducere = leiden ; voeren
nubere = trouwen
gaudere = blij zijn ; zich verheugen
num = toch niet?
sine = zonder
agere = voeren ; leiden
moenia = stadsmuur ; muur
ostendere = tonen
desiderare = missen; verlangen
quidem = weliswaar ; echter
dux, duxes = leider, aanvoerder
bellum = oorlog
iussi = pf van iubere
iubere = bevelen
monere = waarschuwen
nuntiare = berichten
aura = lucht
perveni = pf van pervenire
pervenire = bereiken, aankomen in
licet mihi = het staat mij vrij, ik mag
fatum = lot, lotsbeschikking
obstare = in de weg staan
petere = zoeken, vragen, trachten te bereiken
iussum = bevel
parare = klaarmaken, voorbereiden
postquam = nadat
nonne = toch zeker, toch wel?
bene = goed
accepi = pf van accipere
accipere/io = ontvangen
invitare = uitnodigen
error, ores = zwerftocht
narrare = vertellen
devenire = terechtkomen
orare = smeken
propter = wegens
odi = haten
laesi = pf van laedere
tacui = pf van tacere
tacere = zwijgen
negare = weigeren, ontkennen
conubium = huwelijk
promisi = pf van promittere
promittere = beloven
hodie = vandaag
apparui = pf van apparere 
apparere = verschijnen
sinere = toestaan, laten
cogere = dwingen
invitus = tegen mijn/jouw/zijn zin
lux, luces = (dag) licht, dag
munus, munera = taak
neglegere = verwaarlozen
postremo = ten slotte
quod = omdat
nihil = niets
ira = woede
dolor,ores = verdriet, pijn
clam = stiekem, heimelijk
caelum = hemel
posui = pf ponere
ponere = plaatsen
vestis, es = kledingstuk
inferi = goden van de onderwereld
anima = ziel
vixi = pf van vivere
perfeci = pf van perficere
perficere/io = voltooien, afmaken
effugi = pf van effugere
effugere/io = wegvluchten (voor + acc)
deserui = pf van deserere
deserere = in de steek laten, verlaten
poena = straf
fefelli = pf fallere
sidus, sidera = ster
iurare = zweren
nepos, otes = kleinzoon, nakomeling
marere (E) = te wachten staan
pectus, pectora = borst
coepi= ik begin; ik begon
nomen; mina = naam
memoria = herinnering
tenui = pf van tenere
tenere = hebben; houden; vast hebben; vast houden
averti = pf van avertere; afwenden
avertere = afwenden
ut = zodra; zoals; als
consistere = blijven staan
excepi = pf van excipere; opvangen; ontvangen
excipere = opvangen; ontvangen
maestus = bedroefd
armatus = gewapend
quamquam = hoewel
longus = lang
gerere = dragen,voeren
tamen = toch
ignotus = onbekend
meus = mijn
virgo,virgines = meisje,maagd
pulcher,pulchra = mooi
tam = zo
quia = omdat
fugare = verjagen
coegi = pf van cogere; dwingen
solus = alleen
carus = lief
deposui = pf van deponere
deponere = neerzetten,afleggen
multus = veel
territus = verschrikt,geschrokken
sci(v)i = pf van scire
scire = weten
fui = pf van esse; zijnpotestas = macht
anxius = bang,angstig
cura = zorg
vexare = kwellen
regnum = koninkrijk,macht
pepuli = pf van pellere
pellere = verdrijven
servus = slaaf
peperi = pf van parere
parere = voortbrengen,baren
iratus = woedend
sedes = zetel
magnus = groot,luid
vox,voces = stem
quomodo = hoe
puer,pueri = jongen
interficere = doden
flumen,flumina = rivier
impius = schurkachtig,goddeloos
misi = pf van mittere; zenden
ripa = oever
pastor,pastores = herder
parvus = klein
portare = dragen

Ingezonden op 07-11-2008 - 1521x bekeken.
Waardering 9 (aantal stemmen: 8)

voting system
1
2
3
4
5

Handige lijst voor als je een proefvertaling hebt net als ik!! Het is hoofdstuk 2 tot en met hoofdstuk 13. Veel succes!!! (volgens mij is hij fouten vrij!!) voor leerjaar 1 en 2 en miss. 3!

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Disco, deel 1

13 alle woordjes tot en met 13